Inleiding
In zijn column “De rampzalige neiging tot na-apen” in Hoger Onderwijs Management van mei 2016
betoogt In ’t Veld dat hogescholen moeten stoppen met het na-apen van universiteiten op het
gebied van onderzoek. Hij noemt dit ‘academic drift’. Er is vaker kritiek te horen op het onderzoek in
het hbo zoals door emeritus-hoogleraar Verschuren in zijn opiniestuk van 31 juli 2015 in De
Volkskrant waarin hij stelt dat studenten in het hbo bij lange na niet genoeg getrained worden in
onderzoek. Recent nog stelde Peter Kwikkers in Science Guide 18 augustus: “Niet zelden is hboonderzoek
gewoon opiniepeiling, feitencollectie of gesubsidieerde consultancy.”
Een groot deel van die kritiek is naar mijn mening gebaseerd op een drietal hardnekkige
misverstanden over onderzoek in het hbo. Zo wordt niet goed onderscheid gemaakt tussen het
praktijkgerichte onderzoek binnen lectoraten en het uitvoeren van onderzoek door studenten. En
soms lijkt men er onterecht vanuit te gaan dat het hbo studenten opleidt tot onderzoeker en dat
deze altijd moeten afstuderen op een onderzoekscriptie.
Dat deze misverstanden er zijn is overigens niet vreemd. Over onderzoek in lectoraten en
onderzoeksactiviteiten van studenten heerst buiten maar helaas ook nog steeds binnen het hbo veel
verwarring. Hierdoor kunnen critici roepen dat het slecht gaat met onderzoek in het hbo. Het
tegendeel is het geval. Recent liet het Rathenau Instituut in een uitgebreid overzicht zien hoe
indrukwekkend het is wat er de afgelopen vijftien jaar is ontwikkeld. De misverstanden zijn echter
zo hardnekkig dat er nog steeds opleidingen zijn die hier naar handelen. In mijn bijdrage zal ik eerst
ingaan op de oorsprong van de drie misverstanden en daarna zal ik een visie presenteren op hoe ze
weg te nemen zijn.