In dit artikel wordt het concerpt 'participatiestructuur' geïntroduceerd en als een relevant concept voor de beschrijving van de variatie in manieren waarop gesprekken in de klas gevoerd worden, nader toegelicht. Tevens wordt duidelijk gemaakt hoe de keus voor bepaalde participatiestructuren, die zichtbaar zijn in het gehanteerde taalgebruik van leerkrachten en leerlingen, leerlingen op een bepaald type toekomstige samenleving oriënteren. In dat verband wordt ervoor gepleit om dialogische participatiestructuren en discussie-structuren, die ruimte en rechten voor leerlingen impliceren, te bevorderen in de klas en in lerarenopleidingen.
DOCUMENT
Communicatie en media veranderen van structuur en inhoud nu onze samenleving zich transformeert naar een gedigitaliseerde netwerksamenleving. Alle bestaande spelers (overheden, bedrijven, culturele instellingen, burgers, etc.) gaan zich op nieuwe manieren tot elkaar verhouden. Betekenis en identiteit zijn hierin kernbegrippen waar actief mee geëxperimenteerd moet worden. Laboratorium Waterwolf richt zich actief en praktijkgericht op de veranderende rol van cultuur in deze nieuwe samenleving. Bestaande spelers moeten zichzelf opnieuw uitvindenklassieke 'zenders', werkend vanuit inhoudelijke autoriteit, zullen steeds vaker niet alleen zelf reflecteren en kennis ontwikkelen, maar juist een centrale rol spelen in het organiseren en inspireren van kennisontwikkeling en leerprocessen in de samenleving zelf. Dit schetsboek presenteert laboratorium Waterwolf: initiatiefnemers, partners, uitgangspunten, denkbeelden en onderzoeksagenda.
DOCUMENT
Hoofdstuk 6 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. In de vorige hoofdstukken hebben we het begrip vitaliteit uitgewerkt aan de hand van de aspecten missie/identiteit, verenigingsklimaat en vrijwilligers. In dit hoofdstuk gaan we in op de communicatie in clubs. Hoe is het daarmee gesteld en wat betekent dat voor de vitaliteit van verenigingen? Eerst zetten we de doelrationele benadering van communicatie uiteen, een benadering die het denken over communicatie nogal eens bepaalt. Dan toetsen we deze benadering in de praktijk en laten we de leden van de tien Utrechtse verenigingen aan het woord: hoe kijken zij aan tegen de communicatie in hun clubs? Wat valt op en wat kan beter? In de laatste paragraaf trekken we de belangrijkste conclusies en formuleren we aanbevelingen.
DOCUMENT
Het beroepsonderwijs moet vernieuwend en op de toekomst gericht worden, aldus stelde de Stuurgroep Impuls Beroepsonderwijs en Scholing recent.
DOCUMENT
Rapportage onderzoek naar effectiviteit van BOOT (Buurtwinkel voor Onderwijs Onderzoek en Talentontwikkeling).
DOCUMENT
Hoofdstuk 4 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen Dit hoofdstuk gaat over het verenigingsklimaat en de processen die zich er kunnen afspelen. Zonder goed verenigingsklimaat is het niet alleen onprettig voetballen, maar is het ook lastig leden en vrijwilligers te vinden en te binden aan de club. Zonder positief verenigingsklimaat zullen sponsoren en lokale overheden niet in de club willen investeren. Het verenigingsklimaat is voor clubs dus van vitaal belang. Toch zijn er de afgelopen jaren op de Nederlandse voetbalvelden de nodige incidenten geweest, met als dieptepunt de gewelddadige dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen. In 2010 stelde de KNVB dat de verruwing van het voetbal “de grootste bedreiging” is van de sport (NRC Handelsblad, 4 december 2010). Janssens (2012a; 2012b) geeft aan dat er al ruim een decennium over het thema wordt gepraat zonder noemenswaardige progressie (vgl. Van Kalmthout 2012).
DOCUMENT
In twee jaar tijd hebben wij een enerverend en leerzaam onderzoek- en ontwikkeltraject met tien Utrechtse voetbalverenigingen en een aantal andere organisaties doorlopen. Wij hebben ons gezamenlijk over de vraag gebogen hoe voetbalverenigingen vital kunnen blijven. En in die mate vitaal, dat ze adequaat op ontwikkelingen in en buiten de club kunnen inspelen. Gangbaar onderzoek richt zich meestal op de vraag of een vereniging vitaal is; wij hebben onderzocht hoe een voetbalclub vitaal kan worden en kan blijven.
DOCUMENT
Hoofdstuk 7 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. Over Nederlandse sportverenigingen bestaan twee verhalen. Het eerste verhaal gaat over de kracht van het verenigingsleven. Er is bijna geen land met zo veel sportclubs als Nederland. Ook het aantal vrijwilligers in de sport behoort tot het hoogste in de wereld. Elke week zijn er duizenden wedstrijden, toertochten en overige evenementen. Wie ze bezoekt, kent het plezier en de passie van de deelnemers. Het tweede verhaal gaat over de teloorgang van de vereniging. Het aantal vrijwilligers mag dan hoog zijn, toch hebben veel clubs last van een tekort aan vrijwilligers. De betrokkenheid van de vrijwilligers is bovendien losser en vrijblijvender geworden. Agressie in de sport is weliswaar niet nieuw, maar mensen hebben wel het idee dat deze toeneemt. Tot slot hebben verenigingen door de gemeentelijke bezuinigingen vaker moeite het hoofd boven water te houden.
DOCUMENT
Hoofdstuk1 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. Ruim een miljoen Nederlanders is lid van een voetbalvereniging, verdeeld over meer dan drieduizend voetbalverenigingen. Die voetbalverenigingen bestaan vaak al decennialang; ze gedijen bij jonge aanwas en gedreven veteranen. Denk aan de openingswoorden van de voetbalklassieker All Stars (1997): “Gewond in het natte gras liggen, terwijl je vrienden voor de eer van het team strijden, is het hoogst denkbare geluk. Zeven waren we, toen we begonnen bij de F-jes.” Clubliefde kan groot zijn. Het beeld van bloeiende clubs die, ongeacht de omstandigheden, eindeloos lijken te kunnen rekenen op draagvlak, draagkracht en betrokkenheid van de leden overheerst dan ook. Maar klopt dat beeld wel?
DOCUMENT
Hoofdstuk 2 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. Het begrip vitaliteit klinkt bekend. Iedereen knikt als het wordt gebruikt. Maar wat wordt ermee bedoeld? En hoe kan inzicht in dit thema verenigingen ondersteunen bij het verbeteren van hun functioneren? Deze vragen staan in dit hoofdstuk centraal. We zetten eerst uiteen dat het voor sportverenigingen die willen werken aan hun vitaliteit van belang is een omslag in denken te maken van vitaliteit als begrip naar vitalisering als proces. Vervolgens onderzoeken we welke factoren van belang zijn bij dat proces van vitalisering. Deze factoren bieden verenigingen handvatten om mee aan de slag te gaan.
DOCUMENT