Deze publicatie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp ingeleid en wordt uitgelegd hoe deze publicatie tot stand is gekomen. In hoofdstuk 2 wordt een impressie gegeven van de verschillen en overeenkomsten tussen de ateliers. In hoofdstuk 3 gaat Mathijs Rutten, directeur Facility Management, in op de vraag wat er nodig is om al die ateliers ook echt een plekje te geven in de gebouwen van de hogeschool. Daarna komt in hoofdstuk 4 Siebren Baars aan het woord. Hij is - naast zijn functie als docent-onderzoeker - een ervaren architect die verschillende schoolgebouwen heeft ontwikkeld. Hij gaat in op rol die de fysieke onderwijsomgeving van gebouwen ateliers speelt in het onderwijs. De 31 ateliers zijn beschreven in hoofdstuk 5 en worden voorafgegaan door een inleiding van Frank Scholten. In hoofdstuk 6 beschrijven Roelien Wierda en Ron Barendsen hun ervaringen tijdens de ontwikkeling van het InnovationLab. Tenslotte gaat Gerry Geitz in hoofdstuk 7 in op de relatie tussen ateliers en Design Based Education
In de omgeving van de lerarenopleidingen zijn veel stakeholders en intermediaire organisaties actief die van invloed zijn op of ondersteunend (willen) zijn voor het werk van lerarenopleiders. Door de grote diversiteit van kennisgebieden en van organisaties en stakeholders is er geen sprake van een eenduidige kennisinfrastructuur die de totale kennis rond het opleiden van leraren ontsluit. Dat maakt het lastig voor (beginnende) lerarenopleiders om kennis en informatie eenvoudig te vinden en om goed op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen. Doel van dit hoofdstuk is om lerarenopleiders meer wegwijs te maken in het vinden van voor hun werk relevante organisaties en bronnen. Dit hoofdstuk1 begin met een inleiding hoe je je tot dit externe netwerk kunt verhouden. Vervolgens wordt in drie blokken een uitgebreid overzicht gegeven van organisaties en bronnen. Eerst wordt ingegaan op de professionele en (vak) inhoudelijke landelijke infrastructuur: de activiteiten van de Vereniging Lerarenopleiders Nederland en algemeen professionaliseringsaanbod voor lerarenopleiders; de infrastructuur rond schoolvakken en vakdidactiek met portals op het terrein van algemene opleidingsdidactiek, samen opleiden, onderwijsinnovatie en onderwijsonderzoek. Het tweede blok verwijst naar (digitale) bronnen betreffende de beleidsmatige infrastructuur van lerarenopleidingen, speciale opleidingstrajecten en de kaders in wet- en regelgeving. Het laatste blok geeft informatie over relevante internationale organisaties en voor lerarenopleiders relevante tijdschriften.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
Om complexe maatschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden is het een voorwaarde dat professionals op school, in de wijk en rond het gezin goed samenwerken. Dit vraagt om innovatie van de bestaande infrastructuur waarbinnen professionals worden opgeleid. Hierbij is de koppeling met onderzoek, specifiek rondom het thema ‘boundary crossing’, essentieel. Doel Het doel van het project is het creëren en onderzoeken van deze innovatieve opleidings-en professionaliseringsinfrastructuur door het vormgeven van professionele leernetwerken (PLN’s) in Utrecht en Amersfoort. Resultaten Binnen een PLN wordt een leer-en onderzoeksomgeving gecreëerd waarin opleiden, professionaliseren, onderzoeken en innoveren verbonden zijn: Studenten uit het sociaalpedagogisch en educatieve domein werken samen aan complexe vraagstukken en tonen hun leeruitkomsten Opleiders vormgeven de (blended) leeromgeving binnen het PLN Praktijkprofessionals werken binnen het PLN aan de verbetering van hun eigen professioneel handelen Onderzoekers verwerven kennis met betrekking tot boundary crossen en de inhoudelijke vraagstukken waaraan binnen het PLN wordt gewerkt. Podcast Een leven, een verhaal, een kind, maar met bijvoorbeeld de leerkracht, de zorgcoördinator, de psycholoog, de wijkagent, de jongerenwerker, de pedagoog cirkelen er soms wel tien professionals om dat kind heen. Naast natuurlijk de eigen familie en allemaal kijken ze door hun eigen bril. In de serie Bruggenbouwers en Grensverleggers kijken we naar wat de raakvlakken zijn tussen al die professionals en wat ze van elkaar kunnen leren. De serie volgt drie verhalen uit de praktijk waarbij de verschillende partijen betrokken zijn Met deze podcastserie willen we de dialoog op gang brengen over interprofessioneel samenwerken. Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2025 Aanpak De PLN’s zullen worden ontwikkeld door het uitvoeren van participatief actieonderzoek. Aan de hand van concrete casuïstiek uit de dagelijkse praktijk van professionals (in opleiding) die deelnemen aan het PLN worden, kortcyclisch, de verschillende stappen van actieonderzoek doorlopen. Relevantie Het project levert inzicht op in hoe je op een revolutionare wijze kan kijken naar het opleiden van professionals binnen het educatieve, pedagogische en sociale domein. Downloads en links Cofinanciering Financiering komt vanuit de HU-Profileringsmiddelen (Expertisegebied Samen Lerend).
Unieke, onderscheidende en kwalitatief hoogwaardige opleidingen van vier kennisinstellingen (HAN, Van Hall Larenstein, ArtEZ en ROC Rijn IJssel) maken Arnhem tot een echte studiestad. Via de City Deal Kennis Maken zoeken we in Arnhem de samenwerking meer op en benutten we elkaars afzonderlijke kwaliteiten optimaal. Zo vormen we in Arnhem gezamenlijk steeds meer een learning community. Via verschillende labs in de stad (Presikhaaf en het Spijkerkwartier) en regio (Westervoort) werken we op een interdisciplinaire manier samen om creatieve en innovatieve oplossingen te vinden voor lokale maatschappelijke opgaven. We richten ons hierbij op twee grote thema's: kansengelijkheid en duurzaamheid. Studenten, docenten en onderzoekers werken hierbij samen met wijkbewoners, maatschappelijke organisaties, overheid en bedrijfsleven. Door deze nieuwe manier van samenwerken willen we niet alleen 'kennis maken' die ten goede komt aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, maar ook 'kennis maken' over deze nieuwe en uitdagende manier van samenwerken. Want multilevel (MBO-HBO-WO) samenwerken, hoe doe je dat eigenlijk?; en hoe maak je kennis zichtbaar?; en hoe creëer je maatschappelijke impact? Om antwoorden op dit soort vragen te vinden verbinden we nadrukkelijk onderzoek aan onze manier van samenwerken. De uitkomsten van dit onderzoek moeten in de eerste plaats ten goede komen aan het verbeteren van onze manier van samenwerken. De opbrengsten van het onderzoek vloeien dus rechtstreeks weer terug in onze learning community, in de vorm van verbeterde samenwerking tussen de kennisinstellingen en andere betrokken partners, nieuwe onderwijsinnovaties en slimmere oplossingen voor maatschappelijke problemen. Daarnaast vinden we het belangrijk om de uitkomsten en opbrengsten van dit onderzoek te delen met een groot publiek. Op deze manier vormen we een steeds hechtere, lerende gemeenschap die in staat is om kwalitatief hoogwaardig en toekomstbestendig onderwijs aan te bieden, kennis zichtbaar te maken en impact te creëren.