De gemeente Den Haag heft sinds 2010 zeven outdoor fitness locaties aangelegd om haar inwoners meer te laten bewegen. Maar worden deze 'fitplaatsen' wel gebruikt? En wat zijn de randvoorwaarden en succesfactoren voor gebruik van de Haagse fitplaatsen?
DOCUMENT
Voor een sportieve en vitale samenleving zijn openbare sportvoorzieningen in de directe woonomgeving van de inwoners van groot belang. Openbare ruimte is in Nederland echter schaars. De beperkte ruimte die beschikbaar is voor sport en recreatie moet zo optimaal mogelijk worden ingericht. Zo ook outdoor fitness locaties: openbare sportvoorzieningen met veilige en laagdrempelige fitness toestellen. In dit stappenplan worden 10 stappen benoemd die van belang zijn voor het creëren van succesvolle outdoor fitness locaties: 6 stappen die van belang zijn bij het aanleggen van een nieuwe locatie en 4 stappen die van belang zijn voor het bevorderen van het gebruik van zo’n locatie. Dit stappenplan is opgesteld aan de hand van een onderzoek van het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving van De Haagse Hogeschool naar het gebruik van zeven ‘fitplaatsen’ in de gemeente Den Haag.
DOCUMENT
Achtergrond en aanleiding De gemeente Den Haag streeft naar een sportief en vitaal Den Haag, naar een stad waarin sport voor iedereen toegankelijk is en alle Hagenaars een actieve en gezonde leefstijl hebben. Goede sportvoorzieningen met voor iedereen wat wils maken onderdeel uit van deze ambitie. Een voorbeeld van zulke sportvoorzieningen zijn de Haagse ‘fitplaatsen’: openbare sportvoorzieningen met veilige en laagdrempelige fitnesstoestellen. De gemeente heeft sinds 2010 zeven fitplaatsen aangelegd. De komende jaren wil zij het aantal fitplaatsen uitbreiden en de bestaande fitplaatsen optimaliseren. Om meer inzicht te krijgen in het gebruik en de succesfactoren van de fitplaatsen heeft het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving van De Haagse Hogeschool met subsidie van de gemeente Den Haag een onderzoek uitgevoerd. In het onderzoek stonden twee vragen centraal: • Door wie, hoe vaak en voor welke doeleinden worden de fitplaatsen in Den Haag gebruikt? • Wat zijn belangrijke randvoorwaarden en succesfactoren voor het gebruik van fitplaatsen? Op basis van de onderzoeksresultaten zijn aanbevelingen geformuleerd ter optimalisatie van bestaande fitplaatsen en is een stappenplan opgesteld met aandachtspunten voor nog te realiseren fitplaatsen. Aanpak In het voorjaar van 2014 zijn zeven Haagse fitplaatsen beoordeeld aan de hand van een checklist. Hierbij is o.a. gekeken naar het aantal en soort fitnesstoestellen, staat van onderhoud, verlichting, toegankelijkheid, overige faciliteiten, beschutting etc. Het ging om de volgende fitplaatsen: • De Speelweide in het Zuiderpark; • Strand van Scheveningen bij strandpaviljoen Hart Beach; • Het Ketelplein in Laak; • Diamanthorst in Mariahoeve; • Escamplaan bij korfbalvereniging Ready; • Fitplaats 55plus Vlielandsestraat in Duindorp; • Bosjes van Zanen in Benoordenhout. Het gebruik van de fitplaatsen is vervolgens op drie doordeweekse dagen en een weekenddag systematisch in kaart gebracht met behulp van de SOPARC methode (System for Observing Play and Recreation in Communities). Hierbij is in de ochtend, middag en avond een uur lang iedere vijf minuten het volgende genoteerd: aantal gebruikers, leeftijdscategorie, geslacht, etniciteit, type activiteit en intensiteit niveau van de activiteiten. In totaal hebben er 1008 (4x3x12x7) observaties plaatsgevonden. Door middel van surveyonderzoek onder 37 gebruikers en 86 niet-gebruikers van de fitplaatsen is aanvullende informatie verkregen over o.a. beweegredenen, gebruikersfrequentie, algehele mate van lichamelijke activiteit, tevredenheid over de fitplaatsen en verbeterpunten van de fitplaatsen. Tot slot hebben ook gesprekken en interviews plaatsgevonden met gebruikers, niet-gebruikers, experts en potentiële samenwerkingspartners om randvoorwaarden en succesfactoren voor het gebruik van fitplaatsen in kaart te brengen. Zo hebben er interviews plaatsgevonden met de Gelderse Sportfederatie, een (speel)toestellen leverancier (Yalp), de gemeente Den Haag, de Health Club in Den Haag en een buurtsportcoach werkzaam voor verschillende afdelingen van de gemeente Den Haag. Resultaten Fitplaats Zuiderpark is de meest succesvolle locatie van de onderzochte fitplaatsen in Den Haag. Op alle observatiemomenten was hier een aanzienlijke groep mensen actief (gemiddeld 14 per uur). Op twee andere fitplaatsen (Strand en Ketelplein) zijn af en toe actieve mensen geobserveerd, maar op de overige fitplaatsen was per uur gemiddeld minder dan 1 persoon aanwezig. Er waren hierbij nauwelijks verschillen tussen de ochtend, middag en avond. Het aantal mannelijke en vrouwelijke gebruikers was ongeveer gelijk. Het percentage volwassenen (21-55 jaar) was het hoogst (47%), gevolgd door kinderen tot 12 jaar (30%), ouderen (13%) en jongeren (10%). Het percentage gebruikers van niet-Westerse afkomst was bijna vier keer hoger dan het percentage autochtone gebruikers (78% versus 22%). De meest voorkomende beweegredenen om gebruik te maken van de fitplaatsen waren het verbeteren van gezondheid, kracht en conditie. Andere opvallende resultaten uit de enquêtes zijn: • 88% vindt de fitplaats een aanwinst voor de buurt; • 66% geeft aan veel bekenden te ontmoeten op de fitplaats; • 53% heeft nieuwe contacten opgedaan door de aanleg van de fitplaats; • 34% geeft aan meer te sporten door de aanleg van de fitplaats; • 25% sport nu op de fitplaats in plaats van het doen van een andere sportieve activiteit; • 22% vraagt andere gebruikers wel eens om plaats te maken om zelf te kunnen bewegen op de fitplaats; • 0% ondervindt meer overlast sinds de aanleg van de fitplaats. Goede bereikbaarheid, goed onderhoud, een flexibel rooster, gratis kunnen sporten, afvalbakken en bankjes vinden gebruikers erg belangrijk. Suggesties ter verbetering die gebruikers hebben gegeven, zijn: meer variatie in het aanbod van fitnesstoestellen, zwaardere toestellen, beter onderhoud, minder afval, snellere afhandeling van mankementen, sportlessen, duidelijke regels, instructieborden met oefeningen voor beginners en gevorderden en een website met aanvullende informatie. Daarnaast gaven ouderen specifiek aan behoefte te hebben aan begeleiding. Niet-gebruikers gaven aan het (te) druk te hebben, het te ver te vinden en het raar te vinden om buiten te sporten. Opvallend was ook het hoge percentage respondenten (36%) dat geen enkele fitplaats in Den Haag kende. Conclusies en aanbevelingen Het merendeel van de Haagse fitplaatsen wordt momenteel niet optimaal gebruikt. Fitplaats Zuiderpark is wel een succes. Op alle observatiemomenten was hier een aanzienlijke groep mensen actief. Het minimale gebruik van de overige fitplaatsen kan onder andere worden verklaard doordat inwoners niet van het bestaan van deze fitplaatsen afweten. Promotie is dus een belangrijke factor waarop ingespeeld zal moeten worden door o.a. informatie in wijkkrantjes en op de website van de gemeente, voorlichtingsavonden, kennismakingsbijeenkomsten en structurele groepslessen op de fitplaats. Verder spelen ligging (met name zichtbaarheid) en sfeer een grote rol. Als de fitplaats niet direct zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt aangeraden om borden te plaatsen in de omgeving van de fitplaatsen die mensen wijzen op de ligging. Het is tevens van belang de fitplaats goed te onderhouden, mankementen snel te verhelpen en er voor te zorgen dat er geen afval rondslingert op de fitplaats. Daarnaast geven resultaten aan dat als er eenmaal gebruikers aanwezig zijn, dit een stimulerende werking kan hebben. Het is daarom van belang om, o.a. via samenwerkingen met omliggende instanties en professionals er voor te zorgen dat de fitplaatsen in beeld komen en blijven. Hierbij kan gedacht worden aan wooncentra voor ouderen, buurthuizen en scholen, maar ook aan professionals als fysiotherapeuten, buurtsportcoaches, combinatie-functionarissen en begeleiding die kan worden geboden vanuit de leveranciers van de toestellen. Deze begeleiding is met name van belang om de doelgroep ouderen naar de fitplaatsen te krijgen en te houden. Belangrijke randvoorwaarden voor een succesvolle fitplaats zijn: • Bekendheid; • Zichtbaarheid; • Goede bereikbaarheid en toegankelijkheid; • Goed onderhoud. Succesfactoren van de meest gebruikte fitplaatsen zijn daarnaast: • Promotie; • Begeleiding; • Combinatie van sporten en ontmoeten; • Variatie. De randvoorwaarden en succesfactoren die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn verwerkt in een stappenplan met 6 stappen die van belang zijn bij het aanleggen van een fitplaats en 4 stappen die van belang zijn voor het bevorderen van het gebruik van een fitplaats. Stappenplan succesvolle fitplaats 1. Definieer de visie en ambities en leidt daar het doel vanaf. 2. Bepaal de primaire doelgroep. 3. Selecteer de optimale locatie. 4. Creëer helderheid over beschikbaar budget voor participatie, ontwerp, inrichting, onderhoud en promotie. 5. Voer een netwerkanalyse en behoeftepeiling uit. 6. Bepaal samen met de gebruikers en samenwerkingspartners de optimale inrichting. 7. Bepaal hoe het gebruik kan worden gestimuleerd. 8. Creëer eigenaarschap en investeer in een netwerk van samenwerkingspartners. 9. Schep randvoorwaarden voor de sociale veiligheid. 10. Maak een onderhouds- en beheerplan.
DOCUMENT
In Haarlem hebben de gemeente en Stichting SportSupport Kennemerland, de organisatie die het lokaal sportbeleid uitvoert, de ambitie om zoveel mogelijk inwoners aan het wandelen te krijgen en de overtuiging is dat een beweegvriendelijke omgeving dat stimuleert. Om het succes te vergroten van de wandelinterventies die in de Haarlemse openbare ruimte worden aangeboden zijn in dit onderzoeksproject twee wandelinterventies geëvalueerd: de KWIEK-beweegroute en de Nationale Diabetes Challenge. In deze evaluatie is gekeken naar: 1) het gebruik van deze interventies; 2) succes- en faalfactoren voor het gebruik door professionals en bewoners; en 3) werkzame elementen in de integrale samenwerking bij het werken aan een beweegvriendelijke openbare ruimte. Het gebruik van de interventies en bijbehorende faal- en succesfactoren zijn onderzocht met behulp van observaties, interviews en een focusgroep. De integrale samenwerking bij het stimuleren en behouden van een beweegvriendelijke omgeving is onderzocht met behulp van interviews en een focusgroep. De conclusie uit het onderzoek is dat de twee wandelinterventies verschillend worden gebruikt. De KWIEK-beweegroute wordt nauwelijks gebruikt en lijkt geen passende interventie op de gekozen locatie voor de breed gekozen doelgroep. Het blijkt noodzakelijk om activiteiten en begeleiding (‘software’ uit het Model Beweegvriendelijke Omgeving [BVO-model] van het Kenniscentrum Sport en Bewegen) aan te bieden bij een beweegroute in de openbare ruimte. Een dragend netwerk is nodig voor het promoten, gebruiken en onderhouden van de interventie. De Nationale Diabetes Challenge (NDC) werd wel gebruikt. In 2022 begonnen in Haarlem meer dan 30 deelnemers aan deze interventie, waarvan 26 deelnemers de NDC hebben afgerond. Zij waren positief over deze wandelchallenge en scoorden de interventie gemiddeld met het cijfer 8,6 (op een schaal van 1 tot 10). De invloed van een aantrekkelijke, groene en afwisselende openbare ruimte, een goede wandelbegeleider en differentiëren op individueel niveau werden gerapporteerd als doorslaggevende factoren voor succes. Wat betreft het integraal werken aan een beweegvriendelijke omgeving blijkt dat dit een ingewikkeld proces is. Het is een thema dat veel beleidsterreinen raakt, en het is dus zoeken naar de juiste professional bij de betreffende vraag of actie en het snappen van andermans belang en beleid. Politiek draagvlak, elkaar ontmoeten en begrijpen, een gezamenlijk beeld en visie op het onderwerp, genoeg tijd en capaciteit bevorderen de integrale samenwerking. Op basis van deze conclusies worden in dit rapport aanbevelingen gedaan aan de gemeente en betrokken sport-, zorg- en welzijnsorganisaties ter verbetering van de onderzochte beweeginterventies en de integrale samenwerking bij het realiseren en onderhouden van een beweegvriendelijke openbare ruimte.
MULTIFILE
-het verloop onder fitnessklanten is groot, mede als gevolg van de toenemende concurrentie. Omdat verwacht wordt dat klantenwerving niet eenvoudiger wordt, zullen fitnesscentra zich meer moeten richten op klantbehoud; -om de retentie te verhogen is het nodig de aandacht te verschuiven van het functionele aanbod naar het bieden van emotionele of relationele meerwaarde door het aangaan en onderhouden van relaties met klanten. Klantkennis is hiervoor onontbeerlijk; -motieven om te fitnessen kunnen worden gegroepeerd op vier continua: presteren-compenseren, discipline-vrijheid, extrinsiek-intrinsiek en individueel-gezamenlijk. Op basis hiervan kunnen vijf groepen fitnessers onderscheiden worden: de resultaatfitnesser, de gedreven fitnesser, de onderhoudsfitnesser, de liefhebber en de sociale fitnesser.
MULTIFILE
De gemeente Den Haag heeft zeven outdoor fitness locaties aangelegd ter beweegstimulering van haar inwoners. Om inzicht te krijgen in het gebruik, belangrijke randvoorwaarden en succesfactoren van de Haagse ‘fitplaatsen’ heeft het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving op vier dagen systematisch geobserveerd. Daarnaast zijn enquêtes en interviews afgenomen onder (niet-) gebruikers en professionals. Fitplaats Zuiderpark is de meest succesvolle locatie van de onderzochte fitplaatsen. Op alle observatiemomenten was hier een aanzienlijke groep mensen actief (gemiddeld 14 per uur). Op twee andere fitplaatsen (Strand en Ketelplein) zijn af en toe actieve mensen geobserveerd, maar op de overige fitplaatsen was per uur gemiddeld minder dan 1 persoon aanwezig. Bekendheid, zichtbaarheid, goede bereikbaarheid en goed onderhoud zijn belangrijke randvoorwaarden. De belangrijkste succesfactoren zijn promotie en begeleiding. Het merendeel van de Haagse fitplaatsen wordt momenteel niet optimaal gebruikt. Om hier verandering in aan te brengen is een stappenplan opgesteld.
DOCUMENT
In veel statistieken is fitness de meest beoefende sport in Nederland. De dominante verklaring hiervoor is dat mensen in een geïndividualiseerde cultuur meer gericht raken op het uiterlijk en de gezondheid. Met behulp van fitness kan het lichaam worden getraind en in de gewenste vorm gebracht. Ten tweede past fitness in een rationele en doelgerichte samenleving. Fitness kan worden gezien als efficiënt middel om te bewegen, net als fastfood een relatief snelle en efficiënte manier is om de honger te stillen. Op grond van empirisch onderzoek blijken deze verklaringen niet voldoende. Met behulp van de theorie van Max Weber over de protestantse ethiek en het kapitalisme laat dit artikel zien dat de motivatie om te blijven fitnessen doorgaans te simpel wordt afgespiegeld. Fitness moet niet alleen worden begrepen in het licht van een postmoderne consumptiesamenleving, maar ook in het licht van een moderne puriteinse fitnessethiek waar hard werken een doel op zich is.
LINK
De gemeente Utrecht heeft de Stichting Harten voor Sport (HvS) voor de periode 2013-2017 de opdracht verleend om als stedelijke organisatie uitvoering te geven aan Sport en Bewegen in de Buurt. Harten voor Sport heeft de taak om de sport- en beweegdeelname in de stad te vergroten door sport- en beweegprogramma’s voor jeugd, jongeren, volwassenen en ouderen te faciliteren en organiseren. Hiervoor stuurt de stichting Utrechtse beweegmakelaars, vitaliteitsmakelaars, buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen aan die werkzaam zijn in de wijken en samenwerken met o.a. buurtbewoners, sportverenigingen, welzijnsorganisaties, gezondheidscentra en scholen. De gemeente Utrecht heeft de stichting Harten voor Sport tevens gevraagd om de maatschappelijke opbrengsten van haar activiteiten jaarlijks te meten en verantwoording af te leggen voor de geleverde prestaties. Hiermee wil de gemeente stimuleren om – indien nodig – de aanpak bij te stellen en vanuit een lerende houding de afspraken tussen beide partijen jaarlijks te kunnen aanscherpen en verbeteren. Harten voor Sport heeft daarom samen met het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling (PMO) van de Hogeschool Utrecht een (meerjaren-)onderzoekstraject uitgevoerd naar de maatschappelijke opbrengsten en het toewijzen van deze effecten aan de programma’s van Harten voor Sport. Dit is een vervolg op de rapportage: ‘De bijdrage van Harten voor Sport (2014). Maatschappelijke opbrengsten en werkzame factoren’, van Van Rooijen & Smits (2015) waarbij het accent lag op de samenwerking met de (sport)intermediairs. In de voorliggende rapportage ligt de focus op de opbrengsten van de Harten voor Sport programma’s en methodieken die de beweegmakelaars inzetten om het sport- en beweeggedrag van Utrechters te stimuleren.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft de achtergrond en bevindingen van een studie naar de bijdrage van job crafting aan duurzame inzetbaarheid. Job crafting gaat uit van het principe dat werknemers zelf bewust (en soms minder bewust) aanpassingen doen aan de taakinhoud en –uitvoering, zodat het werk beter aansluit bij veranderende behoeftes, sterktes en (cognitieve of fysieke) vermogens. In het kader van een TNO-onderzoeksprogramma1 gericht op de bevordering van duurzame inzetbaarheid onder oudere werknemers in de context van lagergeschoold werk zijn de mogelijkheden van job crafting binnen 3 pilotorganisaties verkend.
DOCUMENT
Deze verkennende studie is geïnitieerd door het Lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling van de Hogeschool Utrecht, vanuit de onderzoekslijn ‘Maatschappelijke Impact van Sport en Bewegen’ (MISB). De studie sluit aan bij de twee reeds genoemde MISB onderzoeken, te weten het (promotie)project ‘U on Board’ en de vier jaar durende studie CISE (Calibrating Inclusive Sporting Encounters, 2019) die uitgevoerd wordt met een groot onderzoeksconsortium in de steden Eindhoven en Utrecht.
DOCUMENT