Dit boekje gaat over het eerste deel van een onderzoek van lectoraat Stedelijk Sociaal Werk naar de vraag: (hoe) vinden nieuwkomers hun weg naar voorzieningen in de Amsterdamse sociale basis in de periode na aankomst in Amsterdam?Jaarlijks komen veel nieuwkomers met verschillende achtergronden aan in Amsterdam. Onder hen bijvoorbeeld Oost-Europese arbeidsmigranten, economische migranten uit alle delen van de wereld, asielzoekers, ontheemden uit Oekraïne, en statushouders die in Amsterdam een woning toegewezen krijgen.Laagdrempelige voorzieningen in de sociale basis, zoals buurthuizen, zijn er voor alle Amsterdammers, dus ook voor nieuwkomers. Zij kunnen hier terecht voor ontmoeting en lichte vormen van ondersteuning. Daarnaast kunnen ze hier met hulpvragen doorverwezen worden naar meer specialistische hulp. Dat geldt voor alle nieuwkomers, ongeacht verblijfsstatus. De vraag is echter of zij hun weg naar deze voorzieningen vinden.Deze publicatie is het verslag van ons onderzoek naar de aankomstverhalen van verschillende groepen nieuwkomers, en de plek die sociale basisvoorzieningen daarin innemen.
Oekraïense vluchtelingen kunnen bij aankomst in Nederland direct participeren op de arbeidsmarkt. Mede hierdoor ligt hun arbeidsparticipatie een stuk hoger dan onder Oekraïense vluchtelingen in Duitsland. Is dit ‘work first’-model daarmee ook een voorbeeld voor andere landen? Het is aannemelijk dat een work-first aanpak een belangrijke bijdrage levert aan de relatief hoge arbeidsparticipatie van Oekraïners in Nederland. Die vaststelling ondersteunt de lopende politieke en maatschappelijke discussie om asielzoekers meer mogelijkheden te geven om tijdens de asielprocedure te werken. De bevindingen over de arbeidsmarktpositie van Oekraïners laten echter ook zien dat zij vooral aangewezen zijn op het flexibele segment van de arbeidsmarkt waar de meeste onder hun niveau werken. Dit is een groot verschil met de situatie in Duitsland. Een van de lessen zou kunnen zijn om in navolging van Duitsland de inburgering ook open te stellen voor Oekraïense ontheemden (Groenendijk, 2023). Oekraïense ontheemden kwamen naar Nederland met de gedachte dat dit tijdelijk zou zijn, en ook het beleid van de Nederlandse overheid is hierop gestoeld. Deze tijdelijkheidsgedachte brengt met zich mee dat langeretermijnoverwegingen nauwelijks een rol spelen in onder meer de oriëntatie op de arbeidsmarkt en de geneigdheid om de taal te leren. Naarmate de oorlog langer duurt, is de kans groot dat Oekraïners zich hier permanent gaan vestigen. Ook dat is een reden om in beleid het perspectief meer te verschuiven in de richting van een settle first-aanpak, die misschien op korte termijn de arbeidsparticipatie inperkt, maar als het goed is in de naaste toekomst tot een betere arbeidsmarktpositie en grotere zelfredzaamheid leidt.
In Den Haag verblijven zo’n 3.000 Oekraïense ontheemden in de gemeentelijke en particuliere opvang. In dit onderzoek is onderzocht op welke wijze(n) Oekraïense vluchtelingen erin slagen hun weg te vinden in de Haagse samenleving, wat daarbij de rol is van (in-)formele netwerken en wat hun toekomstplannen en verwachtingen zijn. Hiervoor hebben we interviewgesprekken gevoerd met Oekraïense ontheemden en met Nederlandse gastgezinnen die Oekraïners in huis hebben (gehad). Het veldwerk vond plaats van januari tot mei 2023.