An authentic learning environment full of meaningful ‘pearls of inspiration’ for initiators, students and education experts. Working paper 2009.
MULTIFILE
Over belang van goed opgeleide mensen om de positie van Nederland op de wereldmarkt in deze tijden te behouden of zelfs te verstevigen is al veel gezegd. In haar rede bij de opening van het schooljaar 2017-2018 bij Fontys Hogescholen verwees bestuursvoorzitter Nienke Meijer in dezen naar “een meter rapporten op mijn bureau”. In veel van die rapporten worden vanuit dat geschetste belang visies beschreven op wat dat voor het hoger onderwijs betekent. Digitalisering speelt daarbij een belangrijke rol. Nienke Meijer publiceerde begin september een essay “Nieuwe tijd, nieuwe vaardigheden. Van praten naar doen”. Eveneens begin september publiceerde de VSNU haar rapport “Digitalisering in universitair onderwijs een agenda voor een toekomstbestendig onderwijsaanbod”. In beide rapporten komen voorstellen voor actieplannen om digitalisering (nog) beter in te passen in het hoger onderwijs. Hoewel in beide rapporten vormen van open onderwijs de revue passeren, blijft het veelal beperkt tot wat Massive Open Online Courses (MOOC’s) kunnen betekenen voor het hoger onderwijs, en dan met name universiteiten. Deze constatering wordt ook gemaakt in een recent verschenen rapport over bevindingen van het project Opening Educational Practices in Scotland: “Policy discussion on open education is too narrowly focused on the use of MOOCs in the university sector”. Open onderwijs heeft echter veel meer verschijningsvormen. In dit essay wil ik nader ingaan op open(er) hoger onderwijs, mogelijk gemaakt door digitalisering. Hierbij zal ik aandacht besteden aan de diversiteit aan vormen van open onderwijs en de gevolgen die open onderwijs heeft voor de hogeronderwijsinstelling van vandaag en de toekomst.
Aeres University of Applied Sciences has placed internationalisation as a key driver in its overall strategy. By prioritising the internationalisation of education and educational consultancy the university has created solid opportunities for students, lecturers, and partners at regional, national, and international levels. Currently, more strategic development on internationalisation in applied research at Aeres is needed. There is an opportunity to utilise highly proficient researchers, state-of-the-art facilities, and an impressive national research portfolio, and for this, there is a need to develop international research agenda, a key priority for AeresResearch4EU. To address this need, Aeres University of Applied Sciences aims to strengthen its internationalisation efforts with its research activities, opening the door to many opportunities, and most importantly, creating an international research agenda spanning the university's three locations. The main objectives of AeresResearch4EU are to analyse the existing research strategy and professorships and develop them towards a global research agenda for the European Union. By focusing on international research projects, Aeres can further enhance its reputation as a leading institution for applied research in agriculture, food, environment, and green technologies. AeresResearch4EU aims to create new partnerships and collaborations with researchers and institutions across Europe, allowing Aeres to contribute to developing innovative and sustainable solutions to global challenges. With its strong commitment to internationalisation and its focus on applied research, Aeres University of Applied Sciences is poised to become an essential player in the European research landscape.
Het inrichten van een arbeidspool vraagt veel uithoudingsvermogen van ondernemers. Er is een leading ondernemer nodig. Commitment van de gemeente bij de arbeidspool is cruciaal. De continuiteit van de arbeidspool is afhankelijk van de projecten die bedrijven inbrengen.Onderzoek naar arbeidspools van MKB’ers die gezamenlijk willen voldoen aan verplichtingen vanuit social return in aanbestedingen en vanuit de Participatiewet/Quotumregeling. Het onderzoek richtte zich zowel op de juridische aspecten van de inrichting van een arbeidspool als op de ervaringen van ondernemers. De coöperatie was een van de vormen die centraal stond in dit onderzoek.
Sinds de ondertekening van CDKM zijn er in Nijmegen mooie resultaten geboekt wanneer het gaat om het betrekken van docenten, studenten en onderzoekers bij bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken in de stad Nijmegen. Er is veel geëxperimenteerd en geleerd, en een goede basis gelegd voor intensieve samenwerking. Tegelijkertijd is het ook duidelijk geworden dat deze samenwerking complex is, afstemming vraagt op meerdere niveaus binnen en tussen organisaties, en overbrugging vraagt van organisatiestructuren en onderwijssystemen. In 2022 hebben we als consortium gewerkt aan het opstellen van implementatieplannen om een antwoord te vinden op ervaren uitdagingen. Elke instelling heeft gewerkt aan een eigen implementatieplan specifiek gericht op de eigen uitdagingen en vraagstukken. Daarnaast hebben we een gezamenlijk implementatieplan voor het consortium opgesteld om zo richting te geven aan onze gezamenlijke langetermijnambitie. Deze trajecten hebben er voor gezorgd dat we de komende jaren als consortium met meer richting, focus, bestuurlijke commitment kunnen voortbouwen aan het bereiken van onze ambitie. De komende drie jaar staan in het teken van het uitvoeren van de opgestelde implementatieplannen. We gaan de werkwijze waarmee kennisinstellingen en gemeente interdisciplinair en/of multi-level werken aan maatschappelijke thema’s in de stad opschalen. We gaan dit doen op de volgende manier: 1. Meerjarige grote projecten (multilevel) – De inhoudelijke focus ligt op de twee inhoudelijke programmalijnen vanuit gemeente Nijmegen (langdurig, duurzaam ingebed), waarop kennisinstellingen aansluiten in onderwijsprojecten. 2. Kortlopende, actuele vraagstukken - Verbinden van kennisvragen en aanbod tussen gemeente en kennisinstellingen. Kortlopende vraagstukken waar ‘energie zit’ en waar snel op ingezet kan worden. 3. Kennisdeling en communityvorming - We werken zowel aan kennisdeling als aan communityvorming onder de paraplu van ‘Nijmegen Studiestad’. 4. Instellingen werken aan de doelstellingen van eigen implementatieplannen – Elke consortiumpartner werkt aan randvoorwaarden voor het werken aan maatschappelijke opgaven in het onderwijs. Voor elke instelling gelden hierbij andere aandachtspunten.