Purpose: Accurate measurement of body temperature is important for the timely detection of fever or hypothermia in critically ill patients. In this prospective study, we evaluated whether the agreement between temperature measurements obtained with TAT (test method) and bladder catheter-derived temperature measurements (BT; reference method) is sufficient for clinical practice in critically ill patients. Methods: Patients acutely admitted to the Intensive Care Unit were included. After BT was recorded TAT measurements were performed by two independent researchers (TAT1; TAT2). The agreement between TAT and BT was assessed using Bland-Altman plots. Clinical acceptable limits of agreement (LOA) were defined a priori (<0.5°C). Subgroup analysis was performed in patients receiving norepinephrine. Results: In total, 90 critically ill patients (64 males; mean age 62 years) were included. The observed mean difference (TAT-BT; ±SD, 95% LOA) between TAT and BT was 0.12°C (-1.08°C to +1.32°C) for TAT1 and 0.14°C (-1.05°C to +1.33°C) for TAT2. 36% (TAT1) and 42% (TAT2) of all paired measurements failed to meet the acceptable LOA of 0.5°C. Subgroup analysis showed that when patients were receiving intravenous norepinephrine, the measurements of the test method deviated more from the reference method (p = NS). Conclusion: The TAT is not sufficient for clinical practice in critically ill adults
LINK
Het meten van de lichaamstemperatuur van patiënten is een basisvaardigheid van verpleegkundigen. Zij doen dit veelvuldig. Nauwkeurige meting van de lichaamstemperatuur is belangrijk voor de tijdige detectie van koorts of onderkoeling bij patiënten. Waar lange tijd rectale lichaamstemperatuur- meting de norm was, worden tegenwoordig vaker niet-invasieve instrumenten gebruikt. Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) maakt sinds eind 2018 op alle verpleegafdelingen gebruik van de voorhoofdthermometer om de lichaamstemperatuur te meten. Dit instrument wordt ook wel Temporal Artery Thermometer (TAT) genoemd (zie figuur 1). Sinds de invoering van de TAT hebben verpleegkundigen en artsen twijfels over de nauwkeurigheid van de metingen, maar zij hadden niet de mogelijkheid deze zorgen voldoende te onderbouwen. Dit was voor de intensive care volwassenen (ICV) van het UMCG, in samenwerking met het lectoraat verpleegkundige diagnostiek van de Hanzehogeschool Groningen, aanleiding om een exploratief, vergelijkend cohortonderzoek uit te voeren. 1
MULTIFILE
Praktijkgericht onderzoek aan hogescholen kent een grote diversiteit aan onderwerpen, aanpakken en uitvoering. Het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) heeft tot doel om een gezamenlijk gesprek te kunnen voeren over de ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek. Hiertoe reikt het protocol een beoordelingskader aan met vier thema’s: profiel, impact, organisatie en kwaliteit. Het gesprek is gericht op de verdere ontwikkeling van het onderzoek, zowel van individuele onderzoekseenheden als van praktijkgericht onderzoek als landelijk geheel. Een aantal samenhangende essentiële kenmerken van het kader, die daarmee de basis vormen voor het gesprek en de uiteindelijke beoordeling, zijn:‒ Ontwikkelingsgericht: hierbij gaat het om het continue proces van veranderingen in het praktijkgericht onderzoek te plaatsen in historisch perspectief en het gebruiken van een waarderende benadering die gebruik maakt van wat goed gaat en niet verder gaat met wat niet blijkt te werken.‒ Formatief: hierbij gaat het om reflectief handelen op het continue proces van veranderingen, ter lering en verbetering.‒ Contextueel: hierbij gaat het om het laten doorklinken en tot zijn recht laten komen van de context waarin het praktijkgericht onderzoek plaatsvindt.‒ Praktijkgericht: hierbij gaat het om vraagstellingen die komen vanuit de beroepspraktijk.In het BKO is aan het Landelijk Netwerk Kwaliteitszorg Onderzoek (LNKO) twee opdrachten gegeven, namelijk: het opstellen van een handreiking voor een zelfevaluatie én het opstellen van een handreiking voor een visitatierapport. Binnen een werkgroep van het LNKO zijn deze opdrachten opgepakt en uitgewerkt in dit document. Daarbij is de handreiking voor het visitatierapport opgesteld in samenspraak met de CEKO.Het doel van deze gids is om degenen die betrokken zijn bij het visitatietraject concrete tips en adviezen te geven voor de verschillende onderdelen in dit traject. Deze tips en adviezen zijn verzameld op basis van de ervaringen en evaluaties van vele voorgaande onderzoeksvisitaties in diverse instellingen. Voor het format van de zelfevaluatie gaat het om suggesties en is er een grote mate van vormvrijheid. Wat het format van het visitatierapport betreft, heeft de CEKO een sterke voorkeur voor het gebruik ervan.Hoofdstuk 2 geeft een korte toelichting op het huidige BKO en beschrijft de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de voorgaande versie. Het BKO is de basis voor de visitaties en wordt verondersteld bekend te zijn. Deze handreiking geeft, in aanvulling op het BKO, handvatten voor het werken met het protocol.In hoofdstuk 3 worden de stappen in het visitatieproces weergegeven en staan enkele aandachtspunten voor de voorbereiding op de visitatie. Dit hoofdstuk belicht ook de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokkenen voor het hele visitatietraject, te weten CvB, de onderzoekseenheid en kwaliteitszorgmedewerker en/of -adviseur.De aandachtspunten voor de samenstelling van het visitatiepanel worden in hoofdstuk 4 toegelicht.De laatste drie hoofdstukken geven adviezen en richtlijnen voor de drie documenten die als onderdeel van het visitatietraject worden geschreven, respectievelijk voor de zelfevaluatie in hoofdstuk 5, het visitatierapport in hoofdstuk 6 en de bestuurlijke reactie in hoofdstuk 7.
DOCUMENT
Veiligheid, en ook externe veiligheid, is een belangrijk misschien zelfs wel onmisbaarkwaliteitsaspect van het leven. Externe veiligheid gaat over het scheiden van de risicobron ende ontvanger. In Nederland is dat niet zo’n eenvoudige opgave, omdat ruimte in Nederlandeen schaars goed is. Deze ruimte wordt zwaar bevochten door de risicobron en de ontvangervan het risico. Het lijkt bijna een onmogelijke opgave om ruimte tussen beide partijen tecreëren en in stand te houden omdat er altijd een (zelfde of andere) partij opstaat die deontstane ruimte wil opvullen.
MULTIFILE
The aeronautical industry is expanding after a period of economic turmoil. For this reason, a growing number of airports are facing capacity problems that can sometimes only be resolved by expanding infrastructure, with the inherent risks that such decisions create. In order to deal with uncertainty at different levels, it is necessary to have relevant tools during an expansion project or during the planning phases of new infrastructure. This article presents a methodology that combines simulation approaches with different description levels that complement each other when applied to the development of a new airport. The methodology is illustrated with an example that uses two models for an expansion project of an airport in The Netherlands. One model focuses on the operation of the airport from a high-level position, while the second focuses on other technical aspects of the operation that challenge the feasibility of the proposed configuration of the apron. The results show that by applying the methodology, analytical power is enhanced and the risk of making the wrong decisions is reduced. We identified the limitations that the future facility will have and the impact of the physical characteristics of the traffic that will operate in the airport. The methodology can be used for tackling different problems and studying particular performance indicators to help decision-makers take more informed decisions.
DOCUMENT
Presentation.
DOCUMENT
The relentless growth in Mexico City’s aviation traffic has inevitably strained capacity development of its airport, raising thedilemma between the possible solutions. In the present study, Mexico’s Multi-Airport System is subjected to analysis by meansof multi-model simulation, focusing on the capacity-demand problem of the system. The methodology combines phases ofmodelling, data collection, simulation, experimental design, and analysis. Drawing a distinction from previous works involvingtwo-airport systems. It also explores the challenges raised by the Covid-19 pandemic in Mexico City airport operations, with adiscrete-event simulation model of a multi-airport system composed by three airports (MEX, TLC, and the new airport NLU).The study is including the latest data of flights, infrastructures, and layout collected in 2021. Therefore, the paper aims toanswer to the question of whether the system will be able to cope with the expected demand in a short-, medium-, and longtermby simulating three future scenarios based on aviation forecasts. The study reveals potential limitations of the system astime evolves and the feasibility of a joint operation to absorb the demand in such a big region like Mexico City.
DOCUMENT
Technical conditions and actor behavior both affect the evolution of Industrial Symbiosis Networks (ISNs) that exchange local materials and energy in a Circular Economy. In order to design interventions that shape ISNs toward financially robust exchanges, it is necessary to understand the effects of different actor behaviors during waste exchange negotiations. This study aimed to show to what extent and how the financial robustness of ISNs is influenced by negotiation behavior of ISN firms. We created an agent-based model based on empirical data and literature, in which the Theory of Planned Behavior (TPB) can be added to a tit-for-tat negotiation process. The model showed that the added self-evaluation and feedback to behavioral intention and behavior of actors is crucial for the sta-bility of ISNs. In addition, model simulations revealed divergent financial results for waste suppliers when we compare different design scenarios, indicating that the model contributes to understanding effects of design interventions in ISNs. In the future, we will calibrate the model with more empirical evidence, and ex-tend the experiments with other scenarios.
DOCUMENT