Voor onderwijs dat competentiegerichtheid, leren leren en de student centraal stelt, is zoeken naar passende wijzen van toetsing een actueel en prangend vraagstuk. Daarbij moet de toetsing van de gehele opleiding een coherent en consistent geheel vormen, dat past bij de onderwijsvisie en het curriculum. Voor het opstellen van een toetsplan bestaat geen eenvoudig algoritme. Wel is een stappenplan ontwikkeld om een toetsplan op te stellen in een bepaalde, beproefde volgorde. In de praktijk is er echter geen sprake van een rechtlijnig en iinduidig traject. Sommige stappen vergen weinig aandacht, andere krijgen extra accent en dat is afhankelijk van het eindresultaat dat een opleiding wil bereiken. Het maken van een toetsplan kent zeven stappen: 1 Geef redenen voor toetsplanontwikkeling en bepaal de aanpak en het resultaat. 2 Stel de kaders vast waarbinnen het toetsplan inhoud moet krijgen. 3 Maak keuzes bij strategische, inhoudelijke vragen. 4 Geef de kwaliteitseisen bij de toetsing aan en de normering en kwaliteitsborging. 5 Bepaal de organisatorische randvoorwaarden. 6 Stel het toetsplan op. 7 Schrijf de verantwoording bij het toetsplan.
MULTIFILE
Hoewel het belang van leiderschap in hybride werken wordt erkend, ontbreekt nog een concreet kader voor hybride leiderschap in competentieprofielen. Aan de hand van een uitgebreid internationaal literatuuronderzoek heeft onderzoeker/docent management & organisatie Wouter Smit een verkenning gemaakt van hoe dit profiel eruit kan zien.
LINK
HBO studenten gaan vaak niet kritisch om met informatiebronnen en hebben moeite met het beoordelen en verwerken van informatie. Dit heeft zijn weerslag op de kwaliteit van hun producten. De eisen vanuit de overheid ten aanzien van het gewenste afstudeerniveau worden echter steeds strenger. Zijn studenten wel voldoende informatievaardig? En hoe staat het met hun onderzoekend vermogen? Hogeschoolbibliotheken strijden al jaren voor een stevige verankering van informatievaardigheid in het curriculum, bijvoorbeeld door in trainingen en workshops aansluiting te zoeken bij verschillende (onderzoek)leerlijnen. Bij het Instituut ICT van de Faculteit Natuur & Techniek (FNT) Hogeschool Utrecht (HU) zien het management en de docenten in toenemende mate het belang in van structurele onderwijsondersteuning door informatiespecialisten van de HU bibliotheek (HUB). In een kwalitatief ontwerponderzoek is nader onderzocht hoe de HUB zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van de competentie informatievaardigheid van ICT bachelor studenten. Met behulp van de literatuur zijn de bouwstenen voor een adviesrapport aangeleverd. Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat er vooral in het tweede en derde leerjaar behoefte is aan inbedding van instructies en trainingen in het curriculum. Hierbij is integratie in de nieuwe leerlijn Professional Skills één van de aanbevelingen. Een andere conclusie is dat de instructies en workshops van de HUB nog beter kunnen aansluiten bij de onderzoeksmethodiek en specifieke bronnen die worden gebruikt bij het Instituut ICT. Tenslotte is HUB ondersteuning bij het toetsen van informatievaardigheid een belangrijk issue. 1
Kunstenaars en andere ‘creatieven’ vinden steeds moeilijker betaalbare werkruimte. Atelierstichtingen en broedplaatsorganisaties zitten klem tussen oplopende kosten, teruglopende subsidies en de structureel zwak-ke inkomenspositie van de hurende kunstenaars. Een manifest van Platform BK, dat beeldend kunstenaars vertegenwoordigt, en de KunstenBond agendeert dit vraagstuk. Een bijkomend probleem vormt de hoogspan-ning op de vastgoedmarkt, waardoor panden zeer gewild zijn bij projectontwikkelaars en gemeenten geneigd zijn om voor de panden die zij aan deze organisaties verhuren andere draagkrachtigere huurders te zoeken. Medewerkers en management van broedplaatsorganisaties staan voor de uitdaging om hun businesscase maatschappelijk en financieel te verduurzamen. Dit vraagt om nieuwe waardeproposities en herpositionering ten opzichte van de gemeente en andere publieke en private stakeholders. Ook het profiel van de broed-plaatsprofessional verandert. Ontwikkelaars van broedplaatsen zijn veelal geleidelijk in hun organiseren-de/coördinerende rol gegroeid. Het speelveld van stedelijke (gebieds)ontwikkeling waarop zij opereren is echter dynamisch. De broedplaatsprofessional krijgt steeds nadrukkelijker de positie van stedelijke kwartiermaker: een nieuwe, hybride rol op het snijvlak van vastgoed, cultuur, welzijn en ruimtelijk(-economisch)e ontwikkeling. Dit project beoogt broedplaatsorganisaties te voeden met (bedrijfs-)strategieën om hun businessmodel toe-komstbestendig te maken en deze te vertalen naar benodigde competenties voor de betrokken professionals. Alleen zo kunnen zij blijven bijdragen aan de politiek gewenste levendige en veelkleurige stad, waar mensen graag wonen en bedrijven zich graag vestigen. Veel onderzoek onderbouwt dat steden die investeren in cultuur economisch beter presteren. Daarbij gaat het niet alleen om toptheaters en –musea maar juist ook om innova-tie en creativiteit ‘van onderop’. Fontys Hogescholen gaat deze problematiek onderzoeken met inzet van een breed consortium creatieve ver-zamelgebouwen, netwerk- en kennispartners. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ate-liergebouwen/broedplaatsen, 4.700 werkruimten en honderdveertig professionals. De broedplaatsenproble-matiek speelt bovendien in vrijwel alle G40-steden, hetgeen de resultaten van dit project potentieel relevant maakt voor honderden professionals bij gemeenten, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren.
City Deal Nijmegen wil een versnelling tot stand brengen in het oplossen van maatschappelijke opgaven van de stad door onderzoekers, docenten en studenten hierbij grootschalig te betrekken. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, de Radboud Universiteit en de gemeente Nijmegen hebben zich vanaf 2017 tot doel gesteld om (vaak al bestaande) samenwerking te verduurzamen door het beter ontsluiten en verbinden van succesvolle initiatieven waardoor er een rijke leeromgeving voor studenten kan ontstaan. Onze ambitie is dat over tien jaar een instrumentarium beschikbaar is waarmee kennisinstellingen en gemeente via een interdisciplinaire en multilevel aanpak, in gezamenlijkheid werken aan (grote) maatschappelijke thema’s. De belangrijkste uitdagingen voor de komende twee jaar zijn: 1. Meer interdisciplinair en multilevel maken van onderwijsprojecten 2. Deze projecten op een duurzame en longitudinale manier inbedden in het reguliere onderwijs. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, investeren wij de komende twee jaar op twee manieren in een toekomstbestendige en logische infrastructuur binnen de inhoudelijke thema’s zoals deze zijn vastgesteld in de strategische agenda: 1. Wij investeren in onderwijsinnovatie via een impulsfinanciering; bestaande succesvolle onderwijsprojecten worden verder verspreid over de stad Nijmegen, projecten worden méér interdisciplinair en mulitlevel, projecten worden bij meer opleidingen steviger ingebed in het onderwijs. 2. Wij investeren in netwerk governance; kennisdeling, verbinding, communicatie en onderzoek zijn essentieel bij het opbouwen van een werkend en succesvol instrumentarium.
Werken in sociale wijkteams vraagt om integrale aanpak van professionals die zowel wat betreft niveau (mbo/hbo/wo) als vakinhoud (zorg/onderwijs) diverse achtergronden hebben. Daarvoor zijn zowel vakspecifieke competenties nodig, alsook vaardigheden om verbindingen te leggen tussen werelden van onderwijs en zorg, en in wijkteams rondom kind en gezin effectief en resultaatgericht samen te werken. Opleidingsprogramma’s in mbo, hbo en wo voor pedagogiek en educatie zijn nog onvoldoende toegerust om studenten voor te bereiden op deze integrale werkwijze. Geïnspireerd door CDKM en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt willen onderwijsinstellingen in onze regio daarom de samenwerking van docenten/studenten van verschillende opleidingen en onderzoekers bij grootstedelijke thema’s in het sociale domein bewerkstelligen. Ze zoeken naar mogelijkheden om via projectonderwijs rijke leeromgevingen in te richten waarin studenten multilevel en interdisciplinair leren samenwerken, in verbinding met professionals in het onderwijs, de zorg en de gemeente. Vanuit dit gedeelde urgentiebesef worden er binnen leerwerkplaatsen in Nijmegen gemeenschappelijke leeractiviteiten aangeboden die: • recht doen aan expertise en leerdoelen van studenten van verschillende opleidingen, • invulling geven aan de maatschappelijke opdracht die opleidingen/instituten willen vervullen (zoals verwoord in de strategische agenda van CDKM Nijmegen), • verbindingsmogelijkheden tussen opleidingen verkennen, door te kijken naar doorgaande lijnen in curricula, eindtermen, entree-eisen, om zo de doorstromingsmogelijkheden van studenten te bevorderen, • als voorbereiding kunnen dienen voor deelname aan multi/inter/transdisciplinaire teams in het werkveld van zorg en onderwijs. Het onderzoek betreft de volgende vragen: 1. Wat is de perceptie van studenten, docenten en wijkprofessionals op interdisciplinair en multilevel leren in de context van het sociale domein? 2. In welke mate zijn studenten van verschillende opleidingen succesvol in het behalen van hun leerdoelen in deze onderwijsvorm, zowel op het gebied van vakspecifieke als generieke kennis en vaardigheden?