Past research on designing for behavioural change mostly concerned linear design processes, whereas in practice, Agile design methods are increasingly popular. This paper evaluates the possibilities and limitations of using Agile design methods in theory-driven design for behavioural change. We performed a design case study, consisting of a student design team working on improving waiting experiences at Schiphol Airport security and check-in. Our study showed that Agile design methods are usable when designing for behavioural change. Moreover, the Behavioural Lenses toolkit used in the design process is beneficial in facilitating theory-driven Agile design. The combination of an Agile design process and tools to evidentially inform the design enabled the design team to formulate viable and interesting concepts for improving waiting-line experiences. However, limitations also occurred: a mismatch between the rate at which the Scream method proceeded and the time and momentum needed to conduct in-depth research.
MULTIFILE
Dit boek richt zich op de vraag welke perspectieven mantelzorgers hebben op de zorg die zij verlenen en op de relaties die zij onderhouden met zorgvragers en beroepskrachten. Om een antwoord te geven op deze vraag is literatuurstudie verricht en zijn diepte-interviews gehouden met mantelzorgers. Uit dit onderzoek blijkt dat mantelzorg betekenis geeft aan de relatie met de zorgvrager. Die relatie lijkt te gaan over loyaliteit, wederkerigheid en over geven en ontvangen in een familie. Opvallend is het spanningsveld bij de mantelzorgers. Aan de ene kant hebben mantelzorgers een grote bereidheid om mantelzorg te bieden vanuit loyaliteit met de zorgvrager. Aan de andere kant willen mantelzorgers invulling geven aan hun leven buiten die zorg. Het onderzoek geeft tevens handvatten aan beroepskrachten om relationeel en vraaggericht te werken met als vertrekpunt de ervaringen van de betrokkenen in de zorgsituatie. In dit boek zijn mantelzorgers zelf aan het woord. Zij vertellen over hoe zij zorg verlenen, wat voor hen voornaam is en waar zij mooie en moeilijke momenten ervaren.
Introduction: The health-promoting school (HPS) approach was developed by the World Health Organization to create health promotion changes in the whole school system. Implementing the approach can be challenging for schools because schools are dynamic organizations with each a unique context. Many countries worldwide have a health promotion system in place in which healthy school (HS) advisors support schools in the process of implementing the HPS approach. Even though these HS advisors can take on various roles to provide support in an adaptive and context-oriented manner, these roles have not yet been described. The current study aims to identify and describe the key roles of the HS advisor when supporting schools during the dynamic process of implementing the HPS approach. Methods: The study was part of a project in which a capacity-building module was developed for and with HS advisors in the Netherlands. In the current study, a co-creation process enabled by participatory research was used in which researchers, HS advisors, national representatives, and coordinators of the Dutch HS program participated. Co-creation processes took place between October 2020 and November 2021 and consisted of four phases: (1) a narrative review of the literature, (2) interviews, (3) focus groups, and (4) a final check. Results: Five roles were identified. The role of “navigator” as a more central one and four other roles: “linking pin,” “expert in the field,” “critical friend,” and “ambassador of the HPS approach.” The (final) description of the five roles was recognizable for the HS advisors that participated in the study, and they indicated that it provided a comprehensive overview of the work of an HS advisor in the Netherlands. Discussion: The roles can provide guidance to all Dutch HS advisors and the regional public health organizations that employ them on what is needed to provide sufficient and context-oriented support to schools. These roles can inspire and guide people from other countries to adapt the roles to their own national context.
Aanleiding De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat voor een grote opgave: er moet fors bezuinigd worden terwijl de kwaliteit van de zorg gehandhaafd moet blijven. Inzet van beeldcommunicatie kan hieraan een bijdrage leveren. Zorgverleners zijn echter niet of nauwelijks getraind op beeldcommunicatie. Ze zijn juist geoefend om subtiele signalen te interpreteren die via beeldcommunicatie niet of veel moeilijker waarneembaar zijn. Doelstelling De ambitie van het project is om GGZ-zorgverleners te ondersteunen bij het effectief inpassen van beeldbellen in de eigen zorgverlening. Daarvoor moeten de volgende drie doelen bereikt worden. 1. het verkrijgen van kennis en inzichten over de vraag waarom het (intensiever) inzetten van beeldbellen voor de GGZ-zorgverleners nu zo moeilijk is; 2. het omzetten van deze kennis en inzichten in producten die recht doen aan de complexiteit van de GGZ-problematiek en daarnaast praktisch toepasbaar zijn voor de drukbezette professional; 3. het verrijken van de opleidingen Verpleegkunde van deelnemende hogescholen Windesheim en Hanzehogeschool Groningen met modules en minoren waarin de verworven kennis en producten zijn geïntegreerd. De onderzoekers verzamelen data via diepte-interviews. Zij analyseren deze data met behulp van de affinity-diagrammingmethode. De resultaten van de analyses worden in workshops gedeeld met de GGZ-medewerkers en getoetst, om kennisuitwisseling en nadere vraagarticulatie te bevorderen. Beoogde resultaten De zorgverleners hebben behoefte aan praktische informatie en handvatten. De beoogde resultaten van het project zijn in eerste instantie een praktijkverhalenboek, video testimonials en checklists. Vervolgens kan daarop een e-learningmodule of MOOC en een serious game worden gebaseerd. Deze hulpmiddelen krijgen ook een plaats in het onderwijs van de verpleegkundeopleidingen van de deelnemende hogescholen.
Dit projectvoorstel richt zich op de mogelijkheden om met humanoïde service robots klanten in winkels op persoonlijk wijze te bedienen. De twee mkb-retailers Modehuis Blok en Berden Mode & Wonen hebben bij ons de vraag neergelegd of wij willen uitzoeken hoe service robots zouden kunnen worden ingezet om gepersonaliseerde service robot-klant interacties mogelijk te maken. Dankzij hun kunstmatige intelligentie hebben service robots de potentie om op autonome wijze met klanten te interacteren, data te verzamelen en te analyseren, te leren, en zich aan te passen. Dit biedt nieuwe kansen om persoonlijk met klanten om te gaan en om service business modellen te innoveren. Toegepaste kennis op dit gebied ontbreekt echter vooralsnog. Dit project zorgt op dit gebied voor een bijdrage door een antwoord te geven op de volgende centrale onderzoeksvraag: Welke klanten maken met wat voor beweegredenen gebruik van een service robot in de winkel die ze persoonlijk bedient, wat zijn de vereisten om dergelijke service robot-klant interacties mogelijk te maken, en hoe vertalen de klantbehoeften en vereisten zich in richtlijnen voor een ontwerp van gepersonaliseerde service robot-klant interacties? Het Centre for Market Insights van de Hogeschool van Amsterdam, de Social AI Group van de Vrije Universiteit Amsterdam, en TMO Fashion Business School willen deze vraag samen met de twee retailers beantwoorden. Daartoe zetten zij een combinatie van scenario onderzoek, personas onderzoek, mock-up onderzoek, en een Restricted Wizzard-of-Oz studie in. De opgedane kennis is van waarde voor de retail en fungeert voor het consortium tegelijkertijd als een eerste stap van een langdurig onderzoeksprogramma. Het project leidt tot de volgende uitkomsten: richtlijnen voor het ontwerp van gepersonaliseerde service robot-klant interacties, twee vakpublicaties, een methodieksectie van een academische publicatie, eindpresentatie aan modewinkeliers en studenten, en een eerste opzet voor een RAAK-mkb aanvraag.
Deze Top-up aanvraag sluit aan bij het RAAK-MKB project ‘Meer bezoekers naar mijn winkel: Winkelbezoek verhogen met innovatieve technologie’ (RAAK.MKB07.004). De resultaten van de vier werkpakketten van het RAAK-MKB project verschaffen mkb-winkeliers nieuwe inzichten hoe zij de innovatieve technologieën kunnen inzetten. Dit Top-up project is bedoeld om de doorwerking naar de beroepspraktijk te versterken. Tijdens de loop van het RAAK-MKB project zijn er vanuit de ShoppingTomorrow expertgroep Innovative Retail Technology en Future Proof Retail hiervoor plannen ontstaan. Onlangs heeft Retail Insiders in samenwerking met het Retail Innovation Platform, Future Proof Retail en de Rabobank besloten om deze plannen bij elkaar te brengen om samen één website op te zetten waar winkeliers in Nederland naar toe kunnen gaan om informatie over technologische innovaties te vergaren, een beslistool te gebruiken, en in contact te komen met mogelijke leveranciers. Dit sluit goed aan bij de integratie en kennisdisseminatie van werkpakket 5 van het RAAK project. Het is de bedoeling dat winkeliers via de website de uitkomsten van het onderzoek inzien en gebruik maken van een keuzeoptie waarmee zij technologie kunnen selecteren die bij hun winkel past. Retail Insiders heeft de HvA gevraagd of zij vanuit het RAAK-MKB project de krachten met bovengenoemde partijen wil bundelen door: a) een gedegen onderzoek onder mkb-winkeliers in Nederland op te zetten en uit te voeren om zo hun functionele wensen en behoeften in kaart te brengen als het gaat om de te ontwikkelen website, en b) de onderzoeksresultaten te vertalen in richtlijnen voor websiteontwerp. Op basis van deze richtlijnen zullen de bovengenoemde partijen de website bouwen en lanceren. Zodra de website is gelanceerd zullen o.a. de resultaten van de vier werkpakketten van het RAAK-MKB project via de website worden ontsloten. Door de krachten te bundelen wordt de doorwerking van de RAAK resultaten aanzienlijk vergroot.