Als ouders wilt u natuurlijk het beste voor uw zoon of dochter. U wilt dat uw kind met plezier naar school gaat en genoeg vriendjes en vriendinnetjes in de klas heeft. Daarnaast vindt u het belangrijk dat uw kind op school zoveel mogelijk leert. Wist u dat u uw kind daarbij heel goed kunt helpen? Veel ouders werken, waardoor hun kind een deel van de week naar de buitenschoolse opvang gaat. Het kan ook zijn dat u meer kinderen heeft die natuurlijk allemaal de nodige aandacht vragen. Ouders zijn vaak bang dat ze te weinig tijd hebben om hun kind goed te kunnen helpen. Gelukkig blijkt dat in de praktijk reuze mee te vallen. Ook met kleine dingen kunt u als ouders veel voor het leren van uw kind betekenen en het hoeft niet veel tijd te kosten. Kinderen met goede prestaties op school blijken opvallend vaak ouders te hebben die zich betrokken voelen bij de school en het leren van hun zoon of dochter. Niet zelden helpen ze hun kind bij het schoolwerk. Ook uw zoon of dochter zal beter leren als hij merkt dat u school belangrijk vindt en daarbij wilt helpen
Het onderzoek waarvan we in dit rapport verslag doen is uitgevoerd in het kader van de pilots Taalontwikkelend hbo van het Lectoraat Lesgeven in de multiculturele school (Beijer & Hajer, 2005). Binnen de opleidingen Economie, Mondzorgkunde en de Lerarenopleiding Wiskunde werken docenten en ontwikkelaars aan de taalvaardigheid van alle studenten binnen het reguliere curriculum. Het streven is delen van de curricula van de opleidingen zo vorm te geven dat ze bijdragen aan de taalontwikkeling van studenten en aan de bewustwording van docenten en studenten dat taal een integraal onderdeel is van studie en beroep en niet iets wat er los bij hangt. In het kader van deze pilots is in het studiejaar 2006-2007 flankerend onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoe je taalvaardigheidsniveaus kunt meten en naar de relatie tussen taalvaardigheid, taalleerstrategieën en de mate waarin studenten in staat zijn hun eigen taalvaardigheidsniveau in te schatten.
Logopedisten en klinisch linguïsten onderzoeken de taalontwikkeling van jonge kinderen met een vermoedelijke of al vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ze onderzoeken ook de taalvaardigheid van personen met afasie. Naast gestandaardiseerde tests worden samples spontane taal geanalyseerd. Hiervoor worden uitingen ontlokt aan de patiënten via vaste protocollen. De sessies worden opgenomen, getranscribeerd en vervolgens grammaticaal geanalyseerd. Bij de grammaticale analyse wordt bepaald welke soorten constructies en fouten voorkomen en in welke mate, en dit wordt vergeleken met een norm. Taal- en spraaktechnologie (TST) kan er in prin-cipe aan bijdragen om het proces van transcriptie en grammaticale analyse efficiënter te maken en mogelijk zelfs om de kwaliteit van de assessments te verhogen. In dit artikel richten we ons op de mogelijkheden van TST voor de analyse van kindertaal.
LINK