Doen wat werkt in de jeugdzorg

Er zijn zorgen over de kwaliteit van de jeugdhulp, de hoge werkdruk van jeugdhulpprofessionals en het verloop onder personeel. Het Doen Wat Werkt programma is een zesjarig programma dat zich richt op het professionaliseren van professionals en het ontwikkelen van een leercultuur in jeugdzorgorganisaties.

Met het Doen Wat Werkt programma beogen we bij te dragen aan de kwaliteit en effectiviteit van de jeugdhulpverlening die wordt geboden in verschillende contexten en aan uiteenlopende doelgroepen. Doel van het programma is het leren van jeugdhulpprofessionals op de werkvloer te bevorderen en borgen in de dagelijkse praktijk. Alleen op die manier kunnen professionals zorg bieden van hoge kwaliteit.

We gaan daarbij na óf en hoe technologie daarbij kan helpen.
Dit gebeurt samen met ervaringsdeskundigen, professionals en jeugdhulporganisaties en met gebruikmaking van de kennis over werkplekleren en technologie. Door samenwerking van onderzoekers van verschillende hogescholen met beleidspartijen en docenten in hbo en WO zorgen we voor breder gebruik van de ontwikkelde manieren van leren: in de sector en in het onderwijs dat daarvoor opleidt.

Dit voorstel richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van de geboden hulp door 1) het ontwikkelen en borgen van een stimulerende, interactieve en evidence-informed leeromgeving voor professionals en 2) het faciliteren van leren op de werkplek door jeugdzorgprofessionals op alle niveaus van de organisatie en regio en verankerd in beleid.

Het Doen Wat Werkt programma omvat zes werkpakketten. Via verschillende onderzoeksmethodes wordt invulling gegeven aan:

• het identificeren van handelingskennis en leervragen van professionals (werkpakket 1);


• het ontwerpen van leertrajecten voor professionals (WP 2);


• het onderzoeken van condities en organisatorische randvoorwaarden voor leren (WP 3);


• hoe technologie kan worden ingezet in de leertrajecten (WP4);


• het evalueren van het effect van de leertrajecten (WP5);


• en kennisbenutting (WP6).