A retrospective of the BUas contribution to the ALT-ER educational game project. The game's design and development was led by BUas, and the content with created in conjunction with other partners in the ALT-ER project. The game was a tool to facilitate conversations between young children and adults about topics that are of importance to their development. Unlike many educational games, the purpose was not to explicitly teach, instead it was to create a playful space in which children could explore and explain their experiences. This facilitated insights from the adults into the thoughts of the children and assisted in guiding their development. The core basis was to not replace the expertise of teachers, but instead to make their work easier. Design considerations for young children and adults were discussed.
DOCUMENT
DOCUMENT
Jongeren die zich door de politiek niet gehoord voelen, ondernemen zelf actie, buiten de stemhokjes en het parlementaire debat om. Jongerenwerkers kunnen hen hierbij helpen vanuit de aloude empowerment gedachte.
DOCUMENT
Recensie van twee boeken: - Van Rosmalen, B. (2016). Muzische professionalisering: Publieke waarden in professioneel handelen. Utrecht: Uitgeverij IJzer. - Van Dieren, S., Dijkstra, S., Oostveen, C., Pronk, N., Rombouts, P., De Ronde, M. & Van Rosmalen, B. (Red.) (2019). Blad 2: Praktijken van Muzische Professionalisering: Jaarboek lectoraat Kunst en Professionalisering 2018-2019. Utrecht: Hogeschool voor de Kunsten. Goed dat er sociale professionals zijn, mensen die zich beroepshalve inzetten voor het realiseren van sociale kernwaarden zoals sociale inclusie, sociale cohesie, sociale rechtvaardigheid, sociale participatie, sociaal welbevinden en sociale veiligheid. Samen met andere professionals – die zich inzetten voor waarden zoals gezondheid en recht – dragen zij bij aan de humanisering van onze wereld. Professionaliteit staat echter onder druk, niet in de laatste plaats door de invloed van andere modellen om werkzaamheden te organiseren (vgl. Freidson, 2001), zoals ambachtelijke aanpakken (focus op het hoe zonder zeggenschap over het wat en het waarom), bureaucratische bemoeienissen (werken volgens hiërarchisch aangestuurde procedures en protocollen) en commerciële contaminatie (werken binnen concurrentieverhoudingen op basis van kostenbewustzijn). Werken onder zulke wezensvreemde invloeden vraagt vooral dat professionals geïnspireerd blijven om hun waardenfocus te behouden.
LINK
Eindrapport van de expertgroep Protocol, ingesteld door de Vereniging Hogescholen De expert groep heeft van de Vereniging Hogescholen de opdracht gekregen om de wenselijkheid en mogelijkheid te verkennen van een gezamenlijk, bottom-up opgesteld protocol of protocollen voor het beoordelen van (kern)werkstukken en te adviseren over de wijze waarop deze tot stand dienen te komen en aan welke kwaliteitseisen deze dienen te voldoen. De expertgroep is zich bij haar werk voortdurend bewust geweest van het dilemma dat in het idee van gezamenlijke protocollen zit verscholen. Enerzijds is het verantwoord beoordelen van (kern) werkstukken van studenten zo belangrijk voor de kwaliteit en geloofwaardigheid van het onderwijs dat er sterke waarborgen moeten zijn dat dit proces goed verloopt en transparant is. Dit maakt de vraag naar standaardisering en protocollering reëel. Anderzijds is het vaak onmogelijk en ook onwenselijk het beoordelen van prestaties terug te brengen tot een soort algoritme. Beoordelen is mensenwerk. Het streven naar volledige standaardisatie en objectiviteit leidt vrij gemakkelijk tot beoordeling van observeerbare maar oppervlakkige aspecten van het presteren, die geen recht doen aan de werkelijke kwaliteit van het te beoordelen product of gedrag. Beoordelen is in de eerste plaats het werk van vakbekwame professionals. Dat werk moet worden ondersteund met het aanreiken van criteria en werkwijzen zodat het zoveel mogelijk geldigheid heeft. Maar de docent mag daarbij niet het gevoel krijgen dat het zijn of haar beoordeling niet meer is. De expertgroep heeft haar opdracht uitgevoerd in het licht van dit dilemma tussen dichttimmeren en het timmermansoog. Ze heeft daarbij gewerkt vanuit het principe: gezamenlijk wat kan, lokaal wat moet.
DOCUMENT
The central focus of this article is on the moral dilemmas that social servants face when applying the law. These moral dilemmas result from the professional’s discretionary space. Exploratory qualitative research shows that, in order to solve these dilemmas, professionals in some public organisations try to find tailormade solutions. However, this sometimes leads to a more or less denying of the discretionary space at hand, or to the creation of more rules in an effort to close the discretionary space. The question is, are these approaches effective? The answer may very well turn out to be negative. This article shows that applying a rule always leaves the professional some discretionary space. It is precisely in this free space that moral issues come up. Social servants will attain a stronger stance regarding moral issues by focussing on the development of their own moral sensitivity, both individually and as an organisation, as well as by their increasing awareness of the moral standards held by themselves, their organisation, and society at large. A social servant’s job is not inserting coins in a jukebox. He must create the music himself by interpreting the rules in a given situation. Just as it takes a person to turn a musical score into music, so it takes a person to interpret the law in order to create justice. De morele dilemma’s van publieke professionals die voortkomen uit het toepassen van de wet, vormen het voornaamste onderwerp van dit artikel. Deze morele dilemma’s ontstaan vanuit de discretionaire ruimte van professionals. Verkennend kwalitatief onderzoek laat zien dat in sommige publieke organisaties professionals deze dilemma’s proberen op te lossen door maatwerk te leveren. In de praktijk leidt dit soms echter tot het min of meer negeren van de discretionaire ruimte, of het dichttimmeren van de discretionaire ruimte door middel van meer regels en richtlijnen. Het is de vraag of een van deze strategieën effectief is. Het antwoord hierop is waarschijnlijk ontkennend. Dit artikel laat zien dat het toepassen van een regel altijd discretionaire ruimte laat voor de professional. Juist in deze vrije ruimte spelen morele kwesties. Publieke professionals kunnen moreel gesterkt worden door de ontwikkeling van morele gevoeligheid, individueel en als organisatie, en door een groeiend bewustzijn van de morele standaarden die de samenleving en zijzelf in hun organisatie handhaven. De publieke professional kan niet als bij een jukebox door een druk op de knop de machine zijn werk laten doen. De regels en de situatie interpreterend zal hij zelf muziek moeten maken. Zoals er mensen nodig zijn om van notenschrift muziek te maken, zo kunnen alleen mensen van wet- en regelgeving in een unieke situatie recht en rechtvaardigheid maken.
LINK
Inleiding op de book review sectie
MULTIFILE