Introductie. Op het internet is de meest uiteenlopende informatie te vindenvan zowel professionals als leken. De gezaghebbendheid, actualiteit, volledigheid,nauwkeurigheid en leesbaarheid van professionele informatiestaat ter discussie. Naast enkele formele eisen en een goede leesbaarheidmoet de inhoud van pedagogische informatie over een complexe opvoedstrategieals time-out, die bij een onjuiste uitvoering tot machtsmisbruik kanleiden, expliciet gebaseerd zijn op empirische evidentie en op aanwijzingenvan experts. Doel. Vaststellen of online informatie over time-out aankwaliteitscriteria voldoet. Methode. Via een zoekstrategie identificeerdenwe Nederlandstalige websites (N = 24) met informatie over time-out. De gevondenteksten werden geëvalueerd aan de hand van drie formele criteria(HON), vijf evidence-based inhoudelijke criteria, vijf door experts genoemdepractice-based criteria en het leesbaarheidsniveau (CEFR), resulterend ineen score van 0-10. Resultaten. Een kwart van de websites scoorde voldoende(laagste cijfer: 2, hoogste cijfer: 7.6; M = 4.6; SD = 1.5). Het leesbaarheidsniveauvan de teksten was goed tot redelijk goed. Aan twee van de drieformele criteria werd slecht voldaan. Geanalyseerde websites voldeden redelijkaan één van de vijf op empirisch bewijs gefundeerde inhoudelijkecriteria over time-out en goed tot redelijk aan drie van de vijf inhoudelijkecriteria die in de praktijk belangrijk zijn. Op de websites die als eerste getoondworden in de resultaten van een standaard zoekmachine kunnenouders de meest essentiële informatie over time-out vinden. Discussie. Deinformatie over time-out op Nederlandstalige websites is meestal niet volledigen voldoet vaak niet aan formele en inhoudelijke criteria. Een 'goudenstandaard' voor informatie over time-out ontbreekt evenwel. Onderzoekersnoemen diverse opties om met de gevaren van onjuiste informatie op hetinternet om te gaan: mediawijsheid van ouders vergroten, verantwoordelijkheidvan beroepskrachten versterken, een 'gouden standaard' hanterenof een keurmerk instellen. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoekwordt gepleit voor een combinatie van de diverse opties en nadrukgelegd op de mediaverantwoordelijkheid van individuele beroepskrachtenin het pedagogisch werkveld.
Dit artikel biedt inzicht in de kern, doelgroep, methode van handelen en resultaten van Informatie & Advies als werkwijze van het professionele jongerenwerk. Om zelfstandig keuzes te kunnen maken is het nodig dat jongeren kunnen beschikken over de juiste informatie en vaardigheden leren om zelf informatie te vinden en te interpreteren. Informatie & Advies in het jongerenwerk draagt hieraan bij, doordat zij jongeren de benodigde informatie verstrekt en de gelegenheid biedt om de benodigde informatievaardigheden te ontwikkelen. Vragenlijstonderzoek onder jongeren laat zien dat Informatie & Advies in het jongerenwerk effectiever is dan informatie en advies buiten het jongerenwerk voor wat betreft het vergroten van de maatschappelijke participatie van jongeren en even effectief is voor wat betreft het vergroten van de verantwoordelijkheid van jongeren en aanleren van informatievaardigheden. In de huidige informatie- en participatiesamenleving neemt het belang van de informatie- en adviesfunctie van het jongerenwerk alleen maar toe. De meerwaarde van Informatie & Advies in het jongerenwerk is dat het jongeren bereikt die via de gebruikelijke bronnen (zoals vrienden, familie, internet, school, instanties, informatiepunten, en de gemeente) geen of onvoldoende informatie en advies ontvangen.
-De opbrengst van het Omgevingslab Fries Platteland bestaat uit drie delen: 1. De “SYNTHESE” van omgevingslabs. De Synthese is een beknopt overzicht van de resultaten en een overzicht van de meest opvallende punten die uit de Omgevingslabs Fries Platteland naar voren komen. 2. Het “PROCESVERSLAG” van de opbrengsten van het Omgevingslab Fries Platteland. Dit verslag is bedoeld als terugkoppeling naar de deelnemers aan de omgevingslabs. Voor de leesbaarheid is deze opgenomen in bijlage 1. 3. Het “MENGPANEEL FRIES PLATTELAND” met bijbehorende gebruiksaanwijzing. Dit hoofdstuk kent als doelgroep/lezerspubliek de opstellers van omgevingsvisies die in samenspraak met hun bestuurders tot een passend invulling van de omgevingsvisie moeten. Het Mengpaneel Fries Platteland is het instrument dat de overheidspartijen in Fryslân kunnen (gaan) gebruiken om hun omgevingsvisies te maken. Het mengpaneel geeft relevante informatie en kan aangevuld worden met andere informatiebronnen zoals om in het onderdeel ‘gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd.
De opgave voor sociale woningbouwrenovatie in Nederland is enorm. De woningen moeten na renovatie veel energiezuiniger zijn. Maar corporaties en bewoners willen de renovatie snel, van hoge kwaliteit, duurzaam, goedkoop en met weinig overlast. De bouwsector heeft grote moeite om aan deze verwachtingen te voldoen zeker nu een tekort aan gekwalificeerde arbeid dreigt. De bouwbedrijven hebben de afgelopen jaren niet stilgezeten. Bouwbedrijven passen lean-principes toe en de realisatie van sociale woningbouwprojecten is duidelijk beter onder controle. Maar het proces voorafgaand aan de realisatie van de sociale woningbouwrenovatie (het voortraject) is vaak verre van optimaal. Actoren in dit voortraject geven aan dat er sprake is van miscommunicatie, late wijzigingsvoorstellen, gebrekkige sturing en omissies. Het gevolg is dat de bouwpartijen in het voortraject van sociale woningbouwrenovaties relatief veel kosten maken, het voortraject lang duurt en niet optimaal is. Lectoraten van HU en HAN beantwoorden samen met opleidingen en bedrijfsleven de vraag: Hoe kan het voortraject van sociale woningbouwrenovatieprojecten efficiënter en effectiever gemaakt worden vanuit een algemene procesaanpak (toolbox) inclusief bijbehorend procesinstrumentarium (tools) die naar gelang de situatie flexibel kan worden ingezet? De onderzoeksmethodologie in het project is 'design research' met daarin onderscheid tussen de praktijk- en kennisstroom. In de praktijkstroom vinden praktijkanalyses en experimenten/interventies bij 9 sociale woningbouwprojecten plaats. De experimenten/interventies zijn gericht op het beheersen van kritieke succesfactoren. Dat vormt de input voor de kennisstroom, casevergelijkend onderzoek, waaruit generieke kennis volgt over het beheersen van het voortraject van sociale woningbouwrenovatieprojecten. Met de toolbox geven de ketenpartners van sociale woningbouwrenovatie projectspecifiek invulling aan de beheersing van het voortraject. De toolbox omvat communicatie-, taak- en verantwoordelijkheidsstructuren en middelen (checklisten, informatiebronnen, analysemethoden) die nodig zijn voor het beheersen van onderdelen die bepalend zijn voor het succes van het voortraject. Het project biedt hiertoe een aanpak en de benodigde tools, ofwel de 'lean project preparation toolbox'.
Ambtenaren van plattelandsgemeenten ervaren gebrek aan capaciteit en competenties om beleidsmaatregelen te formuleren voor de transitie naar duurzame mobiliteit dat tegelijk het platteland leefbaar en bereikbaar houdt. Informatiebronnen zijn vaak algemeen, gefragmenteerd, onoverzichtelijk, niet goed vindbaar of net niet relevant. Ook ontbreekt veelal de specialistische kennis om communicatie met en participatie door inwoners op te zetten om gedragsverandering te stimuleren. Hierdoor lukt het deze groep ambtenaren niet goed om gepast beleid te formuleren. De ervaringen en behoeften van het werkveld vormen de uitgangspunten van dit project. Het project beoogt de ontwikkeling van een Beleidskeuze Support System (BKSS), bestaande uit een aantal samenhangende toepassingen, passend bij de doelen van deze professionals. Dit BKSS zal capaciteitsbesparing leveren, door veel uitzoek- en ontwerpwerk te automatiseren, ten dienste van geselecteerde thema’s, deelmobiliteit en modal shift van de auto naar de fiets. Enerzijds levert het BKSS inzichten door het organiseren en combineren van bestaande en nieuwe gegevensbronnen. Anderzijds vormen deze inzichten de basis voor het ontwerp van communicatie en participatie met inwoners. Op deze wijze wordt duurzame gedragsverandering bewerkstelligd. In het voorgestelde project zal, met veelvuldige betrokkenheid van het werkveld in alle fasen van het project, op participatieve en iteratieve wijze gewerkt worden aan de inhoudelijke en vormtechnische creatie van het BKSS, waarbij de stappen van de innovatiecyclus gevolgd worden. Input vanuit het werkveld stuurt daarmee continu het proces en wordt aansluiting bij de doelgroep geborgd. Met een breed palet aan partners willen wij deze uitdaging samen met plattelandsgemeenten, een OV-organisatie, een onderzoeksbureau en een bedrijf gespecialiseerd in digitale, interactieve toepassingen oppakken met lectoren en onderzoekers gespecialiseerd in ICT, gedrag, communicatie, innovatieve participatie en mobiliteit. We willen voorzien in de professionele behoefte van ambtenaren en bijdragen aan de kennis over engagementprocessen, digitalisering, communicatie, participatie én deze inbedden in het hbo-onderwijs.
Dit is een exploratief onderzoek naar welke aspecten van belang zijn bij het begrijpen van hedendaagse informatiebronnen door mensen met beperkte basisvaardigheden. Informatiebronnen in onze huidige samenleving worden steeds meer multimediaal, digitaal en getalsmatig en vaak weergegeven in de vorm van tabellen, grafieken, diagrammen en infographics.Doel De primaire doelstelling van dit onderzoek is om inzicht te verkrijgen welke combinatie van gecijferd en geletterd vermogen nodig is voor het begrijpen van hedendaagse informatiebronnen. Resultaten De benodigde vaardigheden zijn samen te vatten in: Digitale vaardigheden Hogere-orde vaardigheden Houding Informatie verwerken Rekenkennis, waaronder relaties, conventies, rekenstrategieën Strategieën om een probleem aan te pakken of situatie te interpreteren Looptijd 01 januari 2022 - 15 september 2022 Aanpak Naast het lezen van literatuur zijn mensen geïnterviewd en geobserveerd terwijl ze hedendaagse informatiebronnen gebruikten en interpreteerden. Impact Goed kunnen omgaan met hedendaagse informatie is belangrijk. Uit het rapport: Uit onderzoek blijkt dat de groep mensen met beperkte basisvaardigheden gemiddeld een lager jaarsalaris verwerft, vaker werkloos is (L&S, 2019) en daarmee een grotere kans heeft om op den duur in armoede terecht te komen (Windisch, 2015). Het netto gemiste inkomen door beperkte basisvaardigheden van deze groep wordt geschat op 572 miljoen euro per jaar wat neerkomt op circa € 575 per jaar voor 16–65-jarigen en circa € 138 per jaar voor mensen ouder dan 65 jaar (PWC, 2018) (Boels et al., 2022, p.6). Dit rapport maakt inzichtelijk waar mensen met beperkte basisvaardigheden tegenaan lopen. Beperkte basisvaardigheden zijn omgeven met veel schaamte en komen voor bij praktische en theoretisch opgeleiden. Het is belangrijk dat niet alleen in het MBO maar ook het HBO aandacht is voor dit soort basisvaardigheden. Downloads en links