Op 8 november hield prof.dr. Hans van Ewijk zijn oratie Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd*. Dit artikel is hierop gebaseerd. De oorsprong van het maatschappelijk werk ligt vooral in het bestrijden van armoede, ongeletterdheid en onbeschaafdheid. De inzet was mensen te sterken in het verbeteren van hun maatschappelijke positie. Door de jaren heen hield het zich bezig met een hele reeks van achterstandsgroepen; arbeiders, vrouwen, werklozen, mensen met een handicap of stoornis, nieuwkomers en oudkomers. In de jaren tachtig wilde het maatschappelijk werk erkend worden als een beroep in de geestelijke gezondheidszorg. Hierbij lag het accent op behandelen en therapie. Van een armoede gerichte professie ging het naar een stoornis gerichte professie. In de praktijk wilde het vooral mensen die de complexiteit van het leven (tijdelijk) niet aankonden, zo helpen dat ze met minimale professionele ondersteuning weer wat beter in staat zouden zijn zichzelf en hun omgeving ter hand te nemen.
DOCUMENT
DOCUMENT
The Sport Empowers Disabled Youth 2 (SEDY2) project encourages inclusion and equal opportunities in sport for youth with a disability by raising their sports and exercise participation in inclusive settings. The SEDY2 Inclusion Handbook is aimed at anybody involved in running or working in a sport club, such as a volunteer, a coach, or a club member. The goal of the handbook is to facilitate disability inclusion among mainstream sport providers by sharing SEDY2 project partners’ best practices and inclusive ideas.
DOCUMENT
Bij onderwijzen in het algemeen zijn mensen van nature gewend om expliciet te vertellen wat iemand moet doen. Dit is, zo blijkt uit onderzoek, ook in het vak van trainer-coach het geval. We willen iemand immers graag helpen en vertellen hoe het moet. Maar het kan ook anders.
DOCUMENT
The current development of tourism is environmentally unsustainable. Specifically, tourism's contribution to climate change is increasing while other sectors are reducing their greenhouse gas emissions. This paper has two goals: reveal the main structural cause for tourism's emission growth and show the consequences thereof for (mitigation) policies. It is reasoned that the main cause for tourism's strong emission growth is the time-space expansion of global tourism behavior. Contemporary tourism theory and geography fail to clearly describe this geographical development, making it difficult to understand this expansion and develop effective policies to mitigate environmental impacts. Therefore, this paper explores some elements of a 'new tourism geography' and shows how this may help to better understand the causes of the environmentally unsustainable development of tourism with respect to climate change and devise mitigation policies.
MULTIFILE
Kinderen en jongeren met een beperking zijn fysiek minder actief dan leeftijdsgenoten zonder beperking (Von Heijden, Van den Dool, Van Lindert & Breedveld, 2013). Het lectoraat Kracht van Sport van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Hogeschool Inholland wil deze ongelijkheid terugbrengen en de fysieke activiteit van jongeren met een beperking verhogen. Samen met professionals uit het werkveld waaronder docenten lichamelijke opvoeding in het speciaal onderwijs, buursportcoaches en sportloket medewerkers, willen we deze doelstelling bereiken. Dat doen we door de pilot 'Mijn personal coach aangepast sporten'.
DOCUMENT
MULTIFILE
Het belang van werkgevers om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te verhogen is evident. Een belangrijke determinant van duurzame inzetbaarheid is ervaren gezondheid. Dit project, uitgevoerd onder de vlag van het Interreg-project iAge, beoogde om werknemers te stimuleren tot (meer) gezond gedrag en daarmee tot een hogere ervaren gezondheid door middel van de inzet van sensortechnologie: technologie die de gebruiker ervan in staat stelt om gedurende een langere tijd inzicht te krijgen in en feedback te krijgen over bepaalde fysiologische parameters en/of leefstijl-gedragingen. De inzet van sensortechnologie helpt werknemers door middel van objectieve, betrouwbare feedback op hun gezondheidsgedrag om meer inzicht te krijgen in hun gezondheidsgedrag en meer vertrouwen te krijgen in hun mogelijkheden dit te beïnvloeden. Omdat het van groot belang is om passende doelen op te stellen is het wenselijk een coach in te zetten die de gebruikers van sensortechnologie daarin ondersteunt. Het bedrijf waarin dit project is uitgevoerd is Ateliers Museum Technische Werken in Groningen (www.ateliersmtw.nl). De uitvoering lag bij het lectoraat Arbeidsparticipatie (onderdeel van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen) in nauwe samenwerking met het lectoraat New Business en ICT van de Hanzehogeschool en het Quantified Self Institute (www.qsinstitute.org). De deelnemers aan dit project (12) stelden in overleg met een coach vast met welk gezondheidsdomein – fysieke activiteit, voeding, slaap, stress en sociale interactie – zij met behulp van een sensor aan de slag wilden gaan. Negen van hen wilden hun fysieke activiteit in kaart brengen door middel van een stappenteller. Van die negen gebruikten zes een stappenteller van het merk Withings(www.withings.com) en drie een stappenteller van het merk Fitbit (www.fitbit.com). Een van de deelnemers wilde slaappatronen in kaart brengen met behulp van een slaapsensor (Zeo, een sensor gefabriceerd door een bedrijf dat inmiddels failliet is). Twee deelnemers wilden een sensor op het gebied van stress: een Inner Balance en een Emwave2 die de hartslagcoherentie kunnen meten die een indicatie vormt voor ervaren stress (www.hearthmathbenelux.com). Gedurende het gebruik van de sensor voerden de deelnemers drie gesprekken met de coach waarin zij de ervaringen met de sensor en de voortgang van hun doelen met betrekking tot het relevante gezondheidsdomein bespraken. De data van de sensoren wees op een toename van gezond gedrag voor enkele deelnemers. Daarbovenop wezen de resultaten van een gevalideerde vragenlijst (de SF-12) en interviews uit (beide voor- en achteraf afgenomen) dat de deelnemers over het algemeen tevreden tot zeer tevreden waren over het gebruik van hun sensor. Voorts rapporteerden ze hogere niveaus op functionele status, welzijn, fysieke gezondheid en psychische gezondheid. Ook beoordeelden de deelnemers hun fysieke vitaliteit na afloop hoger dan voor aanvang van het project. Door de intervieww kon een aantal succesfactoren vastgesteld worden rondom de eigenschappen van de sensor, de inzet van coaching, de informatievoorziening en de rol van het management. Zo vormt dit project een eerste stap in het onderzoeken van de effectiviteit van de inzet van sensortechnologie in een werksetting ten behoeve van het verhogen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. De uiteindelijke, voorzichtige conclusie luidt dat sensortechnologie in combinatie met een coaching traject leidt tot positieve effecten voor ervaren gezondheid en inzicht en zelfvertrouwen wat betreft het kunnen beïnvloeden daarvan. Naar verwachting leidt dit op langere termijn tot een verhoging van de duurzame inzetbaarheid van werknemers.
DOCUMENT