Deze aanzet tot basismethodiek is bedoeld als een eerste stap om te komen tot een handelingskader voor de generalisten van WIJeindhoven. De hoop is dat deze aanzet in samenspraak met generalisten, specialisten, bewoners en beleidsmakers uitgroeit tot een volwaardige basismethodiek die de generalist houvast geeft wanneer hij dat nodig heeft, maar die hem niet voorschrijft hoe hij in welke situatie moet handelen. De generalist moet immers maatwerk kunnen leveren en mogen vertrouwen op zijn expertise.
In dit artikel doen we verslag van een onderzoek naar het vakmanschap van de vmbo-docent in de bovenbouw. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het innovatiearrangement Professional in Beeld (PiB) waarin drie vmbo-scholen en de lerarenopleiding Archimedes van de Hogeschool Utrecht gewerkt hebben aan het ontwikkelen van opleidings- en professionaliseringsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van het vakmanschap van de vmbo-docent. In het onderzoek zijn negen praktijksituaties gefilmd en zijn met de betreffende docenten de praktijksituaties volgens de Stimulated Recall-methode nabesproken. De observaties en reflecties zijn getypeerd aan de hand van een daarvoor ontwikkeld kijkkader. De resultaten konden vertaald worden in vijf vignetten die de kern van het vakmanschap van de vmbodocent samenvatten: pedagogisch aansluiten, didactisch aansluiten, beroepsgericht werken, contextgericht werken, aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief. Het artikel is als volgt opgebouwd. Eerst schetsen we de aanleiding en kader van het onderzoek. Daarna beschrijven we achtereenvolgens het kijkkader (onze operationalisering van het vakmanschap), de onderzoeksvraag, de onderzoeksgroep, de onderzoeksmethode en de dataverzameling en -analyse. Vervolgens gaan we in op de resultaten. We sluiten af met conclusies en aanbevelingen voor de lerarenopleiding
Het is erg moeilijk om het welzijn van herpeten vast te stellen zonder invasieve handelingen, zoals corticosteron metingen in het bloed, te verrichten. Dit onderzoek richt zich op het gebruik van non-invasieve (observatie en ontlasting) methoden als valide indicaties van het welzijn van herpeten. Zo kunnen stesshormonen gemeten worden in ontlasting van herpeten (Scheun, Greeff, & Ganswindt, 2018) waardoor bloedonderzoek niet nodig is. Onderzoek heeft uitgewezen dat bij in het wild levende herpeten (roodwangschildpadden, Cash et al. 1997) al binnen een half uur het corticosteron gehalte in het bloed significant hoger is na een hanteersessie. Het is nog niet bekend hoelang het duurt voordat deze corticosteron in de ontlasting te vinden is. De focus van dit onderzoek ligt op de baardagame (Pogona vitticeps) als meest gehouden herpeet in gevangenschap. Na validatie van de observeerbare stressindicatoren met metingen van stresshormonen in de ontlasting, zullen er dieren worden gehuisvest volgens verschillende richtlijnen; bijvoorbeeld van LICG, PvH, het Groot Handboek Terrariumkunde. Vervolgens wordt er gekeken of er een verschil is in de uitingen van stressindicatoren bij verschillende huisvestingsmethoden. Met de metingen van stresshormonen kan tegelijkertijd de vraag beantwoord worden hoelang corticosteron in de ontlasting zichtbaar blijft. De verwachte op te leveren producten zijn; observeerbare gedragsindicatoren voor het meten van welzijn bij de Baardagame, richtlijnen voor het bepalen van welzijn van de Baardagame door professionals zoals de RVO en bijgestelde huisvestingsrichtlijnen te gebruiken door de hobbyist. Dit (praktijk)onderzoek is een samenwerking tussen drie Aeres mbo-locaties Dierverzorging, het practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid, het lectoraat ‘Smart Animal Behaviour & Welfare Management’ van Hogeschool Van Hall Larenstein, een dierenartspraktijk en twee belangenverenigingen. De onderzoeksvraag luidt; ‘Is er een correlatie tussen observeerbare stressindicatoren en de stresshormoon spiegel van de Baardagame’?
Het practoraat "Dierenwelzijn en Gezondheid" van Aeres MBO Barneveld heeft, in het verleden, onderzoek gedaan naar de fysiologische belasting van paarden tijdens het rijden en longeren. Uit de hartslagmetingen bleek dat longeren meer inspanning vergt dan rijden. Deze bevinding leidde tot aanpassing van de belastingscoëfficiënt voor paarden, die wordt geregistreerd met behulp van de HTP-software (Hippisch Totaal Pakket). Twee ondernemers uit de hippische sector vroegen vervolgens om onderzoek naar de inspanning van manegepaarden in relatie tot het niveau van lessen en ruiters. Manegepaarden zijn cruciaal voor manegebedrijven en hun fysiologische belasting tijdens lessen moet gezond blijven. Het onderzoek richt zich op het meten van hartslag en het herkennen van verschillende gedragsindicatoren, zoals zweetproductie, gezichtsuitdrukkingen en lichaamsuitingen (het extreem bewegen met het hoofd, bokken, of steigeren, rennen of juist verzet). Inzicht krijgen in de fysieke en mentale belasting van de paarden tijdens de rijlessen, en hoe deze tijdig herkent kunnen worden door huidige en toekomstige instructeurs, moet vervolgens leiden tot gezondere en comfortabelere werkomstandigheden voor de paarden. De samenwerking omvat de Goudsemanege en Hippisch Centrum Nootdorp, beide bedrijven zijn FNRS-lid en SBB-erkend, PPHO, een bedrijf dat advies en producten biedt voor de hippische ondernemer, en het lectoraat Duurzame paardenhouderij en paardensport van de Hogeschool Van Hall Larenstein. Deze innovatievraag is vernieuwend vanwege de integratie van praktijk en onderzoek, de multidisciplinaire benadering, focus op duurzaamheid, gebruik van technologie en versterking van (bestaande en nieuwe) netwerken. Het stimuleert ethisch en maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat steeds belangrijker wordt voor klanten en de samenleving.
Smart Traffic Analysis en Traffic Safety (STATS) Het automatisch analyseren van specifieke verkeersdeelnemers ter verbetering en het in kaart brengen van verkeersveiligheid met behulp van camerabeelden is voor de projectpartners aanleiding om dit onderzoek te willen doen. Dit project heeft twee hoofddoelen: Een beeldanalyseprototype ontwikkelen voor het analyseren van verkeersgedragingen, gestuurd door gedragswetenschappelijk indicatoren, en het uitbreiden van een netwerk rondom dit thema. Er wordt gewerkt in een multidisciplinair team van studenten, docent-onderzoekers, lectoren en bedrijven. De kennis wordt gedissemineerd via symposia en presentaties op verschillende netwerkbijeenkomsten.