Purpose: This study aims to capture the complex clinical reasoning process during tailoring of exercise and dietary interventions to adverse effects and comorbidities of patients with ovarian cancer receiving chemotherapy. Methods: Clinical vignettes were presented to expert physical therapists (n = 4) and dietitians (n = 3). Using the think aloud method, these experts were asked to verbalize their clinical reasoning on how they would tailor the intervention to adverse effects of ovarian cancer and its treatment and comorbidities. Clinical reasoning steps were categorized in questions raised to obtain additional information; anticipated answers; and actions to be taken. Questions and actions were labeled according to the evidence-based practice model. Results: Questions to obtain additional information were frequently related to the patients’ capacities, safety or the etiology of health issues. Various hypothetical answers were proposed which led to different actions. Suggested actions by the experts included extensive monitoring of symptoms and parameters, specific adaptations to the exercise protocol and dietary-related patient education. Conclusions: Our study obtained insight into the complex process of clinical reasoning, in which a variety of patient-related variables are used to tailor interventions. This insight can be useful for description and fidelity assessment of interventions and training of healthcare professionals.
MULTIFILE
"Het thema ‘resonanties’ van Creatieve Therapie staat centraal. Maar hoe valt dat resoneren filosofisch te begrijpen? Twee aspecten ervan worden belicht: een inhoudelijke en een organisatorische. Wat betreft de inhoudelijke kant wordt gepleit voor een specifiek denken van relationele lichamelijkheid in de verhouding therapeut-cliënt bij het inzetten van kunstzinnige therapie. Daartoe passeren verschillende Franse denkers de revue: Merleau-Ponty (fenomenologie) en Nancy respectievelijk Lyotard (differentiedenken). Wat betreft de organisatorische kant wordt betoogd dat even zo goed sprake kan zijn van resonanties van creatieve therapie. De etymologie van het woord ‘organiseren’ wijst al in die richting. Denken in metaforen is dan nodig. Aldus wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een onderliggende filosofie van de betekenis en het belang van kunstzinnige therapie, in het bijzonder haar resoneren. Voorgesteld wordt, om daarbij uit te gaan van het filosofische concept van lichamelijke verbondenheid in beweging." - Uit het programma
Bespreking van onderzoek van Erik Danen in ‘Waar wij trots op zijn. De ontdekkingen van 2011’ van de Universiteit Leiden Faculteit der Wiskunde & Natuurwetenschappen. Celbioloog Erik Danen doet onderzoek naar de verwoestende – maar in evolutionaire termen ook wonderlijke – strategieën van de kankercel. Met welke trucs verspreiden kankercellen zich door het lichaam? Hoe overleven ze een aanval van een chemokuur? En hoe wrang is het dat de één procent cellen die de therapie overleeft vervolgens dubbelhard terugslaat.
Aanleiding: De belangstelling voor gezonde en veilige voeding is groot. Bij de gezondheidseffecten van voeding spelen de darmen een cruciale rol. Verschillende soorten bedrijven hebben behoefte aan natuurgetrouwe testmodellen om de effecten van voeding op de darmen te bestuderen. Ze zijn vooral op zoek naar modellen waarvan de uitkomsten direct vertaalbaar zijn naar het doelorganisme (de mens of bijvoorbeeld het varken) en die niet gebruikmaken van kostbare en maatschappelijke beladen dierproeven. Doelstelling Het project 2-REAL-GUTS heeft als doel om twee innovatieve dierproefvrije darmmodellen geschikt te maken voor onderzoek naar voedingsconcepten en -ingrediënten. De twee darmmodellen die worden toegepast zijn darmorganoïden, minidarmorgaantjes bestaande uit stamcellen, en darmexplants bestaande uit hele stukjes darm verkregen uit relevante organismen. Beide modellen hebben potentieel heel uitgebreide toepassingsmogelijkheden en hebben ook grote voordelen ten opzichte van de huidige veelgebruikte cellijnen, omdat ze meerdere in de darm aanwezige celtypen bevatten en uit verschillende specifieke darmregio's te verkrijgen zijn. Gezamenlijk gaan de partners werken aan: 1) het aanpassen van de kweekomstandigheden zodat darmmodellen geschikt worden om de vragen van partners te beantwoorden; 2) het vaststellen van de toepassingsmogelijkheden van de darmmodellen door verschillende stoffen en producten te testen. Beoogde resultaten Kennisconferenties, publicaties en exploitatie van de modellen zullen zorgen voor het verspreiden van de opgedane kennis. Omdat het project gebruikmaakt van moderne, op de toekomst gerichte laboratoriumtechnieken (kweekmethoden met stamcellen en vitaal weefsel, moleculaire analyses en microscopie), leent het zich uitstekend om geïmplementeerd te worden in het hbo-onderwijs. Als spin-off zal het project dan ook voorzien in een specifieke, voor Nederland unieke hbo-minor op het gebied van stamcel- en aanverwante technologie (zoals organ-on-a-chiptechnologie).
Longtumoren waaraan een ROS1 genherschikking ten grondslag ligt worden op dit moment behandeld met ROS1-specifieke tyrosine kinase remmers (TKIs). Hoewel TKI-therapie zeer succesvol is en weinig bijwerkingen geeft ten opzichte van chemotherapie, wordt uiteindelijk in alle patiënten ziekteprogressie waargenomen door therapie-resistentie van het tumorweefsel. Moleculaire veranderingen in de tumor liggen ten grondslag aan deze resistentie. Welk effect een specifieke mutatie heeft op de gevoeligheid van de tumor voor andere TKIs is grotendeels onbekend. In dit project zullen wij ROS1-tumorcelmodellen ontwikkelen met gerichte resistentie-mutaties tegen de TKIs Lorlatinib en Repotrectinib. Deze cellijnen zullen gebruikt worden om de effectiviteit van de klinische beschikbare TKIs te bestuderen. De kennis over de gevoeligheid van cellijnen met specifieke resistentiemutaties voor de beschikbare TKIs zal de diagnostiek rondom TKI-resistentie en de gepersonaliseerde behandeling van ROS1-positieve longkankerpatiënten verbeteren. Dit project is een samenwerking tussen de Hanzehogeschool, het Universitair Medisch Centrum Groningen en de nationale en internationale patiëntenorganisaties ‘Stichting Merels Wereld’ en de ‘ROS1ders’ respectievelijk. Het project is ingebed in de onderzoekslijn Bioactivity and Health binnen het Kenniscentrum Biobased Economy en het Instituut voor Life Science & Technology van de Hanzehogeschool en past uitstekend binnen de ambities van het kenniscentrum om zich op het Thema ‘(Positive) Health’ verder te ontwikkelen.
Een slokdarmoperatie heeft een grote impact op de fysieke gesteldheid. Dat, terwijl patiënten met slokdarmkanker vaak al een verminderde fitheid en voedingstoestand hebben. Het PRIOR-project richt zich op verbetering van fitheid en voedingstoestand voor de operatie, om het herstel daarna te bevorderen.Doel In dit project hebben we samen met diëtisten en fysiotherapeuten een zorgprogramma ontwikkeld voor patiënten met slokdarmkanker die nog geopereerd moeten worden. Het doel hiervan is het verbeteren van de fysieke fitheid en het vergroten van de kans op een goed herstel na de operatie. Resultaten Vanuit de deelnemende ziekenhuizen hebben in totaal 248 patiënten aan het project meegedaan. In de periode voorafgaand aan de operatie zien we dat de fitheid van patiënten tijdens chemotherapie en bestraling eerst fors daalt. Tijdens de daarop volgende gecombineerde trainings- en voedingsinterventie lukt het patienten goed om hun conditie weer te verbeteren, veelal tot boven hun beginniveau. Drie maanden na de operatie zien we dat de conditie van patienten nog fors verminderd is. Deze resultaten hebben we gepresenteerd op het internationaal congres oncologiefysiotherapie 2021. Patienten en zorgverleners zijn positief over de nieuwe zorg. Het trainen voorafgaand aan de operatie is veelal goed haalbaar.• Patiënten voeren de preoperatieve training op verschillende manieren uit, waarbij we een fitte, een fragiele en een vermoeide groep kunnen onderscheiden. Meer informatie over deze groepen is te vinden in een presentatie, welke gepubliceerd is op het wereldcongres fysiotherapie 2021. Meer resultaten van het onderzoek volgen in het najaar van 2021. De resultaten zullen worden gepubliceerd in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften en gepresenteerd op (inter)nationale congressen en symposia Looptijd 01 mei 2017 - 01 januari 2023 Aanpak In het PRIOR-project hebben we samen met diëtisten en fysiotherapeuten vanuit de betrokken ziekenhuizen een nieuw zorgprogramma ontwikkeld en geïmplementeerd als nieuwe standaardzorg. Vanuit de ziekenhuizen is er daarnaast gewerkt aan een netwerk met eerstelijns (oncologisch gespecialiseerde) fysiotherapeuten, om patiënten optimaal te kunnen verwijzen voor de training. Met behulp van de verzamelde behandelgegevens onderzoeken we het herstel van patiënten na een slokdarmoperatie en de factoren die dit beïnvloeden. Met deze kennis willen we de zorg verder optimaliseren. Daarnaast kijken we naar mogelijkheden voor structurele financiering en maken we een plan voor uitbreiding van de nieuwe zorg in geheel Nederland. Binnen dit project werken we veel samen met studenten vanuit verschillende opleidingen, die in het kader van hun afstudeeronderzoek bij ons onderzoek aansluiten. Downloads en links