Dé standaard op het gebied van marktonderzoek;praktisch en helder gestructureerd handboek voor het complete marktonderzoeksproces;biedt alle tools om het onderzoeksproces stapsgewijs uit te kunnen voeren.Marktonderzoek is het complete basisboek voor alle opleidingen waar studenten in het kader van afstuderen of stage zelf marktonderzoek doen. Het onderzoeksproces staat centraal, waarbij de nadruk ligt op het onderlinge verband tussen de verschillende fasen van onderzoek. Er is uitgebreide aandacht voor het formuleren van het theoretisch kader, de centrale vraag en de deelvragen. De verschillende onderzoeksvormen – kwalitatief en kwantitatief – worden beschreven, vanuit een praktische how to-benadering.De belangrijkste wijziging in deze vernieuwde, tiende editie is de nieuwe structuur. Deze volgt nu de verschillende fasen van de onderzoekscyclus:a. Probleemanalyse b. Onderzoeksopzet c. Uitvoering d. Analyse e. Rapportage en presentatieIeder hoofdstuk vormt een onderdeel van deze onderzoekscyclus, alle hoofdstukken samen geven het volledige beeld. Deze structuur maakt het boek uniek ten opzichte van andere Nederlandstalige (markt)onderzoeksliteratuur.Daarnaast is er een uitgebreide paragraaf toegevoegd over A/B testing, usability testing en user experience en een hoofdstuk over (digital) analytics.
DOCUMENT
Op 1 januari 2007 is officieel bij de faculteit Economie en Management (FEM) van Hogeschool Utrecht het kenniscentrum InnBus van start gegaan. InnBus kan gezien worden als een faculteitsbreed kenniscentrum1 waarbinnen alle lectoraten worden ondergebracht. De naam InnBus staat daarbij voor Innovatie en Business. Bij de inrichting van dit kenniscentrum naar domeinen voor de lectoraten is op een specifieke wijze aansluiting gezocht bij bestaande, algemeen geaccepteerde indelingen naar de Business-deelvakgebieden: Finance; Accountancy; Organisatie & Strategie; Informatiekunde; Marketing. Door hergroepering, splitsing en het uitlichten van International Business is een centrum in ontwikkeling ontstaan, waarbinnen in de nabije toekomst zes lectoraten functioneren. De achterliggende gedachte is het positioneren van de faculteit Economie en Management als kennisonderneming met taken op het gebied van kennisontwikkeling en kennisspreiding, gericht op de versterking van het innoverende vermogen van bedrijven en instellingen in de regio. De daarbij geformuleerde randvoorwaarden luiden: Te ontwikkelen kennis ontstaat vanuit aangetoonde maatschappelijke behoeften; De nieuwe kennis is gericht op professionalisering van de beroepspraktijk; De kennisontwikkeling voldoet aan methodische vereisten. Kort samengevat: binnen het faculteitsbrede kenniscentrum wordt bedrijfeconomisch relevant toegepast onderzoek gedaan, gericht op bedrijven en instellingen in de regio. De keuze voor de regio heeft tot gevolg dat er een zekere voorkeur voor branches of sectoren ontstaat. Kennisspreiding binnen de FEM-organisatie ontstaat door zowel docenten als studenten bij de uitvoering van dit onderzoek te betrekken en op onderzoek gebaseerde curricula verder te ontwikkelen. Sinds 1 januari 2007 heb ik de eervolle taak om samen met mijn medewerkers het proces van kennisontwikkeling en kennisspreiding gestalte te geven binnen het vakgebied van de kenniskring Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. In deze openbare les wil ik aangeven wat dit voor ons inhoudt door allereerst aandacht te besteden aan de begrippen innovatie en innoveren en daarna de koppeling te leggen met het vakgebied Marketing en Marktonderzoek.
DOCUMENT
Modellen voor Marketing-Insights is het eerste overzicht van de belangrijkste modellen voor consumentengedrag, marktonderzoek en digital analytics in Nederland. Dankzij die modellen kunnen we bij complexe marketingvraagstukken snel tot de kern van een probleem komen en slagvaardig advies geven, of gericht onderzoek opzetten voor de ontwikkeling van effectief beleid. Aan de hand van Kotlers planningsproces en op basis van echte vragen uit de marketingpraktijk, kunt u snel doorbladeren naar een specifieke marketingvraag en inzicht krijgen in het model dat antwoord geeft op die vraag en de context waarin het model wordt gebruikt. Zo kunt u een gefundeerde keuze maken, gesteund door praktische tips & tricks voor de toepassing. Meer informatie is te vinden op www.mi-modellen.nl. Door het overzicht, de structuur en samenhang die dit boek biedt, vormt. De auteurs, Anita Cox, Erik de Kort en Norbert Scholl, hebben alledrie jarenlange beroepservaring in de marktonderzoekpraktijk aan bureauzijde en in het HBO-onderwijs. Ze zijn actief binnen de MOA, Expertise Center voor Marketing-Insights, Onderzoek & Analytics
DOCUMENT
In 2002 werd met het oog op de in te richten kenniskring Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK) en de start van de Masteropleiding Vaktherapieën een marktonderzoek uitgevoerd naar de behoefte van het werkveld op het gebied van onderzoeksactiviteiten en opleidingsactiviteiten die respectievelijk binnen de kenniskring en de masteropleiding voorrang zouden moeten hebben. Op basis van de resultaten zijn destijds binnen KenVaK onderzoeksprojecten en binnen de masteropleiding onderwijsactiviteiten gestart. KenVaK bestaat sinds januari 2003 en de masteropleiding ging van start in juni 2004.
DOCUMENT
DOCUMENT
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
DOCUMENT
In dit businessplan wordt duidelijk gemaakt wat er voor opleidingen gericht op de food en flower business (agribusiness) bij Fontys in Venlo ontwikkeld kunnen worden. Er wordt o.a. het marktonderzoek weergegeven dat aangeeft wat de instroommogelijkheden zijn. De realisatei wordt financieel en organisatorisch onderbouwd.
DOCUMENT
In dorpen van Noord-Nederland is krimp een verschijnsel dat steeds vaker de kop opsteekt. Om te laten zien dat krimp ook kansen biedt is het dorp ‘Duursaamswoude’ ontwikkeld. Dit is een fictief dorp bedacht door vier studenten van de Hanzehogeschool te Groningen. Hiermee hebben zij deGasterra transitie jaarprijs gewonnen. Met dit idee is de initiatiefgroep ‘ Groep Polderenergie’ naar het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte gekomen om te onderzoeken of dit concept ook toegepast kanworden in het Westerkwartier. Het onderzoek is uitgevoerd in het dorp Boerakker en heeft de naam ‘Duurzame Dorpen’ gekregen. Centraal in dit onderzoek staat de pelletkachel, een soort houtkachel die gestookt wordt doormiddel van pellets. Pellets zijn kleine samengeperste houtkorrels. De pelletkachel kenmerkt zich doordat de kachel CO2- neutraal is. Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van het aantal huishoudens uit Boerakker diebereid zijn om over te gaan tot een pelletkachel. De centrale vraag die bij de probleemstelling hoort zal aan de hand van verschillende deelvragen worden beantwoord en luidt als volgt:“In hoeverre zijn huishoudens uit Boerakker bereid over te gaan naar het gebruik van een pelletkachel?”Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft de ontwikkeling van een enquête. De enquête moet de interesse naar het gebruik van pelletkachels meten. De interesse wordt gemeten in de kleine dorpen in Noord-Nederland. Daarnaast is een informatieve flyer ontworpen die bij de enquête bijgevoegd wordt om de respondenten informatie te geven over de pelletkachel.Het doel van het onderzoek: De ontwikkeling van een bruikbare enquête om de interesse inpelletkachels te meten.Probleemstelling: Onduidelijkheid over het draagvlak voor de pelletkachels in kleine dorpen in Noord-Nederland. Er is in een eerdere fase van het onderzoek een interview gehouden met initiatiefgroepen uit Boerakker. De output van het interview, waarin veel informatie is vergaard, is gebruikt voor de input van de enquête.De aanbevelingen die worden gedaan zijn als volgt te formuleren: Voordat de enquête uitgezet wordt, moeten de respondenten op de hoogte worden gebracht door middel van een mailing. Hierbij krijgen de enquêteerden informatie over de datum wanneer ze de enquête kunnen verwachten. Daarnaast wordt er op geattendeerd dat er bij het afnemen van de enquête eerst de inhoudelijke vragen worden gesteld om vervolgd te worden door de persoonsgegevens.Hierdoor wordt de nadruk gelegd op de inhoud, wat relevant is voor het vervolg van het onderzoek voor het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen.
DOCUMENT
Veel bedrijven staan reeds via social media als Facebook of Twitter in contact met hun gebruikers en iedere serieuze marketingcampagne werkt tegenwoordig met likes en tweets. Hoeveel ze daarin investeren en in de toekomst willen blijven doen, hangt af van de effectiviteit van social media. Maar wanneer zijn social media effectief, wat bepaalt die effectiviteit en hoe kunnen we die meten? Het zijn deze vragen waarop het project The Network = the Message zich richt. In de eerste fase van dit tweejarige onderzoekstraject is in kaart gebracht hoe social media campagnes nu worden ingezet en op welke wijze online netwerken worden geactiveerd. In december 2015 en januari 2016 hebben daartoe twaalf diepte-interviews plaats gevonden met de bureaus die deelnemen aan het project The Network is the Message.
MULTIFILE