The subject of factor indeterminacy has a vast history in factor analysis (Guttman, 1955; Lederman, 1938; Wilson, 1928). It has lead to strong differences in opinion (Steiger, 1979). The current paper gives necessary and sufficient conditions for observability of factors in terms of the parameter matrices and a finite number of variables. Five conditions are given which rigorously define indeterminacy. It is shown that (un)observable factors are (in)determinate. Specifically, the indeterminacy proof by Guttman is extended to Heywood cases. The results are illustrated by two examples and implications for indeterminacy are discussed.
DOCUMENT
Mycotoxins are small (MW approximately 700), toxic chemical products formed as secondary metabolites by a few fungal species that readily colonise crops and contaminate them with toxins in the field or after harvest. Ochratoxins and Aflatoxins are mycotoxins of major significance and hence there has been significant research on broad range of analytical and detection techniques that could be useful and practical. Due to the variety of structures of these toxins, it is impossible to use one standard technique for analysis and/or detection. Practical requirements for high-sensitivity analysis and the need for a specialist laboratory setting create challenges for routine analysis. Several existing analytical techniques, which offer flexible and broad-based methods of analysis and in some cases detection, have been discussed in this manuscript. There are a number of methods used, of which many are lab-based, but to our knowledge there seems to be no single technique that stands out above the rest, although analytical liquid chromatography, commonly linked with mass spectroscopy is likely to be popular. This review manuscript discusses (a) sample pre-treatment methods such as liquid-liquid extraction (LLE), supercritical fluid extraction (SFE), solid phase extraction (SPE), (b) separation methods such as (TLC), high performance liquid chromatography (HPLC), gas chromatography (GC), and capillary electrophoresis (CE) and (c) others such as ELISA. Further currents trends, advantages and disadvantages and future prospects of these methods have been discussed.
DOCUMENT
Sinds enige jaren kennen veel hogescholen een major-minor model. Middels minors kunnen studenten eigen accenten in hun studie aanbrengen. Minors kunnen daarmee worden gezien als een instrument van vraagsturing. Deze paper gaat in op factoren die studenten van belang vinden bij het kiezen van een minor.
DOCUMENT
Het menselijk kapitaal van een onderneming is een bepalende factor voor het succes van die onderneming. Human resource management is daarom essentieel voor de concurrerende kracht van een organisatie. Het is van belang dat HRM-strategieën één geheel vormen. Wanneer bedrijven in een veranderende omgeving opereren is het daarnaast belangrijk dat hun HRM-strategie beantwoordt aan het ideaal van ‘organizational agility’, oftewel ‘bedrijfsbehendigheid’. In deze studie onderzochten wij in hoeverre onder een steekproef van meer dan 1000 bedrijven in Noord-Nederland die gewenste coherentie herkend kan worden (gegroepeerd onder de noemers: scholing, organisatie van het werk en werving) en in de tweede plaats in hoeverre de gevonden indeling in HRM-strategieën overeenkomt met het ideaal van ‘bedrijfsbehendigheid’. Uit de resultaten blijkt dat de op basis van een factoranalyse gevonden factoren ‘Scholing’ en ‘Rekrutering’ min of meer overeenkomen met de genoemde indeling. Opvallend is echter dat als het gaat om kwalificatie-eisen en arbeidsvoorwaarden dit door de werkgevers niet onder de noemer ‘Rekrutering’ lijkt te vallen, in die zin dat zij de keuze daarvoor niet laten afhangen van een keuze voor of tegen het verruimen van de scope van hun wervingsactiviteiten. Deze genoemde strategieën worden door werkgevers veel meer afhankelijk gemaakt van hun keuzes wat betreft Arbeidsvoorwaarden, zoals wij de derde factor op basis van de factoranalyse hebben genoemd. Voorts wordt de keuze voor de strategieën met name door de verwachte personeelsvraag voorspeld en minder door branche en grootte. De implicaties van deze resultaten voor HRM-beleid worden besproken.
DOCUMENT
In de laatste decennia kunnen we internationaal een trend waarnemen tot vergroting van de autonomie van scholen, gepaard gaand aan decentralisatie. Scholen krijgen meer beleidsruimte, moeten meer eigen keuzes maken en moeten verantwoording afleggen over behaalde resultaten (accountability). Schoolleiders krijgen meer verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit, voor de effectiviteit van de school. De noodzaak hiervoor ligt in maatschappelijke ontwikkelingen. De betekenis van kennis is door de snelle ontwikkelingen en de komst van ICT en Internet sterk veranderd. Ook de jeugd is veranderd. Dit vraagt om andere wijzen van leren, tegenwoordig het nieuwe leren genoemd. Scholen zullen moeten inspelen op deze veranderingen en op nieuwe inzichten m.b.t. kennis en didactiek. Scholen zijn tegenwoordig dus voortdurend in ontwikkeling. Veel van de onderwijsvernieuwingen worden echter van bovenaf geïnitieerd door overheid en schoolleidingen. Dit heeft kritiek bij leraren opgeroepen: ze zouden als professionals te weinig ruimte krijgen om sturing te geven aan hun eigen beroepskwaliteit en hun eigen leren. Zij zouden het eigenaarschap met betrekking tot het onderwijs en de eigen professionele kwaliteit steeds meer kwijtraken (Snoek & Krüger, 2007). Dit tezamen heeft internationaal geleid tot het idee om professionele leergemeenschappen te creëren in scholen. Scholen ontwikkelen een cultuur die niet alleen gericht is op het leren van de leerlingen, maar waarin iedereen leert en waarbinnen het vanzelfsprekend is om kritisch te kijken naar de kwaliteit en de effectiviteit van het handelen. Dit vergt een onderzoekende cultuur in scholen, waarbij de ruimte van leraren voor het richting geven aan de onderwijsvernieuwingen in de school wordt gerespecteerd en vergroot (Krüger, 2007). De schoolleider heeft een expliciete rol gekregen in het op gang brengen en in stand houden van schoolontwikkeling en dus in het creëren van een onderzoekende cultuur in de school. Dit vraagt om nieuwe vormen van leiderschap. Het lectoraat ‘leren en innoveren’ van de Hogeschool van Amsterdam speelt in op de recente ontwikkelingen die hierboven zijn beschreven. Voor de kenniskring is de wijze waarop leraren leren en hoe dat leren tot stand komt belangrijke kennis. Hoofdvraag in de kenniskring is immers: hoe kunnen leraren competenter worden in veranderen? Met andere woorden: hoe kan hun professionele leren leiden tot een vergroting van hun veranderingscapaciteit? Leraren zullen weer meer eigenaar moeten worden van hun onderwijspraktijk en van hun eigen beroepskwaliteit. In de loop der jaren is daarom binnen het lectoraat de aandacht toegenomen voor een onderzoekende houding bij leraren teneinde veranderprocessen op gang te brengen en te onderbouwen met evidenties. Ook de vraag welke rol schoolleiders daarin spelen is daarbij aan de orde. Het kenniskringonderzoek waarvan hier het eindrapport voorligt, richt zich op de vraag naar de invloed van schoolleiderschap op het bevorderen van onderzoeksmatig handelen van leraren. Hoe kunnen schoolleiders een onderzoekende cultuur stimuleren, het eigenaarschap van leraren vergroten en de professionalisering in de school koppelen aan schoolontwikkeling?
DOCUMENT
The CANDECOMP/PARAFAC (CP) model decomposes a three-way array into a prespecified number of R factors and a residual array by minimizing the sum of squares of the latter. It is well known that an optimal solution for CP need not exist. We show that if an optimal CP solution does not exist, then any sequence of CP factors monotonically decreasing the CP criterion value to its infimum will exhibit the features of a so-called "degeneracy". That is, the parameter matrices become nearly rank deficient and the Euclidean norm of some factors tends to infinity. We also show that the CP criterion function does attain its infimum if one of the parameter matrices is constrained to be column-wise orthonormal.
LINK
The assumptions of the model for factor analysis do not exclude a class of indeterminate covariances between factors and error variables (Grayson, 2003). The construction of all factors of the model for factor analysis is generalized to incorporate indeterminate factor-error covariances. A necessary and sufficient condition is given for indeterminate factor-error covariances to be arbitrarily small, for mean square convergence of the regression predictor of factor scores, and for the existence of a unique determinate factor and error variable. The determinate factor and error variable are uncorrelated and satisfy the defining assumptions of factor analysis. Several examples are given to illustrate the results.
LINK
If the ratio m/p tends to zero, where m is the number of factors m and p the number of observable variables, then the inverse diagonal element of the inverted observable covariance matrix (σ pjj) -1 tends to the corresponding unique variance ψ jj for almost all of these (Guttman, 1956). If the smallest singular value of the loadings matrix from Common Factor Analysis tends to infinity as p increases, then m/p tends to zero. The same condition is necessary and sufficient for (σ pjj) -1 to tend to ψ jj for all of these. Several related conditions are discussed. © 2006 The Psychometric Society.
LINK
Veel bedrijven stemmen hun communicatie en interactie met de consument af door te segmenteren op kanaalgebruik. In deze studie tonen wij aan dat een focus op kanalen maar zeer beperkt bruikbaar is. Deze beperking is een logisch gevolg van het feit dat de meeste consumenten meerdere kanalen gebruiken, het online kanaal ondertussen veel verschillende vormen kent en kanalen steeds meer integreren. Het vaak gemaakte onderscheid online en offline verliest hierdoor zijn relevantie. In deze studie lichten wij toe hoe wij verschillende navigatie-strategieën hebben geïdentificeerd die aangeven hoe consumenten hun weg vinden in het kanalenlandschap in de verschillende fasen rondom een aankoop. Door kanaalgebruik te verklaren vanuit deze navigatie-strategieën ontstaat een stabiel en eenduidige model dat organisaties zal helpen een effectieve multi-channel strategie te formuleren
DOCUMENT