Verslag van een onderzoek naar de relatie tussen investeringen in ICT en de marktstructuur van een bedrijfstak. epresnteerd op een PhD worksop.
DOCUMENT
Bij een aan- of afwezigheidsdetectie zijn de moleculair diagnostische methoden (PCR) sneller dan de klassieke kweekmethode. De detectiegrenzen die de fabrikanten van beide PCR kits aangeven worden ruimschoots gehaald, terwijl detectie bij de klassieke kweekmethode regelmatig bemoeilijkt werd of onmogelijk was door stoorflora. Zowel deze flora als de matrix hebben geen invloed op de detectiegrens van beide PCR kits.
DOCUMENT
Abstract Background One of the most problematic expression of ageing is frailty, and an approach based on its early identification is mandatory. The Sunfrail-tool (ST), a 9-item questionnaire, is a promising instrument for screening frailty. Aims • To assess the diagnostic accuracy and the construct validity between the ST and a Comprehensive Geriatric Assessment (CGA), composed by six tests representative of the bio-psycho-social model of frailty; • To verify the discriminating power of five key-questions of the ST; • To investigate the role of the ST in a clinical-pathway of falls’ prevention. Methods In this retrospective study, we enrolled 235 patients from the Frailty-Multimorbidity Lab of the University-Hospital of Parma. The STs’ answers were obtained from the patient’s clinical information. A patient was considered frail if at least one of the CGAs’ tests resulted positive. Results The ST was associated with the CGA’s judgement with an Area Under the Curve of 0.691 (CI 95%: 0.591–0.791). Each CGA’s test was associated with the ST total score. The five key-question showed a potential discriminating power in the CGA’s tests of the corresponding domains. The fall-related question of the ST was significantly associated with the Short Physical Performance Battery total score (OR: 0.839, CI 95%: 0.766–0.918), a proxy of the risk of falling. Discussion The results suggest that the ST can capture the complexity of frailty. The ST showed a good discriminating power, and it can guide a second-level assessment to key frailty domains and/or clinical pathways. Conclusions The ST is a valid and easy-to-use instrument for the screening of frailty.
DOCUMENT
Het belang van robots in het onderwijs groeit. Robots dragen bij aan leerondersteuning, werkdrukvermindering en bereiden kinderen voor op een samenleving waarin robots een steeds grotere rol spelen. Toch lijkt grootschalige adoptie uit te blijven. Na een kortdurende periode van enthousiasme, verdwijnt de robot vaak in de kast. Terwijl de potentie juist zit in het blijven leren met robots. De motivatie van kinderen hangt samen met de relatie die ze met de robot kunnen opbouwen. Door deze relatievorming beter te begrijpen en te stimuleren, kan de motivatie worden behouden en toenemen. Onderzoek biedt echter weinig richtlijnen voor hoe robots in de praktijk relaties kunnen stimuleren. Er is behoefte aan een overzicht van relatievormingsfactoren die praktisch, technisch en financieel mogelijk zijn. Ook is behoefte aan instrumenten waarmee de relatievorming (en daarmee meerwaarde) eenvoudig in de praktijk gemeten en langdurig gemonitord kan worden. Deze twee behoeftes uit de praktijk zijn vertaald naar twee concrete onderzoeksvragen die beantwoord worden binnen een interdisciplinair consortium bestaande uit robotbouwers/leveranciers, onderwijs- en jeugdspecialisten, en robot/AI/digitale media onderzoekers. De onderzoekers inventariseren de potentiële relatievormingsfactoren en meetinstrumenten om deze vervolgens in en met de praktijk te evalueren op praktische toepasbaarheid. De geselecteerde methoden worden vervolgens vertaald in een opportunity map met de potentiële relatievormingsfactoren voor de industrie, en een website met relatievormingsmeetinstrumenten voor de industrie, het onderwijs en onderzoek. De praktijkpartners kunnen met deze kennis de robots aanpassen en evalueren op het vermogen relaties te vormen, met als doel de meerwaarde van robots zichtbaar te maken en adoptie onder scholen te vergroten. Het streven is om met het nieuw gevormde consortium ook een vervolgaanvraag in te dienen waarin de relatievormingsfactoren toegepast worden in verschillende contexten, de meetinstrumenten gevalideerd worden, en relatievorming longitudinaal getoetst wordt.
Hoewel het aantal jeugddelinquenten in Nederland de afgelopen tien jaar is afgenomen, blijft het recidivepercentage van jeugddelinquenten en jongvolwassenen na gevangenisstraf hoog. Oftewel, een groot deel van de jongeren profiteert van goede forensische zorg, maar de effectiviteit van de forensische jeugdzorg heeft desalniettemin verbetering nodig.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool