Dit essay legt het belang van de gelaagdheid in het sociaal werk bloot. Professionals willen weten hoe het werkt, organisaties wat er werkt en bestuurders waartoe het werkt. Omdat hierover tussen de verschillende partijen geen helderheid bestaat, ontstaat een Babylonische spraakverwarring en afrekencultuur. Een essay over de gelaagdheid van kennis in de sociale sector.
DOCUMENT
Bij de aanvang van het lectoraat 'sociale infrastructuur en technologie' was onze doelstelling te komen tot een inventarisatie van ict gebruik in de sociale sector. Daarbij ging het ons om praktijken en initiatieven in de sociale sector waarbij men gebruik maakt van moderne technologie ter versterking van de sociale infrastructuur, de leefbaarheid van samenlevingsverbanden, de participatie in de publieke besluitvorming, de hulp- en dienstverlening aan cliknten en deelnemers. Met de sociale sector worden alle institutionele arrangementen bedoeld die het werken aan welzijn als primaire doelstelling hebben. Het gaat hierbij niet om een zoveelste onderzoek teneinde een volledig, kwantitatief gericht beeld te krijgen. Er werd gestreefd naar een beschrijving van veelbelovende aanpakken, niet alleen binnen de institutionele welzijnszorg, maar ook projecten en activiteiten die op initiatief van burgers buiten de sociale sector-in strikte-zin zijn opgezet.
DOCUMENT
Al enkele decennia kampt de sociale sector met het beeld 'dat er maar wat gedaan wordt'. Effecten van interventies zijn moeilijk hard te maken en hartverscheurende incidenten waarbij het mis gaat, worden breed uitgemeten in de media. Er is daarom in de afgelopen decennia veel werk gemaakt van nieuwe sturings- en verantwoordingsinstrumenten, zoals de beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF). Deze publicatie beschrijft de huidige landelijke discussie en de Eindhovens situatie met betrekking tot sturing en verantwoording in lokaal sociaal beleid. Naast een stand van zaken worden voorstellen geformuleerd tot verbetering.
DOCUMENT
De textielsector is vandaag de dag grotendeels anoniem en gefragmenteerd: het is niet of nauwelijks bekend waar onze kleding vandaan komt, wie het maakt, en wat de impact op de natuur en mensen is. Dat zorgt voor verlies van vakkennis en vervreemding tussen mens en materiaal. The Linen Project (TLP), gestart in 2018 door CraftsCouncilNederland, wil daar verandering in brengen door zich in te zetten voor het verbouwen van vlas in Nederland met als doel relaties te herstellen en vitale kennis van maakprocessen te herontdekken en reactiveren. In het ‘3ha Vlas’-project van TLP zijn spelers in de keten -van vlaszaad, boer, spinner, wever en ontwerper- de uitdaging aangegaan om gezamenlijk 3 hectare biologisch vlas te verbouwen. Zij creëren hiermee een lerende gemeenschap waar het delen van kennis leidt tot een duurzame toekomst voor vlas. Binnen deze keten onderzoekt Avans -terwijl de keten het vlas in linnen producten verwerkt- hoe de partners samenwerken aan een duurzame textielketen. Niet alleen door het maken van producten, maar ook door nieuwe vormen van samenwerken te ontwikkelen, gebaseerd op gelijkwaardigheid, vertrouwen en gedeeld eigenaarschap. In dit verkennende onderzoek wordt inzicht verkregen in de rollen en wijze van risicodeling in een collectieve waardeketen van lokaal linnen. Dit met een ‘leren door doen’ aanpak vanuit een gezamenlijk begrip van elkaars positie in de keten, en vanuit risicodeling (financieel, tijd, kennis), zodat er beter op elkaar ingespeeld kan worden. Het project ontwikkelt enerzijds een gesprekstool die de rollen duidt: van ieders rol in het collectief en van het collectief als geheel. Anderzijds worden de principes voor risicodeling in een collectief in kaart gebracht, zodat een collaboratief waardemodel ontwikkelt kan worden. Deze resultaten kunnen vervolgens breder ingezet worden in de ontwikkeling van andere collectieve waardeketens.
Wat is de mogelijke rol van lokale duurzame energiesystemen en –initiatieven in de overgang naar een duurzame samenleving? En hoe kunnen op lokale toepassing gerichte innovaties worden ontwikkeld en toegepast op een zodanige manier dat deze bij lokale systemen en initiatieven aansluiten?Deze vragen staan centraal in dit onderzoeksproject dat zich richt op innovaties die rekening houden met een grotere rol van burgers bij een duurzame energievoorziening. Het project behelst echter meer dan het verrichten van onderzoek. Het beoogt bouwstenen te leveren voor een duurzame samenleving waarin meer ruimte is voor lokale (burger)initiatieven. We stellen drie deelprojecten voor:1. een vergelijkende studie naar energiecoöperaties en vergelijkbare innovatieve initiatieven, binnen en buiten Nederland, in heden en verleden. Daarbij hopen we lering te kunnen trekken uit de succesvolle ervaringen in Denemarken en Oostenrijk en van innovaties door coöperatiesen collectieven in het verleden.2. een analyse van energie-innovaties die beogen aan te sluiten bij lokale energiesystemen. Concreet zal het onderzoek zich richten op speciale batterijen, ontwikkeld dor het bedrijf Dr.Ten, en een soort slimme grote zoneboiler, ontwikkeld door het gelijknamige bedrijf Ecovat.3. De ontwikkeling van drie scenario’s, gebaseerd op inzichten uit studies 1 en 2. De scenario’s zullen bijvoorbeeld inhoudelijk verschillen in de mate waarin deze geïntegreerd zijn in bestaande energiesystemen. Deze zullen worden ontwikkeld en besproken met relevante stakeholders.Het onderzoek moet leiden tot een nauwkeurig overzicht van de mate van interesse en betrokkenheid van stakeholders en van de beperkingen en mogelijkheden van lokale energiesystemen en daarbij betrokken technologie. Ook leidt het tot een routemap voor duurzame energiesystemen op lokaal niveau. Het project heeft een technisch aspect, onderzoek naar verfijning en ontwikkeling van de technologie en een sociaal en normatief aspect, studies naar aansluitingsmogelijkheden bij de wensen en mogelijkheden van burgers, instanties en bedrijven in Noord-Nederland. Bovenal is het integratief en ontwerpend van karakter.This research proposal will explore new socio- technical configurations of local community-based sustainable energy systems. Energy collectives successfully combine technological and societal innovations, developing new business and organization models. A better understanding of their dynamics and needs will contribute to their continued success and thereby contribute to fulfilling the Top Sector’s Agenda. This work will also enhance the knowledge position of the Netherlands on this topic. Currently, over 500 local energy collectives are active in The Netherlands, many of them aim to produce their own sustainable energy, with thousands more in Europe. These collectives search for a new more local-based ways of organizing a sustainable society, including more direct democratic decision-making and influence on local living environment. The development of the collectives is enabled by openings in policy but –evenly important - by innovations in local energy production technologies (solar panels, windmills, biogas installations). Their future role in the sustainable energy transition can be strengthened by careful aligning new organizational and technological innovations in local energy production, storage and smart micro-grids.
Het project ‘Data Resonantie’ is een artistiek onderzoeksproject bedoeld om met behulp van moderne technologieën en persoonlijke data nieuwe manieren te ontdekken om in coronatijd veilige, gedeelde openbare ruimtes te creëren. Het onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van zowel praktische toepassingen als vernieuwende artistieke methodes in het veld van Mens Machine Interactie op het gebied van veiligheid en privacy in openbare ruimtes waar veel mensen komen en waardoor afstand houden ingewikkeld is. Dat gebeurt in de setting van een aantal labs waarin met persoonlijke data via real-time surveillance een audiovisuele ervaring wordt gegenereerd die participanten een veilige afstand toont, ze laat bijdragen aan de soundscape en ze tegelijkertijd mogelijk bewuster maakt van kwesties rondom het gebruik van persoonlijke data. In de respectievelijke labs zal gebruik worden gemaakt van de expertise van de betrokken partners op het gebied van artistiek onderzoek (Artistic Research Community/Frank Mohr Instituut), experimenteel artistieke settings (Re:Search:Gallery), geluidsresonantie (STEIN) en het gebruik van drones (Omnidones). De centrale vraagstelling is: Hoe kan een artistieke-technisch systeem, dat met behulp van een drone persoonlijke data vertaalt in sensorische ervaringen, individuen in staat stellen om door afstand te houden van elkaar een veilig gedeelde omgeving te co-creëren? Het project is een kruisbestuiving en interdisciplinaire samenwerking tussen een aantal verschillende organisaties in Noord-Nederland; Het is een voorbeeld van de wijze waarop artistiek onderzoekers met een hybride methodologie en met gebruikmaking van verschillende disciplines en expertises ingewikkelde maatschappelijke problemen ter hand kunnen nemen. Daarnaast resulteert het in nieuwe publieke toepassingen voor drone en audio technologieën met de potentie een uitweg te bieden aan sectoren die te lijden hebben onder de corona maatregelen, met in het bijzonder de evenementen industrie en de ermee verbonden horeca en retail.