In the midst of continuous health professions curriculum reforms, critical questions arise about the extent to which conceptual ideas are actually put into practice. Curricula are often not implemented as intended. An under-explored aspect that might play a role is governance. In light of major curriculum changes, we explored educators' perspectives of the role of governance in the process of translating curriculum goals and concepts into institutionalized curriculum change at micro-level (teacher-student). In three Dutch medical schools, 19 educators with a dual role (teacher and coordinator) were interviewed between March and May 2018, using the rich pictures method. We employed qualitative content analysis with inductive coding. Data collection occurred concurrently with data analysis. Different governance processes were mentioned, each with its own effects on the curriculum and organizational responses. In Institute 1, participants described an unclear governance structure, resulting in implementation chaos in which an abstract educational concept could not be fully realized. In Institute 2, participants described a top-down and strict governance structure contributing to relatively successful implementation of the educational concept. However it also led to demotivation of educators, who started rebelling to recover their perceived loss of freedom. In Institute 3, participants described a relatively fragmentized process granting a lot of freedom, which contributed to contentment and motivation but did not fully produce the intended changes. Our paper empirically illustrates the importance of governance in curriculum change. To advance curriculum change processes and improve their desired outcomes it seems important to define and explicate both hard and soft governance processes.
LINK
Industrial Design Engineering [Open] Innovation (IDE) is a 3-year, English taught, VWO entry-level, undergraduate programme at The Hague University of Applied Sciences (THUAS). The IDE curriculum focuses on the fuzzy front end of (open) innovation, sustainable development, and impact in the implementation phase of product-service design. The work field of Industrial Design Engineering and Open Innovation, like many other domains, is growing increasingly more complex (Bogers, Zobel, Afuah, Almirall, Brunswicker, Dahlander, Frederiksen, Gawer, & Gruber, 2017). Not only have the roles of designers changed considerably in the last decades, they continue to do so at increasing speed. Therefore, industrial design engineering students need different and perhaps more competencies as young professionals in order to deal with this new complexity. Moreover, in our transitional society, lifelong learning takes a central position (Reekers, 2017). Students need to give their learning path direction autonomously, in accordance with their talents and interests. IDE’s Quality & Curriculum Committee (QCC) realized in 2015 there is too much new knowledge to address in a 3-year programme. Instead, IDE students need to learn how to become temporary experts in an array of topics, depending on the characteristics of each new project they do (see Textbox 1). The QCC also concluded that more than just incremental changes to the current curriculum were needed; thus, the idea for a flexible, choice-based semester approach in the curriculum was born: ‘Curriculum M’ (Modular). A co-creational approach was applied, in which teaching staff, students, alumni, prospective students, industry (including the (international) social profit sector), and educational advisors collaborated to develop a curriculum that would allow students to become not just T-shaped (wide basis, one expertise) professionals, but U- or W-shaped professionals, with strong links to other disciplines.
DOCUMENT
Due to fast and unpredictable developments, professional education is challenged with being responsive, which demands a rethinking of conventional curriculum development approaches. Yet, literature on curriculum development falls short in terms of recognising how to react rapidly and adequately to these new developments. This study focuses on curriculum development initiatives at the school level in a Dutch university of applied sciences. Open interviews were held with 29 curriculum developers to explore how they define and give substance to developing curricula for new, changing or unpredictable professions. These 29 participants were involved in seven curriculum development trajectories. Four themes were detected: (1) curriculum developers are in favour of open, flexible and authentic curricula; (2) the context in which the curriculum development takes place and the different roles and responsibilities of curriculum developers are challenging; (3) curriculum developers feel insufficiently equipped to carry out their tasks; and (4) involving stakeholders is necessary but results in a “viscous” social–political process. Responsive curriculum development requires a great deal of flexibility and adaptability from curriculum developers. Yet, in our study, “institutional concrete” is found to severely hinder responsive curriculum development processes. To be responsive, such processes need to be supported and institutional barriers need to be removed.
DOCUMENT
Het verhaal van je levenTerminale kankerpatiënten worstelen naast hun ziekte vaak met een veelheid aan tegenstrijdige emoties. Het AMC en HKU onderzoeken samen hoe het ervaren en maken van kunst kan helpen bij het hervinden van zingeving. Looptijd: juli 2018 – juli 2023Waar moet je het zoeken als je weet dat je leven binnenkort eindigt omdat je ongeneeslijk ziek bent? Zo’n onverwacht einde brengt veel en verschillende emoties met zich mee. Patiënten verliezen vaak een gevoel van zingeving. Goed om daarover te praten, maar soms is het makkelijker om via artistieke verbeelding te zoeken naar houvast. Twee oncologen uit het AMC klopten aan bij de HKU om die mogelijkheid te verkennen. Nirav Christophe en Henny Dörr, beiden werkzaam in het HKU-lectoraat Performatieve Maakprocessen, zetten samen met hen het onderzoek ‘In Search of Stories’ op. Gesteund door KWF Kankerbestrijding draaien zij nu een vijfjarige pilot die zich richt op het stimuleren van interactie tussen teksten, kunst en iemands eigen verhaal.TransdisciplinairIn een gefaseerd traject koppelen Henny en Nirav terminale kankerpatiënten aan een kunstenaar die bij ze past. Die kunstenaars – van schrijver en beeldend kunstenaar tot theatermaker en muzikant – hebben dan al een intensief trainingstraject gevolgd om zich voor te bereiden op de samenwerking met ernstig zieke mensen, hun familieleden en zorgprofessionals. “We geven ze handvatten om transdisciplinair te werken,” aldus Nirav. De geestelijke verzorgers doen ook mee aan de training, zodat experts uit verschillende domeinen elkaar weten te vinden. “De kunstenaar moet samen met de patiënt iets in co-creatie gaan maken, zonder het creatieve proces te laten sturen door het feit dat iemand ‘zielig’ is. Ze moeten leren omgaan met alle emoties, en die er in het werk allemaal laten zijn. Het gebeurt ook dat mensen gedurende het maakproces sterven, dat is iets om rekening mee te houden. Overigens stopt het creatieve proces van de kunstenaar daarmee meestal niet, dat is mooi maar ook verwarrend.”ZintuiglijkDe kunstenaar gaat samen met de patiënt een soort Zomergasten-programma aan, waarin de ervaring van de patiënt centraal staat. Het begint met het kiezen van een betekenisvol verhaal uit de wereldliteratuur en daar worden steeds meer persoonlijke ervaringen aan toegevoegd, om gaandeweg een eigen verhaal te kunnen construeren. Dat kan letterlijk een boek zijn vol verhalen, gedichten, e-mails en foto’s, zoals een van de deelnemers net gemaakt heeft met een schrijfster. Een ander maakte samen met een beeldend kunstenaar een grote steen voor in de tuin die van binnenuit verlicht wordt. Een derde ging met een textielontwerper op zoek naar een gevoel van geborgenheid: het werd een zachte jas met een patchwork van haar leven, waarin ze een fotoshoot deed voor haar familie. Zintuiglijke ervaringen zijn een belangrijk onderdeel van het maakproces, iets wat in dit project nadrukkelijk wordt toegevoegd aan de gangbare psychische steun via gesprekken.Mixed impactHet doel van ‘In Search of Stories’ is meervoudig. Voor de mensen die weten dat ze gaan sterven is het streven een betere kwaliteit van het leven dat hen nog rest. Het project biedt een creatief handvat om hun eigen levensverhaal te duiden en nieuwe zingeving te vinden. Dat een van de deelnemers stopte met chemo om zich helemaal aan het kunstwerk te kunnen wijden, zegt al iets over de impact. Maar er is ook een artistieke opbrengst: de eerste werken worden begin volgend jaar tentoongesteld in een museum. En ondertussen brengen de onderzoekers van de HKU in kaart hoe transdisciplinaire co-creatie werkt en hoe je dat in het curriculum van academies zou kunnen opnemen. Nirav: “Uiteindelijk zullen we kunstenaars steeds meer gaan opleiden voor dit soort praktijken. We verzamelen nu ingrediënten voor onderwijsinnovatie én zorginnovatie. Na afronding van de pilot volgende zomer gaan we daarover meer publiceren. Daar hoort natuurlijk een voorstel voor opschaling bij. Het zou fantastisch zijn als er straks een ziekenhuis is dat deze methode structureel kan aanbieden.”SamenwerkingspartnersUniversity Medical Centre Amsterdam, Maastricht University Medical Centre, Amsta, Spaarne Gasthuis Haarlem, Radboud University Nijmegen, HKU Utrecht University of the Arts, KWF Kanker Bestrijding, Stichting Geneeskunst, Stichting voor Patiënten met Kanker aan het SpijsverteringskanaalDocentonderzoekers HKUNirav Christophe, Henny Dörr, Marloeke van der Vlugt, Ruud Lanfermeijer, Daniela Moosmann, Tjallien Walma van der Molen, Marcel Dolman, Falk HübnerOndersteund doorKWF Kankerbestrijding
Wil je als docententeam meer zicht krijgen op het gehele toetsprogramma? Wil je kritisch kijken naar mogelijke verbeterpunten? Of ben je bezig met herontwerp? Met KIT2.0 kijk je als opleidingsteam vanuit de principes van programmatisch toetsen naar de inrichting van de opleiding.Doel Met KIT2.0 willen we opleidingsteams helpen om kritisch naar het curriculum en het toetsprogramma te kijken. Dit doen we aan de hand van vijf kwaliteitscriteria: fitness for purpose, validiteit, leerfunctie, beslisfunctie en condities. Resultaten Op de website van KIT2.0 vind je informatie en filmpjes met verdere uitleg. Via de website kun je ook (gratis) inloggen en zelf aan slag met KIT2.0. Op de website www.husite.nl/toetsing vind je informatie en praktijkvoorbeelden over programmatisch toetsen Blog over interview met Liesbeth Baartman over KIT2.0. Korte uitleg van dr. Liesbeth Baartman (2017) programmatisch toetsen. Toetsbijeenkomst Hogeschool van Rotterdam. Keynote van dr. Liesbeth Baartman (2017) met een inleiding over toetsprogramma’s. Fontys Toetscongres. Baartman, L.K.J., Kloppenburg, R., & Prins, F.J. (2017). Kwaliteit van toetsprogramma’s. In H. van Berkel, A. Bax, & D. Joosten-ten-Brinke (Red.). Toetsen in het Hoger Onderwijs, pp.38-49. Bohn Stafleu van Loghum Van der Vleuten, C.P.M., Schuwirth, L.T.W., Driessen, E., Dijkstra, J., Tigelaar, D., Baartman, L.K.J., & Van Tartwijk, J. (2012). A model for programmatic assessment fit for purposes. Medical Teacher, 34, 205-214. Dronkers, J., de Kwant, E., Kruitwagen, C., & Baartman, L. (2017). Kwantitatieve analyse van een toetsprogramma. Examens, 3, augustus. Looptijd 01 september 2018 - 01 september 2020 Aanpak KIT2.0 is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar programmatisch toetsen. De oorsprong van KIT2.0 ligt in de promotieonderzoeken van dr. Liesbeth Baartman en dr. Raymond Kloppenburg (waaruit KIT1.0 voortkwam). KIT2.0 is ontwikkeld op basis van nieuwste inzichten in de wetenschappelijk literatuur over programmatisch toetsen én 10 jaar praktijkervaringen. KIT2.0 is ontwikkeld in valideringsrondes met opleidingen en wetenschappers. Meedoen? Wil je als opleiding meedoen aan het onderzoek naar KIT2.0? Neem dan contact op met Liesbeth Baartman. We werken aan de evaluatie en verbetering van KIT2.0 op basis van praktijkervaringen.