Langzaam ontwikkelt zich een nieuw paradigma over professionalisering en schoolontwikkeling. Deze gaan hand in hand in de context van professionele leergemeenschappen. Daarin staat via collectief leren verbetering van het werk in de klas en in de school centraal. In deze bijdrage worden professionele ontwikkeling, schoolontwikkeling en collectiof elren in de context van professionele leergemeenschappen gesitueerd.
In professionele leergemeenschappen staan collectieve reflectie op en verbetering van het werk in de klas en in de school centraal. In deze bijdrage wordt het verschijnsel professionele leergemeenschappen nader verkend. Er wordt stilgestaan bij de belangrijkste kenmerken van professionele leergemeenschappen en bij de vraag hoe deze te realiseren.
In de voorbij jaren groeide de aandacht voor professionele leergemeenschappen. In een school als professionele leergemeenschap ontwikkelen en onderhouden de onderwijsprofessionals een structuur en een cultuur van samen werken en samen leren met het oog op de voortdurende verbetering van het onderwijs. Toch zijn professionele leergemeenschappen nog meer metafoor dan realiteit. Vragen naar de effectiviteit van een professionele leergemeenschap of naar de wijze waarop een school zich als professionele leergemeenschap kan ontwikkelen, zijn nog ver van beantwoord. In deze publicatie wordt uitgebreid ingegaan op deze vragen. De publicatie is gebaseerd op een project dat de afgelopen jaren is uitgevoerd door het lectoraat en kenniskring Schoolontwikkeling en Schoolmanagement van Fontys Hogescholen. Het project kende een dubbele doelstelling. Enerzijds werd een aantal basisscholen ondersteund in hun ontwikkeling als professionele leergemeenschap. Anderzijds werd kennis verzameld over die ontwikkeling: hoe verloopt die ontwikkeling, welke interventies doen er toe, wat is de rol van de schoolleider? Het is een type onderzoek dat lectoraten - die sinds 2000 aan de Nederlandse Hogescholen zijn ingericht - ambiëren: onderzoek dat niet enkel theoretisch maar zeker ook praktisch relevant is voor scholen en onderwijsprofessionals. Het boek begint dan ook met een uitgebreide schets van een school in ontwikkeling. Vervolgens worden in enkele theoretische hoofdstukken het begrip professionele leergemeenschap verder uitgewerkt, wordt het project van de kenniskring beschreven en wordt de aard van het uitgevoerde onderzoek toegelicht. In de vier volgende worden door verschillende auteurs, vanuit dezelfde perspectieven, vier scholen beschreven. In de analyse van al deze scholen wordt telkens ingegaan op de ontwikkeling van de school als professionele leergemeenschap, op de interventies (met name de bronnen, de focus en de effecten van de interventies) en op de rol van de schoolleider. Hierin wordt de ontwikkeling van de scholen getypeerd, wordt een aantal effectieve interventies beschreven en wordt de rol van de schoolleider in dit proces belicht. Op basis van deze inzichten worden vervolgens een aantal praktische handreikingen voor scholen geformuleerd. In de laatste drie hoofdstukken vindt men een aantal praktische instrumenten die behulpzaam kunnen zijn bij de ontwikkeling van de school als professionele leergemeenschap. Het betreft onder meer een matrix met behulp waarvan men eerste goede indruk krijgen van de eigen school als professionele leergemeenschap en van indicaties voor de verdere ontwikkeling van de school. verder wordt een "professionele leergemeenschap-bril" gepresenteerd. Door het "opzetten van deze bril" ziet men, bij het denken over een concrete onderwijsvernieuwing, hoe de ontwikkeling van de verschillende dimensies van een professionele leergemeenschap in onderlinge samenhang kan bijdragen aan die onderwijsvernieuwing. Ten slotte vindt men een vragenlijst waarmee men de rolinvulling van de schoolleider in een professionele leergemeenschap kan vaststellen. Het boek is in de eerste plaats bedoeld voor onderwijsprofessionals, zowel in Nederland als in Vlaanderen die een belangrijke en noodzakelijke rol willen spelen in de ontwikkeling van hun school en voor leerkrachten die hun professionaliteit verder willen ontwikkelen. Het boek is vooral geschreven voor en vanuit het primair onderwijs. Maar de beschreven ontwikkelingen, processen, interventies en rollen kunnen ook inzicht en inspiratie bieden aan professionals in andere sectoren van het onderwijs.
De ingezette brede welvaart als maatschappelijke opgave vraagt om een inclusieve arbeidsmarkt en dwingt arbeidsmarktactoren daarvan werk te maken. Een inclusieve arbeidsmarkt is nodig vanwege de alsmaar veranderende arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, adaptiviteit en wendbaarheid van iedereen die wil en kan werken. Toch laat onderzoek naar de implementatie van de Wet banenafspraak bij de overheid zien dat doelen niet worden gehaald, stelt het SCP vast dat de huidige Participatiewet onvoldoende aansluit bij wat bijstandsgerechtigden nodig hebben en laat UWV-onderzoek zien dat er nog te veel mensen aan de zijlijn staan. Om doelgroepen met een ondersteuningsbehoefte volwaardig te kunnen includeren op de arbeidsmarkt, is betere samenwerking nodig tussen (professionals van) arbeidsmarktactoren van gemeenten, UWV, arbeidsorganisaties/werkgevers, sociale partners, kennisinstellingen en ervaringsdeskundigen. Het SPRONG-programma All4Talent richt zich op arbeidsmarktprofessionals, arbeidsorganisaties en samenwerkingsverbanden die er alles aan willen doen om een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren, in bijzonder voor doelgroepen met een - al dan niet specifieke - ondersteuningsbehoefte. Het consortium heeft de ambitie om een ‘All4Talent-toolbox’ te ontwikkelen, die bestaat uit nieuwe kennis, best practices, producten en diensten alsook andere vormen van samenwerking. Met die toolbox zijn zowel publiek als private arbeidsmarktprofessionals (changemakers) beter in staat om barrières weg te nemen die arbeidsinclusie in de weg staan. All4Talent wordt uitgevoerd door de SPRONG-groep Hogeschool Arnhem Nijmegen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim die al langjarig en stevig met elkaar zijn verbonden én consortiumpartners uit verschillende Arbeidsmarktregio’s die dezelfde ambities en doelen nastreven. All4Talent gaat in deze Arbeidsmarktregio’s fungeren als regisseur van alle inclusievraagstukken op de vier belangrijke transitiedomeinen van de arbeidsmarkt, namelijk: school-werk, arbeidsbeperkt-werk, werkloos-werk, niet-werkend naar werk en school-werk. De onderzoeksinfrastructuur wordt gevormd door leergemeenschappen: onbenut arbeidspotentieel, inclusieve organisaties, inclusieve arbeidsmarkt, wendbare professionals en inclusieve technologieën waarlangs nieuwe kennis in projecten wordt ontwikkeld. All4Talent-sluit aan bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen.
Dit project stimuleert vmbo-leraren om van hun klas en school een plek te maken waar leerlingen onder begeleiding zichzelf kunnen vormen, tot mens, burger en professional. In professionele leergemeenschappen wisselen vmbo-leraren ervaringen en kennis uit over bildend onderwijs. Ook maken ze een lesontwerp om hun voorbeeldfunctie te versterken. Doel Vmbo-docenten zijn dag in dag uit met de vorming van leerlingen bezig. De notie ‘bildung’ is echter nog weinig doordacht en uitgewerkt richting curriculum en didactiek. Ongeveer de helft van alle scholieren in het Nederlandse voortgezet onderwijs gaat naar het vmbo. Zij hebben toch ook recht op bildung? Daarom heeft dit project als doel om de vormende taak van het vmbo te versterken. Resultaten Per plg komen gemiddeld 7 tot 8 vmbo-docenten in totaal 6 keer bij elkaar. Tot april: thematische oriëntatie, speerpuntkeuze in eigen les of school, en ontwikkelen van bildende manier van werken. In april en mei experimenteren met lesontwerpen. Daarna evaluatie en opbrengsten delen. Looptijd 31 augustus 2020 - 08 juli 2022 Aanpak In de artikelen op de website van Bildung VMBO wordt uitgebreid onze werkwijze in de plg’s toegelicht. Denk aan ‘bildend’ makerschap en gebruik makend van de fasen van design thinking.
De City Deal Kennis Maken biedt de gemeente Breda en aangesloten kennisinstellingen (Avans Hogeschool, Breda UAS, ROC West-Brabant en De Rooi Pannen) kansen de bestaande samenwerking te intensiveren en uit te breiden. Zo willen we de kennis en expertise van de betrokken kennisinstellingen meer inzetten voor maatschappelijke opgaven. Deze insteek past uitstekend bij de stadsslogan van Breda: ‘Breda Brengt Het Samen’. Met de City Deal Kennis Maken willen gemeente Breda en betrokken kennisinstellingen de onderlinge samenwerking opschalen, verbinden en laden. Uitgangspunt zijn bestaande projecten. Doel is om van een projectmatige samenwerking naar een programmatische aanpak toe te werken om daarmee meer samenhang en meerwaarde te creëren. Door onderzoekers, docenten en studenten meer te betrekken in het oplossen van grootstedelijke vraagstukken wordt een versnelling aangebracht: enerzijds door het beter benutten van de ontwikkelde kennis, anderzijds door de stad als contextrijke leeromgeving voor studenten in te zetten. Hiervoor is experimenteerruimte nodig om te kijken wat werkt, wat de succes- en faalfactoren zijn, welke meerwaarde de samenwerking heeft: leren door te doen. Het overkoepelend thema hierbij is Vitaliteit met drie programma lijnen: 1. Vitale burgers, 2. Vitale fysieke omgeving, 3. Vitale bedrijvigheid en werken. Hiermee willen we een impuls aan Breda Vitale Stad geven. Om de doelen te bereiken omvat de aanvraag voor de impulsgelden: • De doorontwikkeling van challenges als gevalideerde onderwijsvorm waarbij studenten vd aangesloten kennisinstellingen multidisciplinair en multilevel (mbo-hbo) samenwerken aan een grootstedelijk vraagstuk ingebracht door de overheid, bedrijf of organisatie; • De verschillende leergemeenschappen in een platform bij elkaar brengen, kennis uitwisselen om daarmee het onderwijs met de stad als leeromgeving doorontwikkelen; • De verschillende bestaande proeftuinen / living labs rondom vitaliteit in een platform bij elkaar brengen en van elkaars ervaringen en expertise leren; • Een aanjager die het proces bewaakt en coördineert.