Bewegen in de openbare ruimte krijgt steeds meer aandacht in onder andere gemeentelijk beleid mede door de Omgevingswet, GALA en de Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024. Tevens heeft bewegen in de openbare ruimte een boost gekregen gedurende de coronapandemie. Meer mensen zijn buiten gaan bewegen omdat het niet anders kon. Ze genieten van ‘ommetjes’ in de natuur. Fitness in de buitenlucht heeft met bootcampaanbieders een vlucht genomen en urban sports vormen al langer trendsporten (Prins, Hoekman,& van de Poel, 2021) . Bewegen in de openbare ruimte sluit daarnaast aan bij de trend om meer informeel en ook individueel te bewegen. Voor een succesvolle beweegvriendelijke omgeving is een samenspel van hardware, software en orgware noodzakelijk. Werken volgens het Beweegvriendelijke omgevingsmodel (BVO-model) van het Kenniscentrum Sport & Bewegen (Hoyng & Eck, 2021) is aan te bevelen. Echter, dat BVO-model toepassen in de praktijk lukt nog niet optimaal.
DOCUMENT
In Haarlem hebben de gemeente en Stichting SportSupport Kennemerland, de organisatie die het lokaal sportbeleid uitvoert, de ambitie om zoveel mogelijk inwoners aan het wandelen te krijgen en de overtuiging is dat een beweegvriendelijke omgeving dat stimuleert. Om het succes te vergroten van de wandelinterventies die in de Haarlemse openbare ruimte worden aangeboden zijn in dit onderzoeksproject twee wandelinterventies geëvalueerd: de KWIEK-beweegroute en de Nationale Diabetes Challenge. In deze evaluatie is gekeken naar: 1) het gebruik van deze interventies; 2) succes- en faalfactoren voor het gebruik door professionals en bewoners; en 3) werkzame elementen in de integrale samenwerking bij het werken aan een beweegvriendelijke openbare ruimte. Het gebruik van de interventies en bijbehorende faal- en succesfactoren zijn onderzocht met behulp van observaties, interviews en een focusgroep. De integrale samenwerking bij het stimuleren en behouden van een beweegvriendelijke omgeving is onderzocht met behulp van interviews en een focusgroep. De conclusie uit het onderzoek is dat de twee wandelinterventies verschillend worden gebruikt. De KWIEK-beweegroute wordt nauwelijks gebruikt en lijkt geen passende interventie op de gekozen locatie voor de breed gekozen doelgroep. Het blijkt noodzakelijk om activiteiten en begeleiding (‘software’ uit het Model Beweegvriendelijke Omgeving [BVO-model] van het Kenniscentrum Sport en Bewegen) aan te bieden bij een beweegroute in de openbare ruimte. Een dragend netwerk is nodig voor het promoten, gebruiken en onderhouden van de interventie. De Nationale Diabetes Challenge (NDC) werd wel gebruikt. In 2022 begonnen in Haarlem meer dan 30 deelnemers aan deze interventie, waarvan 26 deelnemers de NDC hebben afgerond. Zij waren positief over deze wandelchallenge en scoorden de interventie gemiddeld met het cijfer 8,6 (op een schaal van 1 tot 10). De invloed van een aantrekkelijke, groene en afwisselende openbare ruimte, een goede wandelbegeleider en differentiëren op individueel niveau werden gerapporteerd als doorslaggevende factoren voor succes. Wat betreft het integraal werken aan een beweegvriendelijke omgeving blijkt dat dit een ingewikkeld proces is. Het is een thema dat veel beleidsterreinen raakt, en het is dus zoeken naar de juiste professional bij de betreffende vraag of actie en het snappen van andermans belang en beleid. Politiek draagvlak, elkaar ontmoeten en begrijpen, een gezamenlijk beeld en visie op het onderwerp, genoeg tijd en capaciteit bevorderen de integrale samenwerking. Op basis van deze conclusies worden in dit rapport aanbevelingen gedaan aan de gemeente en betrokken sport-, zorg- en welzijnsorganisaties ter verbetering van de onderzochte beweeginterventies en de integrale samenwerking bij het realiseren en onderhouden van een beweegvriendelijke openbare ruimte.
MULTIFILE
Om de sport- en beweegparticipatie in Nederland te vergroten wordt gebruik gemaakt van Living Labs. Hier is geen eenduidige definitie voor, maar in de volgende beschrijving wordt getracht de karakteristieke kenmerken goed op te nemen: ‘’Zowel een fysieke locatie als een gezamenlijke aanpak, waarin verschillende partijen experimenteren, co-creëren en testen in de levensechte omgeving, afgebakend door geografische en institutionele grenzen’’ (Schliwa en McCormick, 2016 p.174). Sinds 2019 werkte de gemeente Den Haag en de Haagse Hogeschool op sport- en beweeggebied samen in 2 Living Labs: 1. Sportvereniging H.K.V./Ons Eibernest en 2. Wijkcentrum Bouwlust-Vrederust. Op beide locaties zijn projecten gedraaid in samenwerking tussen de gemeente Den Haag, de Haagse Hogeschool en lokale partijen. Mid-2023 is besloten geen nieuwe projecten meer op te zetten vanuit de 2 bestaande locaties, maar de pijlen te richten op een nieuwe locatie. We verwachten dat dit de onderlinge samenwerking ten goede komt en dat het effect van sport en bewegen op bewoners in een wijk nauwkeuriger beschreven kan worden. Als nieuwe locatie is gekozen voor Brinckerinckstraat 71, 2531 VE Den Haag. Op deze locatie in Moerwijk-Noord is Sociaal Cultureel & Sport Vereniging De Ster (hierna voetbalvereniging De Ster) gehuisvest. Het doel van het Living Lab is om op deze nieuwe locatie samen met bewoners en andere belanghebbenden een buurtsportvereniging (hierna BSV) te realiseren die aansluit bij de behoeftes van de bewoners van Moerwijk-Noord en waar ruimte blijft voor het bestaan van voetbalvereniging De Ster. Om dit te bereiken wordt ingezet op het creëren van een pedagogisch veilige, open en toegankelijke vereniging met verschillende vormen van sporten en bewegen die zijn afgestemd op de behoeften van de wijk. De BSV zou een sociale wijkfunctie moeten krijgen dat bijdraagt aan sport en bewegen. In het verlengde hiervan is er gewerkt aan de volgende visie voor de BSV, opgesteld door de huidige partners (zie hoofdstuk 7.1): “In 2026 wordt de locatie optimaal gebuikt om te sporten en bewegen in de wijk. De Buurtsportvereniging - De Ster (nu Moerwijk-Noord genoemd) draait organisatorisch en financieel zelfstandig met, door en voor de bewoners uit Moerwijk-Noord. De lessen die hieruit voortkomen worden de komende jaren actief gedeeld in het netwerk van Living Labs, en ter gebruik voor andere locaties, zowel binnen als buiten Den Haag.” Inmiddels zijn we een jaar verder en is er al veel gebeurd. Het document wat u nu leest is een verslaglegging en inventarisatie van de ontwikkelingen tot heden en geeft een goed beeld van de huidige stand van zaken. Het document is als volgt opgedeeld: in hoofdstuk 2 zal een terugblik worden gedaan op de Living Labs die zich binnen de gemeente Den Haag de afgelopen jaren op sporten en bewegen hebben gericht. Daarna zal uiteengezet worden hoe het huidige Living Lab tot stand is gekomen. Om een beter beeld te krijgen van de omgeving van Living Lab BSV Moerwijk-Noord wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de geschiedenis, de bewoners, de gezondheid van de bewoners en het beweeggedrag van de bewoners van Moerwijk-Noord. Aan de hand van het BVO-Model (zie hoofdstuk 2) zal vervolgens in hoofdstuk 4, 5 en 6 uitgelegd worden hoe het staat met de hardware, de software en de orgware in het nieuwe Living Lab. Tot slot staan in hoofdstuk 7 conclusies. Op basis van het BVO-Model (zie hoofdstuk 2) zal jaarlijks een nieuwe inventarisatie gedaan worden.
DOCUMENT
In Nederland staat het traditionele aanbod aan hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning onder druk. Onder invloed van maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen in Nederland lijken de hulpverlenings-, welzijns- en zorginstellingen steeds meer naar elkaar toe te groeien. Er ontstaan samenwerkingsverbanden waarin elke participant vanuit eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid zijn eigen bijdrage levert. Dergelijke samenwerkingsverbanden worden “ketens” genoemd. Om het ontstaan van deze ketens goed te kunnen begrijpen worden in dit artikel eerst de belangrijkste maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen beschreven, die van invloed zijn op de praktijk van hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Vervolgens worden verschillende manieren van multiprofessionele samenwerking in Nederland op het gebied zorg, hulp- en dienstverlening met elkaar vergeleken. Tenslotte wordt de ketenbenadering geïllustreerd met een good-practice-voorbeeld: de ketenbenadering van voetbalvandalisme bij SportClub Cambuur te Leeuwarden. Het artikel wordt besloten met enkele kritische kanttekeningen.
DOCUMENT
Maatschappelijke verantwoordelijkheid - oftewel realisatie van publieke waarden - door voetbalclubs was het onderwerp van het proefschrift ‘De Waardenvolle Club’ van Frank van Eekeren eind vorig jaar. In deze bijdrage gaan we op zoek naar het samenlevingsmodel dat past bij de Waardenvolle Club. We zien dat er belangrijke verbindingen zijn met het Rijnlandmodel in de economie en het communitarisme in de sociale filosofie. Het lijkt erop dat dit samenlevingsmodel in delen van de Nederlandse voetbalwereld terrein verliest. De vraag is dan: wat betekent dat voor de ambities die in het concept Waardenvolle Club liggen opgesloten? In de samenleving is er een belangrijke taak voor het maatschappelijke middenveld: civiele organisaties tussen individu en staat, zoals school, kerk, cultuurorganisatie, consumentenorganisatie en politieke partij. Ook voetbalclubs zijn te plaatsen in het maatschappelijke middenveld. Zeker geldt dat als ze een not-for-profit eigendomsstructuur hebben. Dan is het creëren van publieke waarden vanzelfsprekend en legitiem omdat het past bij de maatschappelijke functie van dat soort organisaties. Inmiddels zijn er ontwikkelingen in het nationale en internationale betaald voetbal die er op duiden dat organisaties die daarin fungeren meer en meer het format aannemen van het Angelsaksische model (organisaties met privaat eigendom, nogal eens één eigenaar en een gerichtheid op het creëren van aandeelhouderswaarde). Dat betekent dat op het niveau van eigendom (en vaak ook bestuur en beleid) de belangen van verschillende stakeholders (werknemers, fans, etc.) niet of minder gerepresenteerd zijn. Dat is niet echt een goede institutionele basis voor een inhoudelijke behartiging van verschillende waarden die beoogd worden in het concept van de Waardenvolle Club.
LINK
Voetbal en witwassen zijn begrippen die steeds vaker met elkaar worden geassocieerd. Een blik op de krantenkoppen uit het voorjaar van 2019 suggereert dat de sport een criminaliteitsprobleem heeft.
MULTIFILE
Fortuna Sittard wordt sinds twee jaar in financieel en bestuurlijk opzicht geleid door Isitan Gün, een Turkse econoom op wiens cv wordt vermeld dat hij na een carrière in de financiële wereld belandde bij de topclub Galatasaray S.K. In het kielzog van deze Turkse ondernemer streek nog een aantal Turkse zakenlieden in Zuid-Limburg neer, onder wie de 25-jarige accountant die club en geldschieter aan elkaar koppelde en nu verantwoordelijk is voor de boekhouding, en een nieuwe directeur voetbal en scout spelers. Interessant is ook de aanwezigheid van de (voormalige?) eigenaar van het Turkse spelersagentschap PMH Management & Consulting. Voormalig staat hier met opzet tussen haakjes en met een vraagteken vermeld. Volgens Gün is de bewuste zaakwaarnemer namelijk al tijden niet meer bij het agentschap betrokken, maar uit informatie van de Turkse Kamer van Koophandel blijkt dat zijn naam nog steeds wordt onder de kop ‘Management & Staf’ wordt vermeld. Het feit dat hierboven de spelerscarrousel bij Roda en de mogelijke betrokkenheid van een spelersmakelaar bij Fortuna expliciet zijn genoemd, heeft een reden. Ondanks het feit dat bij beide clubs geen aanwijzingen bestaan dat de investeringen die zijn gedaan een wederrechtelijke herkomst hebben, is uit de literatuur bekend dat bij het witwassen van crimineel geld in het professionele voetbal de transfer van spelers een belangrijk vehikel is. In dit artikel staat deze thematiek centraal. Na een korte uiteenzetting van de redenen waarom het professionele voetbal zich bij uitstek leent voor het witwassen van crimineel vermogen via de transfermarkt, wordt ingezoomd op de vraag welke mogelijkheden bestaan om dammen tegen dit fenomeen op te werpen. Daarbij wordt in het bijzonder aangehaakt bij de maatregelen die van lidstaten worden verwacht in het kader van de inmiddels vijfde anti-witwasrichtlijn. Bediscussieerd zal worden welke mogelijkheden de in Nederland bij witwasbestrijding en -preventie betrokken partijen hebben om malafide praktijken in het voetbal tegen te gaan en in hoeverre en op welke wijze zij daarvan gebruikmaken. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/pietersteenwijk/
MULTIFILE
Vastgoedmonitor Midden-Brabant geeft een overzicht van het vastgoed in deze regio (16 gemeenten). Naast kantorenmarkt, winkelmarkt, woningmarkt, bedrijvenmarkt is ook de infrastructuur en economische situatie beschreven.
MULTIFILE
Publicatie bij de rede van Jasmijn Holla, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Kracht van Sport en Bewegen aan Hoogeschool Inholland in Haarlem op 23 juni 2022. Het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen richt zich met praktijkgericht onderzoek op het benutten van de potentiële gezondheidswaarde en sociaal-maatschappelijke waarde van sport, bewegen en een gezonde leefstijl. In aansluiting op de uitstroomprofielen van de bacheloropleiding Sportkunde, waaraan het lectoraat nauw verbonden is, heeft het lectoraat speciale aandacht voor het stimuleren van sport, bewegen en een gezonde leefstijl in de zorg, de wijk en op het werk. In dit boekje worden de onderzoekslijnen 'Aangepast Sporten en Bewegen', 'Sport en Maatschappij' en 'Gezondheidsmanagement' beschreven. Aan de hand van de overkoepelende onderzoeksthema's leefstijl, technologie en inclusie worden de achtergrond en visie gepresenteerd van waaruit het lectoraat werkt.
DOCUMENT