Impressie van het 9e Congres Barometer Maatschappelijk Vastgoed. In beeld komen de sprekers en af en toe het publiek.
YOUTUBE
Dit onderzoek betreft de eerste fase van de proeftuinen betreft waarbij de voortgang bij cliënten in de proeftuinen met gebiedsteams wordt vergeleken met FACT teams waarbij nog niet gebiedsgericht gewerkt werd. De eerste resultaten van de tussenevaluatie zijn binnen, namelijk dat: 1. Er bij alle cliënten (in de proeftuinen en tevens in gewone FACT teams) tussen 2015 en 2017 een afname is van beperkingen in het functioneren en van onvervulde zorgbehoeften en een toename van kwaliteit van leven. Dit verandert dus ten goede maar ongeveer evenveel in proeftuinen gebiedsgericht werken als in overige FACT teams. 2. Echter de gemiddelde duur van de opnames in gebiedsgerichte proeftuinen is wel korter en dit is een significant gunstig verschil met de andere FACT teams. 3. Meer mensen stromen bovendien uit naar de eerste lijn vanuit de proeftuinen met gebiedsgerichte FACT-teams dan uit de andere FACT teams. Stabilisering van symptomen en terugval risico lijkt daarbij verkleind. 4. Aanvullende kwalitatieve interviews met cliënten duiden tenslotte op een beter vangnet functie vanwege het gebiedsgericht werken. Cliënten zijn over de grotere nabijheid van de zorg zeer te spreken en waarderen het dat ze met verschillende vragen op één plek terecht kunnen. Er wordt volgens cliënten zelf vanwege het grotere gevoel van veiligheid minder gebruik gemaakt van het bed op recept (https://www.f-actnederland.nl/f-act-congres-2018-f-act-harvest-oogsten-uit-de-proeftuinen-van-nieuwe-pioniers/).
Dit lectorenplatform richt zich specifiek op vakoverstijgend onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie. Deelnemers aan het lectorenplatform beschouwen de opbloeiende, interdisciplinaire praktijken van wetenschappers en kunstenaars als een inspiratiebron voor de vernieuwing van het funderend en hoger onderwijs. Om deze vernieuwing te realiseren moeten vanuit verschillende vakgebieden hands-on-ervaringen en onderzoekservaringen gecombineerd worden. Hierdoor komen leerlingen en studenten vanuit verschillende kennisdomeinen in samenwerking tot nieuwe manieren van leren en probleemoplossen. De ambitie van dit platform is om praktijkbeoefenaars, wetenschappers en docenten uit verschillende sectoren en disciplines bijeen te brengen. De NWA-route ‘Kunst: onderzoek en innovatie in de 21ste eeuw’ roept nadrukkelijk op tot investering in dergelijke platformen: “Het primair vernieuwende in deze route is dat partijen uit het kunstendomein: kunstenaars en ontwerpers, de sociale, geestes‐ en natuurwetenschappen, het kunstvakonderwijs, culturele bedrijven en de creatieve industrie zich met elkaar verbinden en inzetten op een gezamenlijke onderzoeksagenda. [...]" (Borgdorff, et al., 2016, p. 3). In het lectorenplatform staat niet alleen vakintegratie centraal, maar draait het ook om een actualisering van de leerinhouden van de kunst- en bètavakken: kunst kan heel analytisch zijn en bèta creatief, en kunst en bèta kunnen elkaar in onderlinge interactie versterken. Het lectorenplatform wil dus ook bestaande ideeën en beeldvorming rond kunsteducatie en wetenschap-/techniekonderwijs ter discussie stellen, en daarmee een impuls geven aan curriculumvernieuwing: van funderend tot beroepsonderwijs. Om onderzoek naar onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie te bevorderen en binnen verschillende sectoren dit onderzoek op de agenda te zetten, richt het platform zich op drie themalijnen die aan de basis van de onderzoeksagenda staan: (1) professionele kunst- en ontwerppraktijken, (2) funderend onderwijs en (3) beroepsonderwijs. De themalijnen vormen de leidraad voor te initiëren onderzoek en activiteiten als het opzetten van een thematische online database met good practices en de organisatie van designathons waarin deelnemers uit verschillende disciplines de interdisciplinaire praktijk actief beleven.