Om te kunnen leren van participatieprocessen in de praktijk en op basis daarvan een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren ervan richt dit onderzoek zich op de gesprekken tussen burgers en ambtenaren en de doorwerking hiervan op participatieprocessen. Centraal staat hoe in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven en de betekenis die participanten hieraan toekennen voor het verdere verloop van een participatieproces. De doorwerking van gesprekken wordt vanuit het perspectief van burgers onderzocht. Door de verwachtingen en ervaringen van participerende burgers te onderzoeken komt naar voren hoe de wijze waarop in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven op een vraagstuk, in hun beleving bijdraagt aan het vinden van oplossingen en draagvlak hiervoor.
DOCUMENT
Begeleidingskundigen houden zich bij uitstek bezig met veranderingsprocessen bij mensen, teams en organisaties. Trauma’s kunnen zo’n veranderingsproces in de weg staan. Ruimte maken voor het verwerken van trauma’s betekent de weg weer vrijmaken voor levensenergie. We gingen in gesprek met Margriet Wentink, eigenaar van Interakt te Tiel, een bureau dat zich richt op traumabehandeling. Op welke wijze creëert zij ruimte door het verwerken van trauma’s?
DOCUMENT
In dit magazine (rapport) blikken betrokken onderzoekers en professionals terug op “The Next Level” en de resultaten daarvan, die onder meer bestaan uit trainingen op het gebied van ‘crises & social media’ voor professionals. In mei 2016 is na ruim 2 jaar een einde gekomen aan onderzoeksproject "The Next Level". De lectoraten Crossmediale communicatie in het Publieke Domein en Regie van Veiligheid (Hogeschool Utrecht) werkten hierin samen met professionals uit het communicatie- en veiligheidsdomein. Centrale vraag in dit onderzoek was: hoe kan bij een crisis - beïnvloed door sociale media - effectief vorm worden gegeven aan crisiscommunicatie en crisismanagement?
DOCUMENT
Kanker is steeds beter te behandelen. Toch merken patiënten nog jarenlang de gevolgen van de ziekte. Zorgverleners vinden het lastig om met patiënten en hun partner over seksuele problemen te praten, terwijl dat juist belangrijke onderwerpen zijn.
Kanker is steeds beter te behandelen. Toch merken patiënten nog jarenlang de gevolgen van de ziekte. Zorgverleners vinden het lastig om met patiënten en hun partner over seksuele problemen te praten, terwijl dat juist belangrijke onderwerpen zijn.Doel Zo'n 770.000 Nederlanders leven met kanker of hebben kanker gehad. De ziekte is steeds beter te behandelen, maar kanker en de behandeling ervan hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven. Bijna tweederde van de patiënten merkt dat het seksuele leven verandert. Omdat seksualiteit een lastig bespreekbaar onderwerp is, blijven patiënten vaak langer rondlopen met vragen en zorgen dan nodig is. Het is daarom belangrijk om al tijdens het behandeltraject te praten over de gevolgen van de ziekte op seksualiteit. Voor de behandelperiode kan het gesprek over seksualiteit patiënten bijvoorbeeld helpen om een behandeling te kiezen waarbij het risico op seksuele bijwerkingen zo klein mogelijk is. Ook tijdens en na de behandeling moeten patiënten de ruimte hebben om eventuele seksuele problemen te bespreken. Zelfs jaren na de behandeling merken patiënten veranderingen in hun seksualiteit. Door hier als zorgverlener aandacht voor te hebben in gesprekken, kunnen seksuele problemen worden voorkomen of herkend en behandeld. Met dit onderzoek kijken we welke zorgen het bespreken van intimiteit en seksualiteit bij kanker in de weg staan. Op basis van de resultaten willen we zorgverleners adviezen geven om het gesprek te verbeteren. Resultaten Dit onderzoek loopt momenteel. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 januari 2019 - 01 januari 2023 Aanpak We analyseren gesprekken met behulp van de discursieve psychologie. De discursieve psychologie biedt ons een theoretisch en analytisch perspectief om meer inzicht te krijgen in de gesprekken tussen de zorgprofessional en de patiënt. Omdat patiënten hun zorgen niet altijd expliciet benoemen, helpt deze aanpak zorgverleners om de impliciete signalen te herkennen. Met wat we leren uit het onderzoek ontwikkelen we gesprekstrainingen voor artsen en andere zorgverleners.