De wereld verandert in een razend tempo. Technologische ontwikkelingen hebben een grote impact op mens en maatschappij. Het verandert niet alleen onze manier van werken maar ook onze manier van leven. Steeds meer disciplines hanteren technologie als basis om in een professionele omgeving het werk kwalitatief beter, sneller en effi ciënter uit te voeren. Digitalisering, globalisering en informatisering maakt het mogelijk om plaats- en tijdonafhankelijk te studeren en te werken. Fontys Hogescholen speelt hier op in door tal van initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op het volgen van deze en opkomende trends rondom technologische ontwikkelingen en de impact voor het onderwijs. Met het Fontys Objexlab zetten we deze beweging door. Opkomende technologieën zoals 3D printing en Robotica maken we graag toegankelijk voor collega’s. Andere instituten kunnen hiervan gebruik maken zodat zij hun onderwijs nog aantrekkelijker en actueler kunnen maken. In het najaar van 2014 zijn we gestart met het samenbrengen van collega’s van verschillende instituten en opleidingen om enerzijds deze nieuwe technologieen te leren en te ervaren, om daarna een stap te maken in het initiëren van ideeën en plannen om met deze kennis en vaardigheden onderwijsvernieuwing gezamenlijk vorm- en inhoud te geven.
MULTIFILE
Kleding vormt de interface tussen het menselijk lichaam en de leefomgeving. Kleding geeft mensen de mogelijkheid om hun identiteit en culturele achtergrond uit te drukken. Daarnaast heeft kleding vaak een beschermende rol, vooral tegen extreme weersomstandigheden zoals hoge en lage temperatuur, neerslag, wind, zonnestraling, maar ook tegen vuil, gifgas, kogels (zogenaamde ballistische bescherming), stoten, extreme druk, explosies e.d. Soms is kleding juist nodig om de omgeving af te schermen tegen vuil dat de mens produceert, zoals bij de productie van computerelektronica. Onder kleding wordt in deze verhandeling al het materiaal verstaan dat het menselijk lichaam omhult. Globaal betreft het voor het hoofd een hoofddeksel, voor de handen handschoenen of wanten, voor de voeten sokken en schoenen. Voor het boven- en onderlijf is meer keuze beschikbaar zoals een hemd, bh, Tshirt, polo, overhemd, trui, jas, onderbroek, broek en rok. Er zijn ook kledingstukken die boven- en onderlijf omspannen zoals een jurk, overall en lange jas. Bovendien is er een grote variatie binnen een categorie kledingstukken; hierbij kan onderscheid gemaakt worden in vorm, materiaal en kleur. In het lectoraat is gekozen voor drie speerpunten van onderzoek voor kleding/mode. Deze speerpunten zijn tot stand gekomen op basis van aanwezige expertise in de kenniskring van het lectoraat, analyse van kennislacunes en een inschatting van potentieel relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
DOCUMENT
Keeping it Local is een onderzoeksproject van het Fashion Research & Technology Lectoraat aan de Hogeschool van Amsterdam. In dit ‘levend laboratorium’ wordt onderzoek gedaan naar co-creatie, lokale productie in een stedelijke omgeving en duurzaam consumentengedrag. Wij produceren 3D-gebreide truien, geïnspireerd op de traditionele visserstruien. Net zoals hun traditionele voorgangers, vertellen deze truien het verhaal van lokale gemeenschappen: de enige Amsterdamse commerciële Noordzeevisser Hendrik Kramer en bemanning, studenten Cultureel Erfgoed van de Reinwardt Academie, studenten HBO-ICT van de Hogeschool van Amsterdam en modestudenten van het AMFI.Met een mix van traditionele en computergegenereerde patronen vertellen de truien over het leven in Amsterdam en de toekomst van de visserij, de mode-industrie, ICT en cultureel erfgoed anno 2023. Ze zijn ontworpen voor en in samenwerking met de bovengenoemde gemeenschappen.Gevestigd op de Amstel Campus van de Hogeschool van Amsterdam, omvat onze productieketen ontwerp, productie en verkoop. We volgen onze consumenten om te weten te komen hoe ze hun trui 'behandelen' na het verkooppunt. Want leidt zo’n door en voor jou gemaakte trui tot een hechtere emotionele band met jouw trui en vervolgens tot duurzamer kledinggedrag?Door gebruik te maken van een geavanceerde 3D-breitechniek is het mogelijk om lokaal en op bestelling te produceren. Dit voorkomt overproductie en mogelijke verspilling door onverkochte truien. Daarom hangen er alleen pasmodellen in de winkel: consumenten kunnen binnenlopen om de truien van dichtbij te zien, te voelen, te passen en te bestellen. Vervolgens wordt de trui speciaal voor de drager gebreid.Onze productieketen wordt niet alleen volledig gerund door het project, maar is ook 'ultra lokaal'. De afstand tussen het punt van ontwerp, het 3D-Knitlab waar de truien worden geproduceerd en de University Store waar ze worden verkocht is slechts 300 meter. Dit geeft ons de kans om te experimenteren in een levensechte omgeving en 'op de knoppen te drukken' in elke fase van de keten om te zien waar en hoe we dit project duurzamer kunnen maken.
DOCUMENT
Het Project TBTOP is een samenwerkingsproject tussen onderwijsinstellingen voor VMBO, MBO en HBO om het techniek onderwijs samen met bedrijven in de regio aantrekkelijker te maken voor studenten, docenten en bedrijfsleven. Dit wil men realiseren door meer praktijknabij onderwijs te ontwikkelen. Ook wil men de vak-disciplinaire visie op het beroep verbreden en studenten kennis laten maken met doorstroommogelijkheden in studie en beroep. Een groep projectleiders uit de verschillende onderwijsinstellingen draagt zorg voor de voortgang van de vernieuwingsprocessen en verankering in het onderwijs. De betrokkenen hebben samenwerking in een nieuwe context ervaren namelijk samenwerking met de beroepspraktijk, samenwerking met andere vakdisciplines en samenwerking met andere onderwijsinstellingen (en dus onderwijsniveaus). Het samenwerken aan praktijkopdrachten in multidisciplinaire TOPteams is een nieuw proces geweest voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces heeft, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang gezet. Groepen docenten zijn getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. Hiermee hebben de betrokkenen zich geprofessionaliseerd. In de film die gemaakt is naar aanleiding van dit project, vertellen betrokkenen hun ervaringen binnen de nieuwe samenwerkingsvormen. De film is interactief en op verschillende momenten in te stappen.
MULTIFILE
Vandaag de dag lijkt de focus van docenten en andere onderwijsontwerpers vooral te liggen op het uitvoeren van het onderwijs. Kortgezegd, we evalueren te weinig terwijl dat juist hard nodig is om ons onderwijs te verbeteren. Als we wel evalueren doen we dat vaak op basis van studentenevaluaties, maar die worden weer als minder betrouwbaar en niet valide gezien. Wil jij simpel en snel inzicht krijgen in manieren waarop je jouw onderwijsontwerp verder kunt ontwikkelen? Zoek je concrete handvatten op maat die je helpen om snel en op een heldere manier te evalueren? Antwoord op deze en andere vragen vind je in deze publicatie van het lectoraat Teaching, Learning & Technology zodat je in zeven minuten weer bent bijgepraat over het ontwerpen, evalueren en door ontwikkelen van je onderwijs.
DOCUMENT
Jeugdsport draagt bij aan een groot aantal positieve aspecten waaronder gezondheid, zelfvertrouwen en sociale contacten. Dit gaat alleen niet vanzelf. Om de positieve aspecten van jeugdsport te vergroten en probleemgedrag te verminderen moet er een pedagogisch sportklimaat gecreëerd worden. Een pedagogisch sportklimaat is een sportklimaat waarbij het kind centraal staat. Daarnaast moet, vanuit een zorgzame en sociaal veilige basis, de focus liggen op plezier en op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van het kind in en door de sport. Het doel van het Kids First, towards a pedagogical sport climate-project is het ontwerpen en invoeren van een hulpkader om dit pedagogisch sportklimaat op clubniveau te realiseren. Het project is gesubsidieerd vanuit het ZonMw programma 'Sport en Bewegen 2017-2020'.
DOCUMENT
Al een tijdje wordt geëxperimenteerd met geprint voedsel. Lizette Oudhuis, lector Food Physics bij hogeschool Van Hall Larenstein vertelt er meer over.
DOCUMENT
De (iets) oudere ergotherapeuten weten het misschien nog: zelf slings maken op de naaimachine, of een drempelhulp van hout zagen. Met de komst van commerciële leveranciers van hulpmiddelen werd de ergotherapeut vooral adviseur. Brengt de opkomst van Do It Yourself (DIY) technologie ons weer terug naar de rol van ontwerper?
DOCUMENT
Het urban technology onderzoeksprogramma van de hogeschool van Amsterdam (HvA) doet onderzoek voor de omschakeling naar een circulaire stad. Een van de factoren die hierbij een rol spelen is hoe producten circulair ontworpen kunnen worden.
DOCUMENT
Deze publicatie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp ingeleid en wordt uitgelegd hoe deze publicatie tot stand is gekomen. In hoofdstuk 2 wordt een impressie gegeven van de verschillen en overeenkomsten tussen de ateliers. In hoofdstuk 3 gaat Mathijs Rutten, directeur Facility Management, in op de vraag wat er nodig is om al die ateliers ook echt een plekje te geven in de gebouwen van de hogeschool. Daarna komt in hoofdstuk 4 Siebren Baars aan het woord. Hij is - naast zijn functie als docent-onderzoeker - een ervaren architect die verschillende schoolgebouwen heeft ontwikkeld. Hij gaat in op rol die de fysieke onderwijsomgeving van gebouwen ateliers speelt in het onderwijs. De 31 ateliers zijn beschreven in hoofdstuk 5 en worden voorafgegaan door een inleiding van Frank Scholten. In hoofdstuk 6 beschrijven Roelien Wierda en Ron Barendsen hun ervaringen tijdens de ontwikkeling van het InnovationLab. Tenslotte gaat Gerry Geitz in hoofdstuk 7 in op de relatie tussen ateliers en Design Based Education
DOCUMENT