Een onderzoek in opdracht van Focaris naar de positie en toekomstmogelijkheden van christelijke zorg in Nederland. Als vereniging van vooral gereformeerde zorgaanbieders bestrijkt Focaris een klein deel van de zorgmarkt. Deze zorgmarkt is sterk in ontwikkeling en bij de Focaris-leden leeft de vraag naar de positie van christelijke zorginstellingen in de toekomst. Bieden beleidsmatige, demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen nieuwe kansen of bedreigen ze de positie van christelijke zorgaanbieders? Hoe kunnen zorginstellingen het beste anticiperen op nieuwe ontwikkelingen? testwoord
DOCUMENT
In opdracht van de organisatoren van het congres Geloof in zorg hebben de lectoraten Verpleegkundige beroepsethiek en Zorg en spiritualiteit een onderzoek gedaan onder christenen in de zorg. De vraagstelling van het onderzoek was: Wat is het profiel van een christenzorgverlener, hoe verhoudt zich dat profiel tot de context waarin men werkzaam is, en welke toerustingsbehoefte vloeit daar uit voort? Een online vragenlijst is verspreid onder christenzorgverleners die lid zijn van christelijke beroepsorganisaties en onder studenten van christelijke MBO en HBO-instellingen. Christenzorgverleners zijn van mening dat er een relatie is tussen geloof en werk en zij putten inspiratie uit de directe zorgverlening en contact met patiënten.
DOCUMENT
Onderzoek naar de wensen en verwachtingen van huidige en toekomstige cliënten, hun kinderen en de medewerkers van een christelijke zorginstelling, met name ten aanzien van de invulling van de identiteit van de zorginstelling en de betrokkenheid van lokale kerken daarbij.
DOCUMENT
In samenwerking met het lectoraat Zorg en Zingeving van Hogeschool Viaa te Zwolle heeft een stuurgroep activiteiten voorbereid om met het verpleegkundig personeel aandacht te geven aan zingeving. Gedurende het jaar 2018 bevorderen zij via bijeenkomsten en een e-learningmodule bewustwording en deskundigheid. Bovendien zal een aantal verpleegkundigen fungeren als Aandachtsvelder Zingeving, zodat ook de borging in teamfunctioneren, methodisch handelen en multidisciplinaire samenwerking vorm krijgt. Tot slot zal met behulp van onderzoek en kennisdeling aandacht voor zingeving versterkt worden.
DOCUMENT
Op dit moment is 13% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder en is 3% 85 jaar of ouder. De gemiddelde levensverwachting voor mannen ligt op 77 jaar en voor vrouwen op 81 jaar. Voorspeld wordt dat de zogeheten vergrijzing rond 2040 zijn hoogtepunt bereikt. In dat jaar hoop ik mijn vijfenzeventigste verjaardag te vieren en zullen velen van u misschien wel tot de 85-plussers behoren. In dat jaar zal naar verwachting 23,5% van de bevolking 65-plus zijn. Daarvan zal het percentage 85-plussers een groter aandeel uitmaken dan nu. Al vanaf de oudheid bestaat er een tweeslachtige houding ten opzichte van ouderen: De ogen van de geest zien pas scherp als de ogen van het lichaam hun scherpte verliezen, schreef Cicero in de vierde eeuw voor Christus. Wanneer de rozen zijn afgevallen, veracht men de doornen, schreef Ovidius rond het begin van de christelijke jaartelling. Is de ouderdom nu een periode van achteruitgang, aftakeling, ziekte en verval? Of is het toch een periode van plezier, inzicht, macht en wijsheid? Hoe in een bepaalde periode naar ouderen wordt gekeken, is ook bepalend voor het Nederlandse overheidsbeleid. Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit beleid gericht op bescherming. Ouderen waren bejaarden voor wie gezorgd moest worden. Met het oog op meer samenhang in het zorgstelsel en op kostenbeheersing verschoof de aandacht vervolgens naar preventie en stimulering van zorg in eigen kring. Sinds de jaren negentig staat het beleid in het teken van het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van ouderen. Het beeld van ouderen is nu dat van een kritische consument die zelf keuzes en kostenafwegingen kan maken (Huijsman & De Klerk, 1997). De vraag is of dat ook aansluit bij de realiteit van mensen met een chronische ziekte. Binnen het Lectoraat Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met een chronische aandoening richten we ons op oudere chronisch zieken. Niet alleen omdat deze groep, zoals we u zullen laten zien, in kwantitatieve zin het grootste is maar ook omdat de zorg voor deze groep in kwalitatieve zin vaak ernstige hiaten vertoont. In deze openbare les willen wij pleiten voor een herbezinning op de professionele zorg voor chronisch zieke ouderen.
DOCUMENT
Lectorale rede van Bart Cusveller op 12 mei 2022.
MULTIFILE
Protocollair gestuurde zorg en individuele afstemming van verpleegkundige zorg lijken op gespannen voet te staan met elkaar, maar is dit ook zo? In de evidence-based practice (EBP) zijn drie componenten belangrijk voor een zorgvuldige besluitvorming: bewijs uit wetenschappelijk onderzoek, kennis over best practices en kennis over voorkeuren en waarden van zorgvragers. Veel belang wordt toegekend aan bewijs uit wetenschappelijk onderzoek dat vooral zichtbaar is in de toepassing in richtlijnen en protocollen. In de huidige regelgerichte zorg ligt veel nadruk op het naleven van die protocollen, veel minder aandacht gaat uit naar het afstemmen op de individuele voorkeuren van de patiënt.
DOCUMENT
Hart van Vathorst begon met een droom om een leefgemeenschap te realiseren. Vanaf 2015 heeft deze droom vorm gekregen. In Hart van Vathorst zijn twee zorginstellingen (Sprank en Accolade Zorggroep), een kinderopvang (Bzzzonder) en een kerk (Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt ‘de Ontmoetingskerk’) gevestigd. Dit rapport betreft de beantwoording door Viaa (Centrum voor Samenlevingsvraagstukken) van een aantal deelvragen met behulp van een herhalingsmeting onder wijkbewoners en kerkleden en via groepsgesprekken met mantelzorgers van inwonende cliënten. De hoofdvraag van het hele onderzoek is: Wat zijn effecten van het initiatief ‘Hart van Vathorst’ op familieleden, wijkbewoners en kerkleden, vergeleken met de in 2015 gehouden enquête? Uit zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve deelonderzoek vloeien diverse aanbevelingen voort. Deze richten zich op herbezinning op hoe de droom te verwezenlijken en op zichtbaarheid in de wijk. Informatievoorziening is een onderdeel daarvan. Het benutten van het reservoir aan (potentiële) vrijwilligers is van cruciaal belang. Deelnemers aan de groepsgesprekken geven veelal praktische, operationele tips.
DOCUMENT
Deze rede is als volgt opgebouwd. Eerst wil ik kort stilstaan bij de twee termen in de naamgeving van het lectoraat. Dat vormt de opmaat naar de onderzoeksfocus van het lectoraat, namelijk de morele dilemma’s waar sociale professionals in hun dagelijks werk mee te maken krijgen en hun morele oordeelsvorming. Ik zal het belang schetsen van dit tot op heden onderbelichte thema. Tot slot zal ik aangeven hoe we dit onderwerp de komende jaren in de schijnwerpers gaan zetten via de programmering van onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten.
DOCUMENT
Deze rede is als volgt opgebouwd. Eerst wil ik kort stilstaan bij de twee termen in de naamgeving van het lectoraat. Dat vormt de opmaat naar de onderzoeksfocus van het lectoraat, namelijk de morele dilemmas waar sociale professionals in hun dagelijks werk mee te maken krijgen en hun morele oordeelsvorming. Ik zal het belang schetsen van dit tot op heden onderbelichte thema. Tot slot zal ik aangeven hoe we dit onderwerp de komende jaren in de schijnwerpers gaan zetten via de programmering van onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten.
DOCUMENT