Doelstellingen Na bestudering van dit hoofdstuk: • weet je dat gereguleerde marktwerking in het Nederlandse zorgstelsel niet zonder problemen is; • weet je dat bekostiging van zorg in belangrijke mate bepalend is voor de inrichting en vormgeving van zorgprocessen; • besef je dat de huidige regels rondom bekostiging van zorg de inrichting van preventieve zorg in de weg staan; • heb je kennis genomen van alternatieve vormen van bekostiging van zorg, ieder met eigen voordelen en nadelen; • besef je dat een zorgdomeinoverstijgend perspectief noodzakelijk is, omdat een goede gezondheid ook bepaald wordt door factoren die buiten het zorgdomein liggen; • weet je dat maatschappelijke effecten niet altijd in cijfers zijn uit te drukken en dat een maatschappelijke kosten-batenanalyse hier mogelijk uitkomst kan bieden; • heb je kennis genomen van het ‘waarom’, ‘hoe’ en ‘wat’ van businessmodellen in de zorg.
DOCUMENT
De zorgsector wordt in toenemende mate geconfronteerd met uitdagingen als gevolg van groeiende vraag (o.a. door vergrijzing en complexiteit van zorg) en afnemend aanbod van zorgverleners (o.a. door personeelstekorten). Kunstmatige Intelligentie (AI) wordt als mogelijke oplossing gezien, maar wordt vaak vanuit een technologisch perspectief benaderd. Dit artikel kiest een mensgerichte benadering en bestudeert hoe zorgmedewerkers het werken met AI ervaren. Dit is belangrijk omdat zij uiteindelijk met deze applicaties moeten werken om de uitdagingen in de zorg het hoofd te bieden. Op basis van 21 semigestructureerde interviews met zorgmedewerkers die AI hebben gebruikt, beschrijven we de werkervaringen met AI. Met behulp van het AMO-raamwerk - wat staat voor abilities, motivation en opportunities - laten we zien dat AI een impact heeft op het werk van zorgmedewerkers. Het gebruik van AI vereist nieuwe competenties en de overtuiging dat AI de zorg kan verbeteren. Daarbij is er een noodzaak voor voldoende beschikbaarheid van training en ondersteuning. Tenslotte bediscussiëren we de implicaties voor theorie en geven we aanbevelingen voor HR-professionals.
MULTIFILE
Dit jaar presenteert het lectoraat Maatschappelijk Vastgoed voor het eerst de Barometer Zorgvastgoed met als thema (inter)nationale context. Deze internationale context is van belang omdat de trackrecord voor het investeren in zorgvastgoed in Nederland nog erg beperkt is. Door te reflecteren aan de hand van de internationale context kunnen we wellicht in Nederland leren van ervaringen van anderen. In de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2014 was al te zien dat er veel aandacht is voor zorgvastgoed (Veuger et al., 2014: 129-235). De Barometer Zorgvastgoed is hier dan ook een gevolg van en heeft een drietal relevante en actuele invalshoeken: ontwikkelingen in zorgvastgoed, waardering en financiering van zorgvastgoed en assetmanagement zorgvastgoed. Het belang van de internationalisering van de zorgvastgoed wordt onderschreven door de bijdragen in internationale context en bijdrage van internationale auteurs. Hoewel de ervaringen voor het investeren in zorgvastgoed in Nederland nu nog erg beperkt zijn, gebeurd er in de internationale context veel. Sinds 2012 zijn Nederlandse zorgorganisaties zelf verantwoordelijk voor hun eigen vastgoed. Daarom staat het investeren in zorglocaties in Nederland nog in de kinderschoenen. Maar in de ons omringende landen als het Verenigd Koninkrijk (UK), België en Duitsland is zorgvastgoed anders georganiseerd. Buitenlandse investeerders zien veel pluspunten als ze naar de Nederlandse zorgvastgoedmarkt kijken. Pluspunten zijn dat de Nederlandse instellingen tegen de economische trend in de solvabiliteit en het eigen vermogen groeien. Voor financiering van zorgvastgoed heeft de zorgsector maar een beperkte keuze van een aantal Nederlandse banken die ook met enige regelmaat consortia vormen bij forse investeringen. Private investeerders en institutionele beleggers hebben wel meer belangstelling voor zorgvastgoed maar zijn relatief nog onbekend met investeringen in zorgvastgoed in Nederland. Zorginstellingen nemen steeds vaker het initiatief om een creditrating aan te vragen, op zoek naar vreemd vermogen.
DOCUMENT
De zorgsector is de afgelopen jaren aan een ingrijpende verandering onderhevig geweest. De komst van marktwerking, het ontstaan van grotere zorginstellingen met meerder vestigingen en het persoonsgebonden budget hebben geresulteerd in een strakkere verdeling van de mensuren. Dit vergde vergaande aanpassingen van zorgverleners, die niet gevrijwaard bleven van hindernissen.
DOCUMENT
Buitenlanders investeren steeds meer in de Nederlandse zorgvastgoedmarkt. Wat zijn de verdere verwachtingen qua investeringen in zorgvastgoed?
LINK
Artikel student Hoger Hotel Onderwijs. Beoordeling: 7.
MULTIFILE
Het boek ‘Create Health Ways of Working: Insights from ten eHealth innovation research projects’ presenteert inzichten uit het meta-onderzoeksproject ‘Create & Health Innovation WAys of Working Analysis’, ook wel CHIWAWA genoemd. Binnen dit meta-onderzoeksproject inventariseerden onderzoekers van de Hogeschool Utrecht (Lectoraat Onderzoekend Vermogen en Lectoraat Co-design) het gebruik van creatieve manieren van werken bij innovatieprocessen in de zorg, waarvoor zij tien onderzoeksprojecten van Nederlandse kennisinstellingen volgende in de periode 2018 – 2022. Deze tien onderzoeksprojecten en het meta-onderzoek waren onderdeel van het ZonMw-programma Create Health. Het boek presenteert case-portretten van de tien onderzoeksprojecten naar eHealth innovatie die zich concentreerden rondom de thema’s dementie, eenzaamheid en overgewicht. Vervolgens geeft het boek verdieping met betrekking tot de creatieve manieren van werken in de tien Create Health-onderzoeksprojecten, begrip van relationele processen bij het creëren van kennisuitwisseling en zicht op de impact die een dergelijke samenwerking heeft op de zorg- en welzijnssector en op de creatieve industrie. Het boek bevat aanbevelingen voor toekomstige onderzoeksconsortia, financiers en de praktijk (creatieve industrie, zorgsector en doelgroep) en sluit af met de beschrijving van een tool die gebaseerd is op het Research Pathway Model, dat als instrument gebruikt kan worden om het gesprek tussen stakeholders van innovatieprocessen in de zorg te ondersteunen.
DOCUMENT
De Haagse economie is hersteld van de coronacrisis. De economie van het stadsgewest ‘s-Gravenhage is in 2021 met 3,5 procent gegroeid en liet het BBP per inwoner een groei zien van bijna 6 procent. Hiermee zet de groei van pre-corona door. Na een lange periode van matige economische groei en minder gecreëerde banen dan de andere drie grote steden laat Den Haag in de laatste paar jaar een beter economisch verhaal zien. Terwijl het economisch herstel verder doorzet in de eerste helft van 2022, is de Nederlandse economie in de laatste helft van het jaar afgekoeld. De ramingen van regionale cijfers laten een soortgelijke ontwikkeling zien voor Den Haag. De groei in economische bedrijvigheid heeft tot versnelde banengroei geleid in de gemeente. De werkgelegenheid in de regio is met bijna 3 procent gegroeid ten opzichte van het jaar ervoor. De werkloosheid in de stad ontwikkelt zich volgens de dalende trend die zich had ingezet voor de uitbraak van corona. Het werkloosheidspercentage bedroeg in het derde kwartaal van 2022 4,6 procent. Daarmee lag de werkloosheid in Den Haag opnieuw lager dan Amsterdam en Rotterdam. Den Haag heeft zoals andere Nederlandse steden veel last van de krappe arbeidsmarkt en er zijn veel onvervulde vacatures binnen de gemeente in vrijwel alle beroepsgroepen. De lage arbeidsdeelname is hierdoor een groter punt van aandacht voor de stad. Het biedt de stad kansen om de lage arbeidsparticipatie in de stad aan te pakken. De groei in werkgelegenheid in 2021 verklaart zich voornamelijk door startende ZZP’ers en het grootbedrijf. Daartegenover lieten kleine mkb-vestigingen een daling zien in het aantal banen. Begin 2022 telde Den Haag ruim 321.000 banen. De ZZP’er blijkt een steeds groter deel te worden van de werkgelegenheid in de stad en neemt bijna 18 procent van de banen voor haar rekening. In verhouding tot andere steden zijn er meer ZZP’ers in de agglomeratie’s-Gravenhage. De groei van de economie en de zeer krappe arbeidsmarkt heeft zich vertaald naar een lager niveau van bijstandsuitkeringen. Er is een dalende trend in het percentage van personen die na een beëindiging van hun WW-uitkering de bijstand instromen. Ook hebben Haagse ZZP’ers minder vaak een langdurig laag inkomen. Wanneer we verder kijken dan alleen ontwikkelingen in werk en inkomen wordt duidelijk dat de beleving van brede welvaart in de regio op een lager niveau ligt dan het gemiddelde van Nederland en Amsterdam en Utrecht. Den Haag blijft groeien. Wel is het binnenlandse migratiesaldo negatief: er vestigen zich minder Nederlanders uit andere gemeenten in Den Haag dan er vertrekken naar andere Nederlandse gemeenten. De stad trekt veel immigranten en studenten. Ongeveer een vijfde van de studenten aan de Haagse Hogeschool blijft ook in Den Haag wonen. Daarnaast vestigen zich vooral veel alumni uit Delft in Den Haag. Het aantal hbo/wo-studenten is na jaren van groei in 2021 vrij stabiel gebleven ten opzichte van 2020. De uitbraak van de coronapandemie heeft geleid tot minder aanmeldingen van buitenlandse studenten aan Nederlandse onderwijsinstellingen. Vooruitblikkend wordt duidelijk dat Den Haag wordt geconfronteerd met meerdere knelpunten. Inflatie, torenhoge energieprijzen en een tekort aan personeel en grondstoffen zorgen ervoor dat binnenlandse en buitenlandse vraag afneemt. Ook zijn ondernemers huiverig om te investeren. De meest recente landelijke cijfers laten zien dat de economie sterk is afgekoeld, het derde kwartaal kromp de Nederlandse economie met 0,2 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Het vierde kwartaal is er weer een kleine plus van 0,6 procent. Zeker is dat de groei beduidend lager zal zijn in 2023. Voor Den Haag betekent de aanwezigheid van een grote tertiaire sector een dempend effect op de gemiddelde economische groei omdat deze minder crisisgevoelig is. Daarbij is ook een pluspunt dat de economische activiteiten in de stad minder afhankelijk zijn van de toeleveringsproblematiek van grondstoffen en de zeer hoge gasprijzen dan steden met meer industrie. Daarentegen heeft de stad veel ZZP’ers die de effecten van het wegvallen van vraag sneller en heviger zullen ondervinden. Dit heeft als gevolg dat de werkloosheidscijfers in de stad sneller zullen reageren op dalende vraag. De grote uitdagingen om over te stappen naar een duurzame economie zullen veel vaker voelbaar worden voor de economische bedrijvigheid van de stad. Het energieverbruik in de regio is in vergelijking met de andere drie grote steden aanzienlijk lager. Dit wordt met name door de sectorstructuur gedreven, waarbij de zware industrie in Den Haag relatief minder vertegenwoordigd is. De stad heeft in de afgelopen jaren stappen gezet in verduurzaming, maar bevindt zich nog wel in de startblokken. Zo is het verbruik van hernieuwbare energie relatief laag. Dit verbruik is voor een groot deel afhankelijk van opwekking van binnen de regio. Daarnaast worden steeds meer gebouwen verduurzaamd. Het aantal vacatures in klimaatberoepen stijgt op vergelijkbaar niveau als de rest van de G4. Ondernemers ervaren steeds vaker belemmeringen in het voortzetten van hun bedrijfsactiviteiten. Inmiddels vormen de ervaren tekorten aan passend personeel een belemmering in het voortzetten van bedrijvigheid voor meer dan 40 procent van de ondernemers en ligt in Den Haag hoger dan de andere drie grote steden. De krapte breidt zich uit en is inmiddels een zorg voor vrijwel alle beroepsgroepen en sectoren. Ook ervaren ondernemers hinder van de tekorten aan grondstoffen om hun bedrijfsactiviteiten uit te voeren en vaker problemen met financiering. Dit heeft negatieve gevolgen voor de potentiële groei van de regionale economie. De stad heeft een krappe kantorenmarkt en weinig kwalitatief aanbod van bedrijventerreinen. Deze krapte heeft gevolgen voor de transactiedynamiek in de stad. Terwijl in Rotterdam en Amsterdam het opnamevolume flink is gestegen, blijkt er in Den Haag voor een tweede keer achter elkaar een dalende opnamevolume te zijn. Ook zijn grote bedrijventerreinen van goede kwaliteit schaars in de regio en is het aanbod in de laatste jaren gedaald. Dit vormt een beperking voor de (potentiële) ondernemer om zich uit te breiden of te vestigen in de stad. De arbeidsproductiviteit in het stadsgewest ‘s-Gravenhage blijft laag. De sectoren Industrie en Bouw moeten een duidelijke inhaalslag maken ten opzichte van de andere drie grote steden. Ook Logistiek, een belangrijke sector voor de Haagse werkgelegenheid, laat lagere productiviteit en productiviteitsgroei zien. Daarnaast is de productiviteit in de sectoren Overheid en Zorg, die oververtegenwoordigd zijn in Den Haag, sterk gedaald sinds de coronacrisis. Dit wordt gedreven door de hoge werkdruk in deze sectoren bij minder snel stijgende lonen. Recente ontwikkelingen in afspraken voor loonstijgingen in deze sectoren zou dit beeld kunnen veranderen.
DOCUMENT
Population ageing has become a domain of international discussions and research throughout the spectrum of disciplines including housing, urban planning, and real estate. Older people are encouraged to continue living in their homes in their familiar environment, and this is referred to as “ageing-in-place”. Enabling one to age-in-place requires new housing arrangements that facilitate and enable older adults to live comfortably into old age, preferably with others. Innovative examples are provided from a Dutch social housing association, illustrating a new approach to environmental design that focuses more on building new communities in conjunction with the building itself, as opposed to the occupational therapeutic approaches and environmental support. Transformation projects, referred to as “Second Youth Experiments”, are conducted using the Røring method, which is based on the principles of co-creation. De Benring in Voorst, The Netherlands, is provided as a case study of an innovative transformation project. This project shows how social and technological innovations can be integrated in the retrofitting of existing real estate for older people. It leads to a flexible use of the real estate, which makes the building system- and customer preference proof. Original article at: https://doi.org/10.3390/buildings8070089 © 2018 by the authors. Licensee MDPI.
MULTIFILE
De huidige architectuur in de Nederlandse gezondheidszorg is doorgaans tijdloos, saai en onaantrekkelijk. We doen ons best, maar het is niet goed genoeg. Het opschalen van de grootte en het verfijnen van budgettaire en bureaucratische systemen hebben geen goed gedaan. De zorginstellingen zijn te veel gericht op het reduceren van kosten en het vermarkten van hun producten. Het gebouw werd een zorgfabriek. De menselijke maat is verdwenen, het gebouw lijkt ontzield. Toch is bouw een uitgelezen kans om maatschappelijk verantwoorde organisatievernieuwing te entameren. Een moment waarop de betekenis van architectuur en menselijke activiteiten kunnen convergeren en leiden tot betekenisvolle maatschappelijke innovaties. Maar de realiteit van alledag is dat de structuur en de technologie van de gezondheidszorgons in hun wurggreep hebben. Hoe bevrijden wij ons uit deze schijnbaar uitzichtloze ontwerpspiraal? Eenverbinding met de diversiteit aan gebruikers en grote rijkdom aan perspectieven kunnen helpen om de kwaliteit van zorgfaciliteiten grondig te verbeteren.
DOCUMENT