Uit de RAAK-projecten van SIA blijkt dat er op een aantal thema’s veel projecten en onderzoeken plaatsvinden. Verspreid over de hogescholen in Nederland zijn onderzoekers actief op dezelfde onderwerpen. Met de Thematische Impulsen wil SIA overleg en afstemming stimuleren tussen de lectoren en landelijke kennisnetwerken onderling en de beroepspraktijk. Met elkaar stellen zij de state-of-the-art vast, bespreken de verwachtingen die zij hebben voor de toekomst en geven aan waar de zwaartepunten in praktijkgericht onderzoek moeten liggen. De Thematische Impuls sluit aan bij de doelstelling om kennisuitwisseling te bevorderen en daarmee het innovatief vermogen van de beroepspraktijk te vergroten. In dit artikel meer over het doen van praktijkgericht onderzoek op medische beeldvormende diagnostiek in de eerste lijn. Er zijn 3 lectoraten betrokken bij deze thematsiche impuls.
Cad Cam in de orthopedie techniek. Een technisch hoofdstuk over het gebruik en de toepassing van Cad Cam technologie in de orthopedie. Dit hoofstuk is onderdeel van het boek " Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit", onder redactie van prof. dr. J.H.B. Geertzen en dr. J.S. Rietman. Dit boek wordt onder andere gebruitk in de opleiding Revalidatie Geneeskunde en de Hogere Beroepsopleiding Orthopedische Technologie
Itch (pruritus) is a common multidimensional complaint after burn that can persist for months to years. A questionnaire able to investigate itch and its consequences is imperative for clinical and research purposes. The current study investigated the factor structure, internal consistency and construct validity of the Burns Itch Questionnaire (BIQ), a questionnaire particularly focusing on itch in the burns population. The BIQ was completed by 195 respondents at 3 months after burn. An exploratory factor analysis (EFA) was performed to investigate the factor structure. EFA showed the BIQ comprised three latent factors: itch severity, sleep interference and daily life interference. This was re-evaluated in a confirmatory factor analysis that yielded good fit indices after removing two items. The three subscales showed to have high internal consistency (.89) and were able to distinguish between patients with severe and less severe complaints. In conclusion, the BIQ showed to be useful in persons suffering from itch following burns.
Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in Nederland. Revalidatie van mensen die een beroerte hebben gehad, is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te laten functioneren. Vaak zijn er na de revalidatie nog altijd gevolgen van een beroerte, die het zelfstandig functioneren bemoeilijken. Mensen die een beroerte overleven houden er vaak chronische gevolgen aan over, zoals loop- en balansproblemen, verhoogd valrisico, vermoeidheid en depressie. Deze problemen bij thuiswonende mensen met een beroerte resulteren vaak in een inactieve leefstijl. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal waarin de fysieke activiteit steeds verder afneemt, patiënten steeds verder deconditioneren, de verzorgingsbehoefte toe- en de mate van zelfstandigheid afneemt en het risico op een volgende beroerte toeneemt. Studies laten zien dat fysieke activiteit een positief effect op gezondheid heeft van patiënten na beroerte. De technologie om fysieke activiteit betrouwbaar en valide te meten is aanwezig en er is inzicht in belemmerende en faciliterende factoren voor fysieke activiteit. Er is echter nog geen bewezen effectieve interventie voor het aanleren en behouden van een fysiek actieve leefstijl voor patiënten na beroerte. Omdat alle richtlijnen voor beroerte aangeven dat het belangrijk is dat patiënten na beroerte fysiek actief zijn, vragen fysiotherapeuten zich af hoe krijgen en houden wij patiënten na een beroerte actief, dus hoe krijgen wij een actieve leefstijl bij een patiënt? Deze praktijkvraag is “vertaald” naar de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van een beweegstimuleringsinterventie bij thuiswonende patiënten na beroerte op fysieke activiteit en aerobe capaciteit? Deze onderzoeksvraag wordt in drie stappen uitgewerkt: 1. Het ontwikkelen van een veldtest om aerobe capaciteit te meten in de praktijk, 2 Het ontwikkelen van een interventie gericht op het (langdurig) bevorderen van een fysiek actieve leefstijl; 3. Het testen van de feasibility van de interventie in een pilot studie.
De consumptie en productie van pittige voedingsmiddelen in Nederland groeit. De bedrijven die pepers telen of verwerken hebben moeite om de pittigheid nauwkeurig te meten. Momenteel gebeurt dit vooral door het proeven van de pepers, wat een beperkte methode is door het aantal monsters dat geproefd kan worden en de subjectiviteit. Alternatieve bestaande meetmethoden zijn duur en niet praktisch inzetbaar. Omdat de pittigheid van pepers sterk kan variëren door omgevingsfactoren, is er behoefte aan een snelle en betaalbare meetmethode om het productieproces te verbeteren. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een toegankelijke en betaalbare methode; "SPICE", voor de detectie van pittigheid. In het kader van het KIEM-project wordt de reproduceerbaarheid en gevoeligheid van deze assay onderzocht, evenals mogelijkheden voor het vereenvoudigen van de uitleesmethode. Daarnaast wordt gekeken naar de correlatie tussen het gemeten signaal en de hoeveelheid capsaïcine in pepers en andere producten. Op basis van de resultaten worden verdere stappen voor doorwerking/implementatie opgesteld in samenwerking met partners, zoals een grotere vervolg aanvraag of contract onderzoek. Samengevat vormen het ontbreken van betaalbare en betrouwbare pittigheidsmetingen een probleem voor bedrijven die pepers telen of verwerken. Het doel van SPICE is om een innovatieve en toegankelijke methode voor pittigheidsmetingen voor bedrijven te ontwikkelen.