Sinds 2016 zijn mbo-instellingen verplicht om het kritisch denkvermogen van hun studenten in het kader van burgerschapsonderwijs te stimuleren. De manier waarop de lessen burgerschap in deze opleidingen nu worden vormgegeven, is regelmatig nogal betuttelend. Het burgerschapsonderwijs in het mbo lijkt niet zozeer gericht te zijn op het vormen van kritische, autonome professionals, maar vooral op het creëren van productieve werknemers en brave burgers. Mogen mbo’ers dan geen kritische vragen stellen bij de gang van zaken in een bedrijf? Zou het niet beter zijn wanneer deze studenten ook uitgerust worden met de vaardigheid om in een bedrijf een bepaalde onrechtvaardigheid of een milieubelastende praktijk aan te kaarten? Is dat niet precies waar het om zou moeten draaien bij burgerschap in de beroepsopleiding? Op deze behoefte speelt het onderzoeksproject ‘Democratisering van kritisch denken’ in, dat geleid wordt door Laurence Guérin (practor Burgerschap aan het ROC van Twente) en waar Anouk Zuurmond namens het lectoraat Normatieve Professionalisering van Hogeschool Utrecht in participeert. Het project wordt gedurende de jaren 2018 – 2022 gesubsidieerd in het kader van de werkplaats Onderwijsonderzoek op het thema Burgerschap van het NRO. Het doel van deze werkplaats is om samen met partners (mbo, hbo, universiteit, Cito) aan een visie op kritisch denken in relatie tot de beroepspraktijk te werken en deze visie te vertalen in lesmaterialen. Waarom is kritisch denken juist van belang in het opleiden van toekomstige professionals – niet alleen in het mbo, maar ook in het hbo? En hoe kan dit het beste aangepakt worden? Deze vragen komen aan bod tijdens de lunchlezing, waarin Anouk je meeneemt in het proces van visieontwikkeling en het verkennen van de samenhang tussen de begrippen burgerschap, Bildung, kritisch denken en het beroepsonderwijs. Ook de meer praktische opbrengsten, in de vorm van ontwikkelde lesmaterialen, komen aan bod.
In 2027 zal er weer een peiling voor burgerschap plaatsvinden voor het primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Het doel van de Peil.Burgerschap-studie betreft het in kaart brengen van burgerschapscompetenties van leerlingen in het po, so, vo en vso en de manieren waarop burgerschapsonderwijs in deze onderwijstypen vorm krijgt. Met deze voorstudie voor Peil.Burgerschap beschrijven wij wat kenmerkende aspecten van burgerschap zijn, wat veronderstelde effectieve elementen van burgerschapsonderwijs zijn en hoe beiden in kaart gebracht kunnen worden en wat beperkingen daarbij zijn. Deze voorstudie is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk geven we een beschrijving van de betekenis van burgerschap en burgerschapsonderwijs, hoe dat in kaart gebracht wordt en wat daar uitdagingen bij zijn en wat resultaten van onderzoek daaromtrent zijn. In het tweede hoofdstuk 2, 3 en 4 volgen drie centrale kernconcepten van burgerschap: democratie, diversiteit en moreel oordeelsvorming. Deze drie kernconcepten vormen gezamenlijk een belangrijk deel van het concept burgerschap. Democratie en diversiteit zijn twee fundamenten van (het denken over) burgerschap, moreel oordeelsvorming geeft invulling aan (dat denken over) democratie en diversiteit. In deze hoofdstukken gaan we dieper in op manieren waarop competenties en onderwijsaanbod op dit gebied in kaart gebracht kan worden en welke uitdagingen daarbij bestaan. In het laatste hoofdstuk brengen we de centrale uitkomsten en vraagstukken uit de overzichtsstudie samen.
Economisch burgerschap is een vanzelfsprekend onderdeel van het Nederlandse curriculum in het mbo. Het is echter onkritisch en gericht op volgzaamheid. Subtiel is de omarming van de neoliberale opvattingen en hoe studenten niet worden gevraagd hierover kritisch te denken en te spreken met elkaar. Ze moeten de huidige politieke opvattingen over de economie volgen. Ward van der Meiden deed een grondige analyse van diverse methodemakers en formuleerde onderstaande kritiek. Ward en Daan van Riet schreven een paper en geven daarin ook handvatten voor hoe het anders kan. Het doel: op naar écht economisch burgerschap! Inhoud van het paper: 1. Kritiek op wettelijke inhoud 2. Analyse van veelgebruikte methodes 3. Alternatieven Dit stuk is tevens gepubliceerd in Tijdschrift voor Economisch Onderwijs.