Een holistisch perspectief op binnenstedelijke herontwikkeling Spatial Planning http://www.uu.nl/agenda/promotie-een-holistisch-perspectief-op-binnenstedelijke-herontwikkeling Promovendus Rien van Stigt onderzoekt waarom het moeilijk is om milieukwaliteit een prominente plaats te geven in de besluitvorming over ruimtelijke plannen. In zijn proefschrift ontwikkelt hij een holistisch perspectief op het complexe proces van compacte binnenstedelijke herontwikkeling. De kwaliteit van de stedelijke leefomgeving is essentieel in duurzame stedelijke ontwikkeling. Die kwaliteit staat met name bij compacte binnenstedelijke herontwikkeling onder druk, en daarom is milieukwaliteit een belangrijke factor in het plannen van zulke ontwikkelingen. Uit de literatuur over de integratie van milieubeleid blijkt dat dit, vooral op lagere bestuurlijke niveaus, niet altijd goed lukt. Er is nog geen overtuigende verklaring waarom dit zo is. Promotor(es): Prof.dr. P.P.J. Driessen en Prof.dr. T.J.M. Spit
Den Haag heeft duinen en paleizen, heeft een hofvijver en een tribunaal. Maar naast dit alles is er meer. Er staat zo'n kwart miljoen woningen, er zijn winkels en er zijn bedrijventerreinen. Over het grootste bedrijventerrein van Den Haag, de Binckhorst, gaat dit rapport. Het is een centraal gelegen gebied in Den Haag, zo'n 130 hectare groot. Het gebied mag zich de laatste jaren verheugen in veel aandacht van stedelijke beleidsmakers. De Binckhorst is een grote toekomst toegedicht met een groot aantal nieuwe woningen, een park, kantoren, winkels, verbetering van de verkeersverbindingen en nog veel meer. Ook is er reden om bij vernieuwing van het gebied te zoeken naar verbetering van duurzaamheid (waaronder CO2-uitstoot en energievoorziening). Met een groot accent op binnenstedelijke woningbouw kan ook de druk op verdere stadsuitleg worden verzacht. In het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool willen we meer weten hoe in Den Haag de maatschappelijke vraagstukken leven en aangepakt worden. Eerder (2000) was het lectoraat betrokken bij de vraag hoe de Binckhorst zich zou kunnen ontwikkelen tot een duurzaam bedrijventerrein. In de publicatie 'Zeker in de stad'(2008) keken we naar de vernieuwing van Den Haag Zuidwest. In de aanpak van Haagse krachtwijken (zoals de Schilderswijk en Transvaal) speelt de vraag wat de lokale overheid in het samenspel met andere partijen vermag om vraagstukken in de wijk op te lossen. In dit rapport wordt de maakbaarheid van de stad nader onderzocht aan de hand van de Binckhorst. Louis Kanneworff, lid van de kenniskring van het lectoraat, gaat in op de planontwikkeling van de Binckhorst. In tweede instantie levert hij in dit rapport ideeën en suggesties hoe de Binckhorst, 'het best bewaarde geheim van Den Haag', een duurzame stadswijk kan worden. Met dit rapport wil het lectoraat bijdragen aan het debat over de ontwikkeling van de stad in het algemeen en van Den Haag in het bijzonder. Reacties zijn welkom.
Ergens in 2007, schat men, werd het punt gepasseerd dat 50% van alle wereldbewoners in steden woonde. Dit percentage zal in de 21e eeuw nog sterk toenemen. Zowel het landschap als de stedelijke ruimte staan onder druk, transformeren onder invloed van economische, politieke, sociale of natuurlijke krachten. De huidige groei vindt voornamelijk plaats in ontwikkelingslanden en in de opkomende economieën van China, India en Zuid-Amerika. Een belangrijk deel van de verstedelijking hier is ongepland en ongestructureerd. In Europa doet zich een ander fenomeen voor. Onder invloed van globalisering en de EU beconcurreren de vele steden in het dichte stedelijke netwerk elkaar als vestigingslocatie voor kennisintensieve bedrijvigheid en creatief' talent. Steden en stedelijke regio's transformeren tot kennisregio's en hun dynamiek wordt bepaald door niet-plaatsgebonden, maar grens- en tijdoverschrijdende netwerken. De bijpassende netwerksamenleving is veel minder dan voorheen 'maakbaar' vanuit het oogpunt van overheidshandelen. Individuele burgers, maatschappelijke organisatie en marktpartijen organiseren zichzelf in steeds wisselende bondgenootschappen. Stedenbouw in deze condities betekend vooral het ruimtelijk anticiperen op dynamische maatschappelijke processen. Er is behoefte aan een nieuwe oriëntatie en een instrumentarium om in deze condities succesvol als ruimtelijk ontwerper te opereren. Het lectoraat wil hieraan een bijdrage leveren en zal zich zowel richten op onderzoek naar concepten van stedelijkheid als op toegepast (ontwerpend) onderzoek naar transformatieopgaven in Europese steden.
Ruimte voor maakbedrijven in Nederlandse steden staat steeds meer onder druk. De primaire focus op woningbouw en kantoren in combinatie met de stijgende vastgoedprijzen drukken de maakindustrie - zeker de kleinere bedrijven - uit de stad. Een aantrekkelijke stad beschikt echter over ruimte voor wonen en werken. Een gezonde mix van functies is bovendien nodig voor duurzame verstedelijkingsambities. Maakbedrijven zijn cruciaal voor een toekomstbestendige stedelijke economie, inclusieve arbeidsmarkt en circulaire transitie. Gemeenten geven aan dat steden ‘op slot’ zitten. Onder meer in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag en de snelgroeiende steden Leiden en Tilburg woedt de strijd om de ruimte en lukt het nauwelijks ruimte te behouden, laat staan te creëren, voor maakbedrijven. Gemeentelijke professionals hebben sterke behoefte aan nieuwe oplossingen en aanpakken om te kunnen sturen op behoud en ontwikkeling van (betaalbare) ruimte voor werk, en maakbedrijven in het bijzonder. Ze hebben onvoldoende (actuele) kennis over wat maakbedrijven beweegt, wat voor ruimte zij nodig hebben en missen onderbouwde data om deze te vertalen naar de praktijk van gebiedsontwikkeling. De gemeentelijke professionals hebben specifiek behoefte aan een praktisch instrumentarium hoe zij meer sturend en faciliterend ruimte voor maakbedrijven in de complexe planpraktijk van de gebiedsontwikkeling kunnen behouden en creëren. Voor deze opgave hebben we een consortium van drie hogescholen, zes gemeenten en negen netwerk- én ondernemersorganisaties samengebracht. Door de unieke benadering vanuit drie expertises/vakgebieden wordt op integraal niveau geanalyseerd, verdiept en gecreëerd om te komen tot vernieuwde rollen voor publieke professionals en een verbeterd instrumentarium om beter en meer te sturen op ruimte voor werken. We vertalen de inzichten en beproefde toepassingen in een concreet praktijkhandboek voor publieke professionals. We verspreiden deze kennis op landelijk niveau via onze netwerk- en ondernemersorganisaties en dragen we bij aan verbeterings- en verdiepingsprogramma’s in het onderwijs en de betrokken gebiedsontwikkelingen in de praktijk.