In response to demographic changes in the Netherlands, schools in the Dutch higher education sector aim to develop and implement diversity policies and interventions to increase the representation of ethnic minorities in the work place. How can such a structural movement for diversity development within an institution for higher education be achieved? This is the central research question in our study. In order to answer this question, we implemented a set of five interrelated diversity innovations in a relatively homogeneous school for higher education. The innovations were designed to increase both recruitment and retention of minority workers and an inclusive organisation culture where the extra value of diversity is appreciated and utilized. The outcomes of the interventions were studied, using various research methods such as interviews and observations. The analysis shows that the interventions have indeed stimulated an active involvement for diversity development in the organization. They increased the visibility in the minority community of the school as a potential employer that values diversity. They raised the awareness of both minority and majority employees in the school of the importance of diversity for the quality of their work, and showed them ways to make better use of this diversity. For the organization, they increased awareness of which organizational strategies, policies and practices can be used to become more diverse and make better use of the diversity that is present in the organisation. And most important, they increased the intention to actively integrate diversity in all organizational practices. These results underline the importance of involving all organizational members in designing and implementing diversity policies.
DOCUMENT
In 2022 is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een nieuwe aanpak van geldzorgen, armoede en schulden geformuleerd met als doel om armoede en schulden te halveren. Naast het oplossen van schulden is het ook van belang om beginnende geldzorgen aan te pakken: wat houdt de preventie van armoede en schulden in? Welke typen interventies richten zich op preventie? En wat is effectief bij het aanpakken van geldzorgen? Deze vragen hebben we beantwoord door een instrument te ontwikkelen om interventies eenduidig te beschrijven en in kaart te brengen welke elementen van interventies werkzaam zijn. De rapportage ‘Preventie van geldzorgen, armoede en schulden, verschillende typen interventies in kaart’ is het resultaat van een samenwerking tussen het Lectoraat Schulden en Incasso aan de Hogeschool Utrecht, het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag dat onderdeel is van de Universiteit Leiden en het Lectoraat Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. Het consortium bracht aan de hand van 30 interventies in kaart waar kansen liggen en ontwikkelde een format om toekomstige interventies te plotten. De resultaten van het project geven handvatten over hoe interventies samenhangend in beeld gebracht kunnen worden. Voor nu zijn een eerste dertigtal interventies systematisch gecategoriseerd en beschreven. Door dit te doen wordt zichtbaar welke doelgroepen er worden bediend, wat er bekend is over de impact van een interventie en welk doelgedrag er gestimuleerd wordt. Het laat ook zien welke hiaten er lijken te zijn. Zo zien we bijvoorbeeld in deze eerste analyse dat veel interventies zich op jongeren richten terwijl andere bevolkingsgroepen minder vertegenwoordigd zijn. Ook richten zich in verhouding veel interventies op het ondersteunen bij aanvragen voor inkomensondersteuning. Een derde opvallende bevinding is dat interventies zich nog vaak richten op het individu, bijvoorbeeld door het aanbieden van een coachingstraject, en minder op aanpassingen in het systeem. Tot slot valt op dat relatief weinig interventies zich richten op het verhogen van inkomens anders dan de ondersteuning bij het aanvragen van bestaande tegemoetkomingen.
DOCUMENT
Wat moeten hbo-studenten kennen en kunnen om straks als professionals ouders en kinderen van diverse culturele achtergronden te ondersteunen bij hun opvoeding en ontwikkeling? Hoe moet zo'n leerproces en curriculum eruit zien, wat vraagt dit van docenten? Het rapport Opleiden en professionaliseren in diversiteit en opvoeding beschrijft kernbegrippen die met diversiteit en opleiden samenhangen en analyseert onderwijsonderdelen van het curriculum Pedagogiek en Social Work op diversiteitgevoeligheid. Management, studenten en docenten spreken zich uit over de noodzaak tot (meer) aandacht voor culturele diversiteit in de klas, in de lessen, in de beroepspraktijk. Diversiteit moet steviger, als een rode draad in het onderwijs verweven zijn.
DOCUMENT
Film in kader van project Opleiden en Professionaliseren, Diversiteit in Vakmanschap.
YOUTUBE
Homebase is een verkennend onderzoek naar interventies ter preventie van jeugdcriminaliteit. Met deze verkenning willen wij bijdragen aan een stevige theoretische en praktijkgerichte basis voor beleidsontwikkelingen, en daarmee voor een preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit die de veerkracht van jongeren voorop stelt. Met als doel bijdragen aan preventie van jonge aanwas in de jeugdcriminaliteit en perspectief bieden aan groepen jongeren die opgroeien in kwetsbare en risicovolle omstandigheden. Wat hebben jongeren in de wijk nodig om hun veerkracht en sociale identiteit te versterken, en perspectief te krijgen op een kansrijke en betekenisvolle ontwikkeling buiten de criminaliteit? Op welke manier kan hieraan ondersteuning geboden worden? Het lectoraat Jeugd en Samenleving heeft in samenwerking met het lectoraat Aanpak Jeugdcriminaliteit van Hogeschool Leiden en lectoraat Youth Spot van Hogeschool van Amsterdam verkennend onderzoek gedaan in opdracht van de Directie Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken.
DOCUMENT
Diversiteit is een gegeven, in iedere groep verschillen leerlingen of studenten van elkaar. Op gebied van hun culturele en/of sociaal-economische achtergrond, maar ook wat betreft hun capaciteiten, motivatie en leerstijl. Ook interesses verschillen en de mate van zelfsturing. Diversiteit is er in iedere groep. Waarderen kun je interpreteren als ‘appreciëren of op prijs stellen’. Het betekent echter ook ‘inschatten of evalueren’. Niet iedereen waardeert diversiteit in de eerste zin van het woord; het is dan ook een enorme uitdaging om goed af te stemmen op diversiteit. In deze tijd van Passend Onderwijs en het M-decreet wordt dit in het onderwijs echter wel van je verwacht. Niet alleen door de overheid, maar ook door de school zelf. In vrijwel iedere visie en missie ligt de nadruk op talentontwikkeling, eigenaarschap, gepersonaliseerd leren of een andere term die verwijst naar het ondersteunen van de ontwikkeling van individuele leerlingen. Hoe jij als onderwijsprofessional diversiteit waardeert, in de tweede zin van het woord, heeft veel invloed op jouw handelen, op wat je uitstraalt en op de ontwikkeling van de leerlingen die jij lesgeeft. Daar gaat dit themanummer over. Waarderen van diversiteit gaat in de kern om jezelf kennen en de ander te willen leren kennen. Je eigen opvattingen, houding en verwachtingen, die je gedurende je leven hebt gevormd, bepalen hoe je kijkt naar diversiteit tussen leerlingen en naar jouw rol als professional. Kun je open en onbevooroordeeld naar leerlingen en hun ouders kijken en proberen te begrijpen hoe een ander naar dingen kijkt, denkt en leert?
DOCUMENT
Hogeschool van Amsterdam heeft het thema diversiteit als een van haar beleidsspeerpunten geformuleerd. In het hoger onderwijs is al geruime tijd veel aandacht voor de thema’s diversiteit en inclusie. Het Faculteit Business en Economie van de Hogeschool van Amsterdam heeft een onderzoek door het Hogeschool-lectoraat Teamprofessionalisering van Daniel van Middelkoop geïnitieerd teneinde inzicht te verkrijgen in de wijze waarop docenten en management met diversiteit en inclusie omgaan in de dagelijkse onderwijspraktijk. Deze inzichten zijn waardevol, maar zijn waardevoller als daarbij ook de stem van studenten wordt gehoord. In het onderzoek dat in dit rapport zal worden toegelicht, staat de vraag centraal hoe studenten van het Faculteit Business en Economie het thema diversiteit en inclusie beleven binnen de Hogeschool. Wat is volgens hen een diverse en inclusieve hogeschool? Wat zijn voorwaarden om dat te bewerkstelligen? Voelen ze zich thuis? Wat zijn hun ervaringen en belevingen binnen de opleiding waaraan ze studeren als het gaat om het contact met docenten, met medestudenten, de dynamiek tijdens de colleges of de inhoud van het curriculum? Dit rapport weerspiegelt de ervaringen en belevingen van de studenten van de vijf opleidingen: Bedrijfskunde, Commerciële Economie, Finance en Accounting, HRM en de internationale opleiding Amsib. Beoogd wordt aan het einde van de onderzoeksperiode, die uit twee delen bestaat en in oktober 2022 wordt afgesloten, inzicht te bieden in de wijze waarop de opleidingen een divers en inclusief opleidingsklimaat kunnen realiseren. De deeltijdopleiding heeft in een eerdere fase al met hun studenten gesproken, voor deze opleiding zijn gedurende de onderzoeksperiode drie inspiratiesessies voor het management- en het docententeam georganiseerd.
DOCUMENT
Diversiteit is overal in de samenleving aanwezig, zo ook in de klas en in het werkveld waar studenten voor worden opgeleid. Het is daarom belangrijk dat docenten goed kunnen omgaan met diversiteit en dat het onderwijs de studenten ook de competentie ‘kunnen omgaan met diversiteit’ zou moeten leren. In het onderzoek ‘De kracht van diversiteit’ hebben we onder andere onderzocht in hoeverre studenten en docenten deze competentie al bezitten en wat er nodig is om deze verder te ontwikkelen. Immers, om de kracht van diversiteit ten volste te kunnen benutten is het van belang om in eerste instantie te weten hoe je met diversiteit om kunt gaan. Waar sommige docenten en studenten deze competentie al bezitten, moet deze bij anderen nog verder worden ontwikkeld. In deze handreiking geven we een aantal concrete handvatten om hieraan te werken en laten we zien waar de kracht van diversiteit benut wordt. Deze handvatten zijn deels gebaseerd op het onderzoek dat is gedaan en deels op ervaringen in het onderwijs van de (docent-) onderzoekers die een bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. Met medewerking van Marette Ebert, Mai Groenevelt, Machteld de Jong, Femke Kaulingfreks en Guido Walraven
DOCUMENT
Hoofdstuk (65-67) in DIVERS: slotpublicatie van het ZonMw-programma Diversiteit en Jeugdbeleid
DOCUMENT
Het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek eist van bestuurders en leidinggevenden in het hbo meer aandacht voor de kwaliteit van het onderzoek. Zo moeten lectoraten expliciete kwaliteitscriteria hebben. Dat is gezien de diversiteit aan onderzoek geen sinecure. Zijn er criteria beschikbaar die recht doen aan deze diversiteit?
LINK