Rational prescribing is essential for the quality of health care. However, many final-year medical students and junior doctors lack prescribing competence to perform this task. The availability of a list of medicines that a junior doctor working in Europe should be able to independently prescribe safely and effectively without supervision could support and harmonize teaching and training in clinical pharmacology and therapeutics (CPT) in Europe. Therefore, our aim was to achieve consensus on such a list of medicines that are widely accessible in Europe. For this, we used a modified Delphi study method consisting of three parts. In part one, we created an initial list based on a literature search. In part two, a group of 64 coordinators in CPT education, selected via the Network of Teachers in Pharmacotherapy of the European Association for Clinical Pharmacology and Therapeutics, evaluated the accessibility of each medicine in his or her country, and provided a diverse group of experts willing to participate in the Delphi part. In part three, 463 experts from 24 European countries were invited to participate in a 2-round Delphi study. In total, 187 experts (40%) from 24 countries completed both rounds and evaluated 416 medicines, 98 of which were included in the final list. The top three Anatomical Therapeutic Chemical code groups were (1) cardiovascular system (n = 23), (2) anti-infective (n = 21), and (3) musculoskeletal system (n = 11). This European List of Key Medicines for Medical Education could be a starting point for country-specific lists and could be used for the training and assessment of CPT.
To identify ethical issues that interns encounter in their clinical education and thus build a more empirical basis for the required contents of the clinical ethics curriculum. The authors analyzed a total of 522 required case reports on ethical dilemmas experienced by interns from September 1995 to May 1999 at the medical school of Vrije Universiteit in Amsterdam. They identified four regularly described and numerous less frequently described topics. The interns addressed a wide range of ethical themes. In 45% of the cases, they mentioned disclosure or non-disclosure of information and informed consent; in 37%, medical decisions at the end of life; in 16%, medical failures; and in 9%, problems transferring patients from one caregiver to another. The interns also identified 27 themes linked to their unique position as interns and 19 themes related to specific types of patients. Based on self-reported experiences, the authors conclude that clinical ethics teachers should reflect on a multitude of dilemmas. Special expertise is required with respect to end-of-life decisions, truth telling, medical failures, and transferring patients from one caregiver to another. The clinical ethics curriculum should encourage students to voice their opinions and deal with values, responsibilities, and the uncertainty and failings of medical interventions.
The support for connections between research and education is widespread. This connection yields the promise of educating students for the knowledge society. With the curriculum as the most important carrier of planned higher education, the lack of systematic insight in how research can be integrated into the curriculum is an important omission. This systematic review considers how empirical studies provide input for the integration of research in the higher education curriculum. Moreover, it provides a structured insight into the current body of knowledge on research in the curriculum. Based on a first set of 5815 journal articles, 121 articles were selected for further analysis. The model of Curriculum Aspects by Van den Akker (2003) was used to categorise the articles, which shows a body of knowledge on research in the curriculum with the largest focus on learning aims and learning activities. Furthermore, this review shows how few studies consider the effects of curriculum design on student learning, which calls for more empirical studies to benefit student learning.
MULTIFILE
Het verhaal van je levenTerminale kankerpatiënten worstelen naast hun ziekte vaak met een veelheid aan tegenstrijdige emoties. Het AMC en HKU onderzoeken samen hoe het ervaren en maken van kunst kan helpen bij het hervinden van zingeving. Looptijd: juli 2018 – juli 2023Waar moet je het zoeken als je weet dat je leven binnenkort eindigt omdat je ongeneeslijk ziek bent? Zo’n onverwacht einde brengt veel en verschillende emoties met zich mee. Patiënten verliezen vaak een gevoel van zingeving. Goed om daarover te praten, maar soms is het makkelijker om via artistieke verbeelding te zoeken naar houvast. Twee oncologen uit het AMC klopten aan bij de HKU om die mogelijkheid te verkennen. Nirav Christophe en Henny Dörr, beiden werkzaam in het HKU-lectoraat Performatieve Maakprocessen, zetten samen met hen het onderzoek ‘In Search of Stories’ op. Gesteund door KWF Kankerbestrijding draaien zij nu een vijfjarige pilot die zich richt op het stimuleren van interactie tussen teksten, kunst en iemands eigen verhaal.TransdisciplinairIn een gefaseerd traject koppelen Henny en Nirav terminale kankerpatiënten aan een kunstenaar die bij ze past. Die kunstenaars – van schrijver en beeldend kunstenaar tot theatermaker en muzikant – hebben dan al een intensief trainingstraject gevolgd om zich voor te bereiden op de samenwerking met ernstig zieke mensen, hun familieleden en zorgprofessionals. “We geven ze handvatten om transdisciplinair te werken,” aldus Nirav. De geestelijke verzorgers doen ook mee aan de training, zodat experts uit verschillende domeinen elkaar weten te vinden. “De kunstenaar moet samen met de patiënt iets in co-creatie gaan maken, zonder het creatieve proces te laten sturen door het feit dat iemand ‘zielig’ is. Ze moeten leren omgaan met alle emoties, en die er in het werk allemaal laten zijn. Het gebeurt ook dat mensen gedurende het maakproces sterven, dat is iets om rekening mee te houden. Overigens stopt het creatieve proces van de kunstenaar daarmee meestal niet, dat is mooi maar ook verwarrend.”ZintuiglijkDe kunstenaar gaat samen met de patiënt een soort Zomergasten-programma aan, waarin de ervaring van de patiënt centraal staat. Het begint met het kiezen van een betekenisvol verhaal uit de wereldliteratuur en daar worden steeds meer persoonlijke ervaringen aan toegevoegd, om gaandeweg een eigen verhaal te kunnen construeren. Dat kan letterlijk een boek zijn vol verhalen, gedichten, e-mails en foto’s, zoals een van de deelnemers net gemaakt heeft met een schrijfster. Een ander maakte samen met een beeldend kunstenaar een grote steen voor in de tuin die van binnenuit verlicht wordt. Een derde ging met een textielontwerper op zoek naar een gevoel van geborgenheid: het werd een zachte jas met een patchwork van haar leven, waarin ze een fotoshoot deed voor haar familie. Zintuiglijke ervaringen zijn een belangrijk onderdeel van het maakproces, iets wat in dit project nadrukkelijk wordt toegevoegd aan de gangbare psychische steun via gesprekken.Mixed impactHet doel van ‘In Search of Stories’ is meervoudig. Voor de mensen die weten dat ze gaan sterven is het streven een betere kwaliteit van het leven dat hen nog rest. Het project biedt een creatief handvat om hun eigen levensverhaal te duiden en nieuwe zingeving te vinden. Dat een van de deelnemers stopte met chemo om zich helemaal aan het kunstwerk te kunnen wijden, zegt al iets over de impact. Maar er is ook een artistieke opbrengst: de eerste werken worden begin volgend jaar tentoongesteld in een museum. En ondertussen brengen de onderzoekers van de HKU in kaart hoe transdisciplinaire co-creatie werkt en hoe je dat in het curriculum van academies zou kunnen opnemen. Nirav: “Uiteindelijk zullen we kunstenaars steeds meer gaan opleiden voor dit soort praktijken. We verzamelen nu ingrediënten voor onderwijsinnovatie én zorginnovatie. Na afronding van de pilot volgende zomer gaan we daarover meer publiceren. Daar hoort natuurlijk een voorstel voor opschaling bij. Het zou fantastisch zijn als er straks een ziekenhuis is dat deze methode structureel kan aanbieden.”SamenwerkingspartnersUniversity Medical Centre Amsterdam, Maastricht University Medical Centre, Amsta, Spaarne Gasthuis Haarlem, Radboud University Nijmegen, HKU Utrecht University of the Arts, KWF Kanker Bestrijding, Stichting Geneeskunst, Stichting voor Patiënten met Kanker aan het SpijsverteringskanaalDocentonderzoekers HKUNirav Christophe, Henny Dörr, Marloeke van der Vlugt, Ruud Lanfermeijer, Daniela Moosmann, Tjallien Walma van der Molen, Marcel Dolman, Falk HübnerOndersteund doorKWF Kankerbestrijding
Wil je als docententeam meer zicht krijgen op het gehele toetsprogramma? Wil je kritisch kijken naar mogelijke verbeterpunten? Of ben je bezig met herontwerp? Met KIT2.0 kijk je als opleidingsteam vanuit de principes van programmatisch toetsen naar de inrichting van de opleiding.Doel Met KIT2.0 willen we opleidingsteams helpen om kritisch naar het curriculum en het toetsprogramma te kijken. Dit doen we aan de hand van vijf kwaliteitscriteria: fitness for purpose, validiteit, leerfunctie, beslisfunctie en condities. Resultaten Op de website van KIT2.0 vind je informatie en filmpjes met verdere uitleg. Via de website kun je ook (gratis) inloggen en zelf aan slag met KIT2.0. Op de website www.husite.nl/toetsing vind je informatie en praktijkvoorbeelden over programmatisch toetsen Blog over interview met Liesbeth Baartman over KIT2.0. Korte uitleg van dr. Liesbeth Baartman (2017) programmatisch toetsen. Toetsbijeenkomst Hogeschool van Rotterdam. Keynote van dr. Liesbeth Baartman (2017) met een inleiding over toetsprogramma’s. Fontys Toetscongres. Baartman, L.K.J., Kloppenburg, R., & Prins, F.J. (2017). Kwaliteit van toetsprogramma’s. In H. van Berkel, A. Bax, & D. Joosten-ten-Brinke (Red.). Toetsen in het Hoger Onderwijs, pp.38-49. Bohn Stafleu van Loghum Van der Vleuten, C.P.M., Schuwirth, L.T.W., Driessen, E., Dijkstra, J., Tigelaar, D., Baartman, L.K.J., & Van Tartwijk, J. (2012). A model for programmatic assessment fit for purposes. Medical Teacher, 34, 205-214. Dronkers, J., de Kwant, E., Kruitwagen, C., & Baartman, L. (2017). Kwantitatieve analyse van een toetsprogramma. Examens, 3, augustus. Looptijd 01 september 2018 - 01 september 2020 Aanpak KIT2.0 is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar programmatisch toetsen. De oorsprong van KIT2.0 ligt in de promotieonderzoeken van dr. Liesbeth Baartman en dr. Raymond Kloppenburg (waaruit KIT1.0 voortkwam). KIT2.0 is ontwikkeld op basis van nieuwste inzichten in de wetenschappelijk literatuur over programmatisch toetsen én 10 jaar praktijkervaringen. KIT2.0 is ontwikkeld in valideringsrondes met opleidingen en wetenschappers. Meedoen? Wil je als opleiding meedoen aan het onderzoek naar KIT2.0? Neem dan contact op met Liesbeth Baartman. We werken aan de evaluatie en verbetering van KIT2.0 op basis van praktijkervaringen.