Dit document presenteert het onderzoek naar de werkwijze van het Relatie-en Scheidingsteam Zwolle (RSTZ) en de ontwikkeling van een triage-instrument, de Systemische Zwolse vragenlijst.In dit onderzoeksverslag wordt ingegaan op de werkzame factoren van het Relatie- en Scheidingsteam Zwolle, alsmede op de functie van het ontwikkelde triage-instrument. Met de benadering van het RSTZ wordt een paradigmashift gerealiseerd ten aanzien van escalerende strijdproblematiek, omdat de focus van de begeleiding zich verlegt van het probleem,- met oordelen over wat ouders niet zouden moeten doen, naar de oplossing; waarbij het gaat om de interactie, gezonde processen, het versterken van veerkracht, flexibiliteit en het opbouwen van vertrouwen in zichzelf en elkaar. Hierbij is aandacht voor de stress en pijn die ouders ervaren en die hen vaak het zicht belemmert op hoe het anders kan. Deze verandering in houding en aanpak lijkt gezien de onderbouwing in de literatuur onderdeel van een landelijke tendens, die in het RSTZ concreet wordt gemaakt. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het RSTZ het lukt om conflicten minder hoog op te laten lopen. Dit geeft in het algemeen hoop dat een andere benadering langdurige conflicten en complexe scheidingen kan verminderen.
DOCUMENT
Dit document presenteert de metavisie ‘Gezonde relaties, beter voor Zwolle’ ontwikkeld door en voor professionals in Zwolle, op basis van een gezamenlijke visie en werkwijze die het ‘Zwols model’ wordt genoemd. Deze relationeelsystemische metavisie is ontworpen door een werkgroep en ondersteund met ontwikkelonderzoek. De metavisie wordt gedeeld met alle betrokken professionals rondom het bevorderen van duurzame relaties en scheiden zonder schade. De focus van het Zwols model ligt op een preventieve, gezamenlijke gerichtheid van professionals en het brede netwerk van betrokkenen op duurzame relaties en de-escaleren. De geformuleerde metavisie is gebaseerd op interviews die gehouden zijn bij ervaren relatietherapeuten en scheidingsdeskundigen en is vervolgens door professionals in focusgroepen onderschreven. Het unieke van dit Zwolse model is de reflectie en samenwerking die het van professionals vraagt om de metavisie inhoud te gaan geven in de complexe praktijk. Door het samen uitwerken van de visie in leergemeenschappen is het versterkt mogelijk om te bewegen naar gezonde relaties.
DOCUMENT
Zowel op landelijk als lokaal niveau komt er steeds meer aandacht voor jongerenparticipatie, ook in Zwolle. In 2021 zijn er verschillende initiatieven ontstaan om met het thema jongerenparticipatie aan de slag te gaan in Zwolle. De inspanningen werden door jongeren en professionals positief gewaardeerd. Dit onderzoek gaat in op vier van deze initiatieven. De vraag waar jongeren, jongerenwerkers en de gemeente Zwolle nu voor staan is hoe jongerenparticipatie structureel en dus duurzaam vormgegeven kan worden in Zwolle. In deze rapportage zijn aanknopingspunten geformuleerd, op basis van de inspanningen op het gebied van jongerenparticipatie in 2021, om jongerenparticipatie structureel vorm te geven in Zwolle.
DOCUMENT
Centraal in dit rapport staat de kennisontwikkeling naar aanleiding van de transformatie van een gedeelte van een kantoorpand nabij het centrum van Zwolle tot Stadkamer. De “Stadkamer” is per 1 januari 2015 ontstaan uit een fusie van de Bibliotheek Zwolle, kunstencentrum Muzerie en Kunst&Zo en is de plek in Zwolle waar de werelden van informatie, taal, kunst en cultuur samenkomen. In het onderzochte transformatieproces krijgt de samenwerking tussen gemeente Zwolle en eindgebruiker (Stadkamer) specifieke aandacht. Geanalyseerd is hoe de verschillende partijen de samenwerking hebben ervaren: wat ging goed en waar kan de samenwerking tussen de verschillende partijen beter of anders? Kortom, welke “lessen” hebben de verschillende partijen getrokken uit de samenwerking?
MULTIFILE
Dit onderzoek is het vervolg op het onderzoeksrapport ‘Uit de startblokken’ (Teekman, Slendebroek-Meints, Pruim & Jager-Vreugdenhil, 2015). ‘Uit de startblokken’ was het eerste kwantitatieve onderzoek dat het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvSv) als Wmo-werkplaats uitbracht. Een jaar na deze 0-meting vormt dit onderzoek de 1-meting. De 1-meting vond, net als de 0-meting (in 2015), plaats bij de sociale wijkteams in Zwolle en Elburg. Dit jaar niet meer onder de noemer Wmo-werkplaats: deze titel is opgevolgd door Werkplaats Sociaal Domein. De komende drie jaar mag het CvSv in Zwolle en omstreken onderzoek blijven doen naar veranderingen op het brede terrein van het sociale domein. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe kunnen beroepskrachten binnen de sociale wijkteams op een goede manier samenwerken om mensen die dat nodig hebben efficiënt ondersteuning te bieden, aansluitend bij diens eigen vraag en eigen mogelijkheden? En hoe maken professionals daarvoor optimaal gebruik van de mogelijkheden van de eigen verbanden van burgers?
DOCUMENT
Het zuurstofgehalte in het water onder het grootste drijvende zonnepark van Europa is in een jaar tijd vrijwel niet gedaald. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een onderzoek naar de waterkwaliteit in de Bomhofsplas bij Zwolle, die sinds vorig jaar overkapt wordt door 72.000 zonnepanelen.
DOCUMENT
Een basisdocument gemaakt ten behoeve van het RIF-project van het innovatiecluster Kind en Educatie. Hierin wordt verdieping gegeven aan de visie en doelstellingen van dit project vanuit literatuur en aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Met het basisdocument wordt een gezamenlijke basis gecreëerd voor studenten, docenten en professionals van de instellingen die betrokken zijn bij het innovatiecluster Kind en Educatie: > Het is een vertrekpunt voor werken, leren en professionaliseren; > Het vormt een aanzet voor een gemeenschappelijke taal en begrippenkader. In Hoofdstuk 1 wordt de aanleiding voor en de context van het innovatiecluster K&E beschreven aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Vervolgens wordt uitgewerkt langs welke lijnen interprofessioneel werken in de regio Zwolle ontwikkeld gaat worden. In Hoofdstuk 2 wordt beschreven wat uit bestaande literatuur geleerd kan worden over wat interprofessioneel werken nu eigenlijk is. Wat betekent interprofessioneel werken voor een team en voor een individuele professional in het domein Kind en Educatie? Wat is er nodig is om een interprofessioneel team goed te laten functioneren? In Hoofdstuk 3 ligt de focus op opleiden, in het bijzonder het leren van studenten uit verschillende mbo- en hbo-opleidingen in interprofessionele leerteams. Hoe en wat leren studenten in een leerteam? Hoe draagt dat bij aan hun professionele ontwikkeling en vormt dat hun professionele identiteit? Hoe kunnen mbo- en hbo-docenten en praktijkbegeleiders de studenten in het leerteam het beste begeleiden? Hoe kunnen leerteams worden ingebed in de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen? In Hoofdstuk 4 worden drie onderzoeksgebieden beschreven. Binnen het innovatiecluster K&E is de wens veel te leren over interprofessioneel werken. De vragen richten zich op het leren in leerteams, de bekwaamheid van professionals en hoe kinderen en hun ouders of verzorgers die andere manier van werken ervaren. Daarvoor wordt in de eigen praktijk onderzoek gedaan en wordt samengewerkt met onderzoekspartners in het netwerk.
DOCUMENT
Dit rapport is het derde deel uit een serie onderzoeken van de Werkplaats Sociaal Domein, waarin sociale teams in hun ontwikkeling en werkwijzen gevolgd worden. Eerder verschenen een nulmeting in 2015 en de eerste vervolgmeting in 2016 (Teekman e.a., 2015, 2016). Dit rapport betreft de meting van begin 2017, die zoals in de vorige rapporten niet alleen in Zwolle en Elburg verricht is, maar nu voor het eerst ook in de gemeenten Ommen-Hardenberg en Steenwijkerland.
DOCUMENT
Het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken van Hogeschool Viaa heeft in 2018 en 2019 onderzoek gedaan naar het collectief werken door sociale wijkteams in Zwolle. Uit eerder onderzoek bleek dat Baken 5 van Welzijn Nieuwe Stijl (Bussemaker, 2010), die over een doordachte balans tussen collectief en individueel werken gaat, in de praktijk onvoldoende uit de verf komt. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: Kunnen de individuele hulpvragen van inwoners in het sociaal wijkteam meer collectief benaderd of opgelost worden? Welke competenties hebben de sociaal werkers van het sociaal wijkteam (nodig) om meer collectief te werken en wat zijn hierin de kansen en belemmeringen?
DOCUMENT
Vanuit de Werkplaats sociaal domein volgt het Centrum voor samenlevingsvraagstukken van Viaa door middel van meerjarig onderzoek de ontwikkelingen van de sociale wijkteams in Zwolle en Elburg. In dit rapport krijgt het perspectief van de wijkbewoners aandacht. De hoofdvraat is: "Welke verwachtingen hebben wijkbewoners uit de Zwolse wijken Diezerpoort en Stadshagen en de Nijkerker wijken Corlaer en Nijkerkerveen van het sociaal wijkteam?"
DOCUMENT