The Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework, launched during the United Nations Biodiversity Conference in December 2022, encourages governments, companies and investors to publish data on their nature-related risks, dependencies and impacts. These disclosures are intended to drive businesses to recognise, manage and mitigate their reliance on ecosystem goods and services. However, there is a ‘biodiversity blind spot’ that is evident for most organisations and business schools. Business education rarely addresses the root causes of biodiversity loss, such as the unsustainable exploitation of natural resources. As the dominant positioning of Education for Sustainable Development Goals (ESDG) presents biodiversity in anthropocentric instrumental terms inadequate for addressing ecosystem decline, we posit that a more progressive and transformative ecocentric education through ecopedagogy and ecoliteracy is needed. Both approaches include the development of critical thinking about degrowth, the circular economy and conventional stakeholder theory to include non-human stakeholders. Using comparative case studies from Northumbria University, the University of Hong Kong and Amsterdam University of Applied Sciences, we illustrate how business education can be transformed to address biodiversity loss, providing theoretical guidance and practical recommendations to academic practitioners and future business leaders.
Sinds september 2015 is de ‘business rule management wereld’ / ‘decision management wereld’ weer een standaard rijker: The Decision Model and Notation (DMN). De Object Management Group (OMG) heeft deze nieuwe standaard uitgebracht met als doel een standaardtaal te creëren om 1) requirements voor beslissingen en 2) de beslissingen zelf te modelleren. De adoptie van DMN heeft een wat lange aanloop gehad, maar begint nu serieuze vormen aan te nemen. Om deze reden brengen wij een vierdelige serie over DMN en het gebruik van DMN uit. In dit deel (deel 3) wordt er verder gegaan met stap 4. Wat zijn de benodigde feittype om de beslissing te nemen?
LINK
Size measurement plays an essential role for micro-/nanoparticle characterization and property evaluation. Due to high costs, complex operation or resolution limit, conventional characterization techniques cannot satisfy the growing demand of routine size measurements in various industry sectors and research departments, e.g., pharmaceuticals, nanomaterials and food industry etc. Together with start-up SeeNano and other partners, we will develop a portable compact device to measure particle size based on particle-impact electrochemical sensing technology. The main task in this project is to extend the measurement range for particles with diameters ranging from 20 nm to 20 um and to validate this technology with realistic samples from various application areas. In this project a new electrode chip will be designed and fabricated. It will result in a workable prototype including new UMEs (ultra-micro electrode), showing that particle sizing can be achieved on a compact portable device with full measuring range. Following experimental testing with calibrated particles, a reliable calibration model will be built up for full range measurement. In a further step, samples from partners or potential customers will be tested on the device to evaluate the application feasibility. The results will be validated by high-resolution and mainstream sizing techniques such as scanning electron microscopy (SEM), dynamic light scattering (DLS) and Coulter counter.
Ruimte voor werk in de stad houden of krijgen, is voor MKB-ers problematisch. Dat ervaart het MKB en wordt onderkend door de gemeenten. Met alle aandacht voor woningbouw, dreigt de ruimte voor werk tussen wal en schip te vallen. Uit eerder onderzoek blijkt dat om verschillende redenen behoud en ontwikkeling van werkruimten in onze steden essentieel is om maatschappelijke opgaven aan te pakken. Specifiek uitdagend voor ondernemers is hoe zij in de gebiedsontwikkeling – die veelal de transformatie van monofunctioneel bedrijventerrein naar stadswijk met wonen behelst – een positie krijgt. Beloftevol zijn de collectief georganiseerde vormen van bedrijfshuisvesting die eveneens bijdragen aan de economische en duurzame stedelijke ontwikkeling, dikwijls ontstaan op plekken die in transformatie zijn. In ons onderzoek verkennen we alternatieve wijzen van exploitatie en ontwikkeling van gebouwen en gebieden vanuit de kracht van het lokale MKB. Twee gebieden staan centraal: het Rotterdamse Keilekwartier en Utrechtse Werkspoorkwartier. Hier maken MKB-ers als collectief ruimte voor werk en beïnvloeden de procesgang van gebiedsontwikkeling. Om de praktijkvraag ‘Hoe kan locatiegebonden collectief ondernemerschap bijdragen aan de procesgang van gebiedsontwikkeling en ook ruimte voor werk veiligstellen?’ te beantwoorden gaan we stapsgewijs het concrete praktijkgeval in context verkennen, beginnende in de Rotterdam. Omdat het een opschalingsvraagstuk betreft, willen we praktijklessen te leren door te variëren in de context. Vervolgens verbinden we de twee praktijkgevallen onderling, om te eindigen met een sessie waarin ook de context van een vijftal gemeentelijke overheden wordt ingebracht. De praktijkvraag raakt aan verschillende praktijken: ruimtelijke ontwikkeling; vastgoed; economisch beleid en het gemeentelijk instrumentarium. Hiertoe bundelen we kennis uit drie lectoraten van drie hogescholen. Het is een opmaat voor een langdurige samenwerking op het thema ruimte voor werk. De inzichten voor onze praktijken uit de KIEM ontsluiten we in een open acces whitepaper.
Ondernemerschap is een krachtige manier om maatschappelijke opgaven aan te pakken en brede welvaart in de regio te stimuleren. Als Brabantse kennisinstellingen werken we samen met Provincie Noord-Brabant aan kennisontwikkeling over ondernemen met een positieve maatschappelijke impact. We doen dit middels de volgende projecten:1. Brabant Impact Class - Wie zijn de impact ondernemers in Brabant en waar lopen zij tegenaan? In dit project brengen we zoveel mogelijk ondernemingen in beeld die bijdragen aan impact. We vragen hen naar de kansen die ze zien en de belemmeringen die zij ervaren. We koppelen hun vragen aan studenten en docenten. Zij ondersteunen deze ondernemers op hun beurt weer in allerlei vakken en projecten – en dat draagt weer bij aan ons inzicht in impact ondernemen.2. Case Based Learning - We laten aansprekende voorbeelden van Brabantse impact ondernemers te laten zien in het onderwijs. Van deze voorbeelden van onze alumni worden cases ontwikkeld die vervolgens een plek krijgen in verschillende onderwijsprogramma’s. Zo vergroten wij de ondernemersdrive bij studenten en mogelijk ook het aantal studentondernemers.3. Businessmodel Ontwikkeling met Impact - Welke ondernemingen in Noord-Brabant zijn succesvol in het creëren van impact? Wat doen zij en wat kunnen anderen ervan leren? En tegen welke belemmeringen lopen zij aan? Dit project maakt succes- en faalfactoren inzichtelijk en deelbaar.4. Geld met Impact: Wie laat startups duurzaam groeien? - De startende en groeiende impact ondernemers en investeerders met ESG-drijfveren lijken elkaar niet goed te vinden. Dit project richt zich op het onderzoeken van de financiële kant van het ecosysteem. Hoe zijn investeringen van private en publieke partijen in startups, scale-ups en sociale ondernemingen een stimulans voor ondernemerschap met maatschappelijke impact en brede welvaart?5. Kennisecosysteem - We willen de kennis over impact ondernemen zoveel mogelijk van waarde laten zijn in Brabant. Dit doen we door ontmoetingen te organiseren voor impact ondernemers, studenten ondernemers, docenten ondernemerschap en begeleiders en coaches. Ook delen we de inzichten van het onderzoek.Deze ‘nieuwe’ kennis zetten we om in werkbare principes voor ondernemers (in spé). Dit doen we in samenwerking met impact ondernemers in de regio en aanbieders van ondersteuning. Zo werken we samen toe naar het inzetten van hoogwaardige Brabantse kennis voor de maatschappij van morgen.