Om beter zicht te krijgen op de aard en omvang van dak- en thuisloosheid voerde Hogeschool Utrecht in samenwerking met Kansfonds in 2025 voor de derde keer de ETHOS-telling uit. Hierbij werd gebruik gemaakt van een voor Nederland relatief nieuwe definitie van dakloosheid, de ETHOSLight classificatie, en van een nieuwe telmethode. Dit rapport bevat de resultaten van de telling die plaatsvond op 8 april 2025 in regio IJssel-Vecht. De telling is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten die onderdeel uitmaken van deze regio: gemeenten Zwolle, Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Ommen, Staphorst, Steenwijkerland en Zwartewaterland.
DOCUMENT
Terugblik op Innovatiecluster Kind en Educatie, ook wel bekend als het RIF-project. De afgelopen vijf jaar hebben collega’s van Hogeschool KPZ samen met collega’s van Landstede, Deltion, Mbo Menso Alting, Viaa en Windesheim zich ingezet om interprofessioneel samenwerken en het opleiden daartoe steviger neer te zetten. Er werd onder andere gewerkt met interprofessionele leerteams, het professionaliseren van het werkveld en het innoveren van de curricula.
DOCUMENT
Zowel op landelijk als lokaal niveau komt er steeds meer aandacht voor jongerenparticipatie, ook in Zwolle. In 2021 zijn er verschillende initiatieven ontstaan om met het thema jongerenparticipatie aan de slag te gaan in Zwolle. De inspanningen werden door jongeren en professionals positief gewaardeerd. Dit onderzoek gaat in op vier van deze initiatieven. De vraag waar jongeren, jongerenwerkers en de gemeente Zwolle nu voor staan is hoe jongerenparticipatie structureel en dus duurzaam vormgegeven kan worden in Zwolle. In deze rapportage zijn aanknopingspunten geformuleerd, op basis van de inspanningen op het gebied van jongerenparticipatie in 2021, om jongerenparticipatie structureel vorm te geven in Zwolle.
DOCUMENT
Een basisdocument gemaakt ten behoeve van het RIF-project van het innovatiecluster Kind en Educatie. Hierin wordt verdieping gegeven aan de visie en doelstellingen van dit project vanuit literatuur en aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Met het basisdocument wordt een gezamenlijke basis gecreëerd voor studenten, docenten en professionals van de instellingen die betrokken zijn bij het innovatiecluster Kind en Educatie: > Het is een vertrekpunt voor werken, leren en professionaliseren; > Het vormt een aanzet voor een gemeenschappelijke taal en begrippenkader. In Hoofdstuk 1 wordt de aanleiding voor en de context van het innovatiecluster K&E beschreven aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Vervolgens wordt uitgewerkt langs welke lijnen interprofessioneel werken in de regio Zwolle ontwikkeld gaat worden. In Hoofdstuk 2 wordt beschreven wat uit bestaande literatuur geleerd kan worden over wat interprofessioneel werken nu eigenlijk is. Wat betekent interprofessioneel werken voor een team en voor een individuele professional in het domein Kind en Educatie? Wat is er nodig is om een interprofessioneel team goed te laten functioneren? In Hoofdstuk 3 ligt de focus op opleiden, in het bijzonder het leren van studenten uit verschillende mbo- en hbo-opleidingen in interprofessionele leerteams. Hoe en wat leren studenten in een leerteam? Hoe draagt dat bij aan hun professionele ontwikkeling en vormt dat hun professionele identiteit? Hoe kunnen mbo- en hbo-docenten en praktijkbegeleiders de studenten in het leerteam het beste begeleiden? Hoe kunnen leerteams worden ingebed in de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen? In Hoofdstuk 4 worden drie onderzoeksgebieden beschreven. Binnen het innovatiecluster K&E is de wens veel te leren over interprofessioneel werken. De vragen richten zich op het leren in leerteams, de bekwaamheid van professionals en hoe kinderen en hun ouders of verzorgers die andere manier van werken ervaren. Daarvoor wordt in de eigen praktijk onderzoek gedaan en wordt samengewerkt met onderzoekspartners in het netwerk.
DOCUMENT
Dit onderzoek is het vervolg op het onderzoeksrapport ‘Uit de startblokken’ (Teekman, Slendebroek-Meints, Pruim & Jager-Vreugdenhil, 2015). ‘Uit de startblokken’ was het eerste kwantitatieve onderzoek dat het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvSv) als Wmo-werkplaats uitbracht. Een jaar na deze 0-meting vormt dit onderzoek de 1-meting. De 1-meting vond, net als de 0-meting (in 2015), plaats bij de sociale wijkteams in Zwolle en Elburg. Dit jaar niet meer onder de noemer Wmo-werkplaats: deze titel is opgevolgd door Werkplaats Sociaal Domein. De komende drie jaar mag het CvSv in Zwolle en omstreken onderzoek blijven doen naar veranderingen op het brede terrein van het sociale domein. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe kunnen beroepskrachten binnen de sociale wijkteams op een goede manier samenwerken om mensen die dat nodig hebben efficiënt ondersteuning te bieden, aansluitend bij diens eigen vraag en eigen mogelijkheden? En hoe maken professionals daarvoor optimaal gebruik van de mogelijkheden van de eigen verbanden van burgers?
DOCUMENT
Dit rapport is het derde deel uit een serie onderzoeken van de Werkplaats Sociaal Domein, waarin sociale teams in hun ontwikkeling en werkwijzen gevolgd worden. Eerder verschenen een nulmeting in 2015 en de eerste vervolgmeting in 2016 (Teekman e.a., 2015, 2016). Dit rapport betreft de meting van begin 2017, die zoals in de vorige rapporten niet alleen in Zwolle en Elburg verricht is, maar nu voor het eerst ook in de gemeenten Ommen-Hardenberg en Steenwijkerland.
DOCUMENT
Vanuit de Werkplaats sociaal domein volgt het Centrum voor samenlevingsvraagstukken van Viaa door middel van meerjarig onderzoek de ontwikkelingen van de sociale wijkteams in Zwolle en Elburg. In dit rapport krijgt het perspectief van de wijkbewoners aandacht. De hoofdvraat is: "Welke verwachtingen hebben wijkbewoners uit de Zwolse wijken Diezerpoort en Stadshagen en de Nijkerker wijken Corlaer en Nijkerkerveen van het sociaal wijkteam?"
DOCUMENT
Het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken van Hogeschool Viaa heeft in 2018 en 2019 onderzoek gedaan naar het collectief werken door sociale wijkteams in Zwolle. Uit eerder onderzoek bleek dat Baken 5 van Welzijn Nieuwe Stijl (Bussemaker, 2010), die over een doordachte balans tussen collectief en individueel werken gaat, in de praktijk onvoldoende uit de verf komt. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: Kunnen de individuele hulpvragen van inwoners in het sociaal wijkteam meer collectief benaderd of opgelost worden? Welke competenties hebben de sociaal werkers van het sociaal wijkteam (nodig) om meer collectief te werken en wat zijn hierin de kansen en belemmeringen?
DOCUMENT
De Partnerschapskaarten werden ingevuld door de uitvoeringsteams Kamperpoort, Binnenstad- Marslanden en Assendorp- Pierik in oktober en november 2022. Het doel was om de samenwerking opnieuw met elkaar te bespreken in vijf stappen. De eerste stap bestond uit het bespreken en formuleren van waarden die professionals belangrijk vinden bij een succesvolle samenwerking, waaronder veiligheid en vertrouwen, duidelijke doelen in een integraal plan en een balans tussen fysieke en sociale vraagstukken. Stap twee en drie waren gericht op het maken van afspraken en het opbouwen van relaties met elkaar en externe partners, evenals het werken met enthousiasme, respect en out-of-the-box denken. Stap vier besprak de noodzakelijke voorwaarden voor succesvol teamwork, zoals teamondersteuning en een focus op het integrale plan en teamdoelen. Tot slot beschreef stap vijf specifieke acties die professionals en hun netwerk zouden ondernemen om bij te dragen aan de taak van de uitvoeringsteams.
DOCUMENT
Steenwijkerland heeft zich voorgenomen om haar inwoners met hun hulpvragen meer centraal te stellen. Dit wil zij onder andere bereiken door de teams met als specialisatie Jeugd, Wmo of Participatie integraal te laten werken met elkaar, voor zover de hulpvraag van de inwoner daartoe aanleiding geeft. Omdat de teams Jeugd en Wmo al eerder geïntegreerd waren, wilde men van die ervaringen leren. Het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (Werkplaats Sociaal Domein regio Zwolle) van hogeschool Viaa is gevraagd dit proces met onderzoek te begeleiden. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: “Welke werkzame elementen van integraal werken in de gemeente Steenwijkerland kunnen doorontwikkeld worden?”
DOCUMENT