An interactive full-length mirror that allows you to browse through an endless collection ofclothing and see immediately whether something fits you, including when you turn around, and which also allows you to send a picture quickly to your family and friends to hear what they think. This mirror is a technological development that is already possible and which is being introduced in fashion stores here and there. But how probable is it that this technological innovation will become a permanent feature of our shopping experience? To answer this question we shall describe the expectations that exist about the developments in shopping over the coming years. We shall then examine to what extent these developments already play a role in shopping now, in 2014. In order to maintain an overview, we shall introduce a typology based on the STOF model. All of the innovations mentioned are ultimately aimed at offering added value for the consumer, but who is that consumer and what does he or she need? An inventory of how the shopping consumer is regarded makes it clear that new perspectives are required in order to do justice to the complexity of the retail behaviour and the retail experience. Finally, we will briefly examine specific cross-media aspects of shopping, such as the multichannel strategy of retail outlets and the role of the physical store in relation to the webshop. We end by offering a research framework for the 'service encounter' in the retail process based on the concept of Servicescapes. This framework allows to chart and answer a number of essential questions surrounding the probability of innovations more systematically.
Waarom gaan mensen naar festivals? Hoe beleven ze een festival? Waarom komen ze wel of niet terug? Hoe kunnen festivalorganisatoren de motivatie en beleving van bezoekers effectief beïnvloeden? Wat betekenen sociale media voor de festivalbeleving? Antwoorden op deze vragen helpen festivalorganisatoren een uniek festival aan te bieden en effectiever resultaten te behalen en overtuigender te rapporteren naar subsidieverstrekkers en sponsors. Het Crossmedialab, onderdeel van het Kenniscentrum Communicatie & Journalistiek van de Hogeschool Utrecht, heeft onderzoek uitgevoerd naar festivalbeleving. Dit cahier geeft een overzicht van onder zochte theorieën en bevat een integraal overzicht van factoren die van invloed zijn op de festivalbeleving. Nieuwe inzichten en het uniek ontwikkelde model van festivalbeleving biedt onderzoekers, eventprofessionals en vakdocenten kansen voor verder onderzoek en praktische toepassing.
Dit boekje is uitgegeven naar aanleiding van de lectorale rede van drs. Paul Bijleveld. Al lange tijd zijn we ons er in Nederland van bewust dat we wereldwijd niet meer concurreren met handenarbeid maar met hoofdarbeid. Dat noemen we ook wel de kenniseconomie. Maar op dat vlak staan we niet alleen. Niet alleen ten opzichte van de rijke landen, maar ook ten opzichte van de opkomende economieën is kennis niet meer onderscheidend. Kennis alleen maakt geen economische macht. Economische ontwikkeling draait om het vermogen om kennis om te zetten in betere of nieuwe produkten en diensten en deze aan de man of vrouw te brengen. Dit wordt uitgedrukt met de termen ´innovatie en ondernemerschap´, die als centrale voorwaarden worden gesteld voor regionaal ecomisch succes. Innovatie en meer recentelijk ondernemerschap zijn daarom belangrijk aandachtspunten in het onderzoek naar regionale economische ontwikkeling.
MULTIFILE
Computer Vision (CV) is een tak binnen de Artificiële Intelligentie (AI) die zich bezig houdt met visuele herkenning van patronen in afbeeldingen of videos. Daarbij wordt gebruik gemaakt van diepe representatiemodellen, die gebaseerd zijn op Euclidische geometrie. Dit betekent dat deze modellen getraind zijn op basis van een vlakke geometrische representatie. In veel gevallen sluit deze representatie niet goed aan bij de echte wereld. Visuele illusies, zoals Sheppard’s “Terror Subterra”, geven aanwijzingen waar de discrepanties zitten. Bij een verplaatsing van het monster op de horizontale en verticale as in een vlakke representatie lijkt het alsof het monster van grootte veranderd, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is: beide monsters zijn exact even groot. Een verplaatsing van een object in de echte wereld heeft zo vaak invloed op de schaal dat onze hersenen erdoor misleid kunnen worden. Recente vorderingen in CV laten de potentie zien van de toepassing van niet-Euclidische geometrie voor het leren van visuele eigenschappen. Het verschil tussen de twee is met name dat de representatieve kracht van niet-Euclidische geometrie groter is. In een niet-Euclidische representatie kan de schaal van Shepard’s monster bij verplaatsing in de ruimte op een natuurlijke manier gepresenteerd worden, waardoor het beeld consistent blijft met onze visuele perceptie ervan. In dit onderzoek willen we de impact evalueren van niet-Euclidische visuele representatiemodellen op het verzamelen, ordenen en annoteren van de data die nodig is voor het trainen van deze nieuwe diepe representatiemodellen. Dit willen we doen we aan de hand van drie CV-problemen die praktische toepassingen dienen buiten de context van de academische wetenschap: beeldmerkherkenning in reclamevideo’s (bij Alpha.one), winkelpanddetectie in gelijkhoekige (visoogobjectief) video’s (bij The Big Data Company) en visuele inspectie van de binnenkant van cilindervormige opslagtanks (bij ScanTank).
Naar schatting lopen jaarlijks 1 miljoen werknemers het risico om gehoorschade op te lopen tijdens hun werkzaamheden. Arbeid-gerelateerde lawaaislechthorendheid is dan ook één van meest voorkomende en tegelijk onbehandelbare beroepsziekte in Nederland. Gehoorschade heeft namelijk een onomkeerbaar karakter - het is niet te genezen, alleen te voorkomen – en daarom is preventie cruciaal. Desondanks wordt er weinig aandacht geschonken aan de preventie van gehoorschade in het MBO onderwijs, terwijl juist deze groep studenten in hun latere werk vaak met hard geluid geconfronteerd worden. De Nationale Hoorstichting, de MBO raad, &ranj en het lectoraat User Centered Design van de Hanzehogeschool Groningen willen hier verandering in aanbrengen door een innovatieve interventie (serious game) te ontwikkelen om het risicogedrag voor het oplopen van gehoorschade door hard geluid tijdens het werk (blijvend) te verminderen. Gezien de omvang van deze wens, is de projectdoelstelling van deze KIEM aanvraag om de fundering te leggen voor een Raak Publiek aanvraag, waarmee de interventie daadwerkelijk ontwikkeld kan worden. Deze fundering zal bestaan uit onderzoek naar de succesfactoren van serious game design, zodat daadwerkelijk langdurige en duurzame gedrags-verandering gerealiseerd kunnen worden. Het onderzoek zal enerzijds bestaan uit gebruikersonderzoek naar de belevingswereld van de doelgroep en de achterliggende problematiek van gehoorschade. Anderzijds zal er onderzoek gedaan worden op het gebied van langdurige gedragsverandering. De vergaarde kennis zal vervolgens toegepast worden in de ontwikkeling van enkele prototypes, waarmee de samenwerking tussen het hoger onderwijs en de creatieve sector verder gestimuleerd wordt. Daarnaast zal er een netwerk opgezet worden rondom deze problematiek ten behoeve van een langdurige samenwerking en waarborging van de interventie in de praktijk. Tezamen leiden deze activiteiten tot het schrijven van een Raak Publiek aanvraag, waarmee de interventie en formele modellen van langdurige gedragsverandering daadwerkelijk ontwikkeld kunnen worden.
Bedrijven worden steeds meer verantwoordelijk gehouden voor wat er gebeurt in hun hele keten. Het nemen van deze verantwoordelijkheid is niet altijd even makkelijk. Zorgen dat leveranciers daadwerkelijk de standaarden volgen is een grote uitdaging. Samenwerking lijkt daarin een uitkomst te kunnen bieden. Financiële samenwerking (ketenfinanciering) is daarin een veelbelovende vorm van samenwerking, maar via welke mechanismes deze samenwerking daadwerkelijk leidt tot verduurzaming is nog onduidelijk. In dit project worden, samen met Annona, een duurzaam investeringsfonds, en de SCF Community, de kennisleider op het gebied van ketenfinanciering, deze mechanismes blootgelegd en een model ontwikkeld. Deze casus, op basis van een koffiehandelaar met leveranciers in verschillende landen in Zuid-Amerika, zal de eerste zijn in een reeks als onderdeel van een PhD onderzoek. Dit zal niet alleen academisch tot nieuwe inzichten leiden, maar zal de praktijk verder helpen om te bepalen hoe zij het beste de stap naar verduurzaming kunnen maken.