To highlight relevant information in dialogues, both wh-question context and pitch accent in answers can be used, such that focused information gains more attention and is processed more elaborately. To evaluate the relative influence of context and pitch accent on the depth of semantic processing, we measured event-related potentials (ERPs) to auditorily presented wh-question-answer pairs. A semantically incongruent word in the answer occurred either in focus or in non-focus position as determined by the context, and this word was either accented or unaccented.Semantic incongruency elicited different N400 effects in different conditions. The largest N400 effect was found when the question-marked focus was accented, while the other three conditions elicited smaller N400 effects. The results suggest that context and accentuation interact. Thus accented focused words were processed more deeply compared to conditions where focus and accentuation mismatched, or when the new information had no marking. In addition, there seems to be sex differences in the depth of semantic processing. For males, a significant N400 effect was observed only when the question-marked focus was accented, reduced N400 effects were found in the other dialogues. In contrast, females produced similar N400 effects in all the conditions. These results suggest that regardless of external cues, females tend to engage in more elaborate semantic processing compared to males.
LINK
Door de rap toenemende en veranderende rol van internet is het gebruik van het online kanaal inmiddels vanzelfsprekend geworden en de keuze aan online kanalen zeer divers. Hiermee zijn de keuzemogelijkheden voor consumenten vergroot, het kanaalgebruik meer divers en intensiever geworden, is de kanaalvoorkeur voortdurend aan het veranderen en hebben consumenten meer controle gekregen over het proces van oriëntatie en aanschaf van goederen en diensten. Wat betekent dit voor marketeers en hun uitdaging om klanten te raken en te binden? - See more at: http://www.marketingonline.nl/achtergrond/bericht/1001-variaties-in-klantcontact-de-uitdaging-van-de-nieuw-marketeer#sthash.XsRTtWef.dpuf
LINK
Het aanzien, de rol en de invloed van marketing binnen bedrijven wordt vooral bepaald door marketingaccountability en innovativiteit, zo blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Fact-based en/of resultaatgedreven werken met een nadruk op klantgedreven innovaties zijn de mogelijkheden die worden gezien om marketing een grotere rol te laten spelen.Ton Borchert en Gerrita van der Veen geven in dit artikel aan dat om dit mogelijk te maken, onder andere een ‘evidence-based’ beroepspraktijk noodzakelijk is.
LINK
full text via link. Wat zijn de ontwikkelingen in social media research, naar wie luisteren we nu eigenlijk in social media, wie is de werkelijke innovator en wie is de werkelijke deler, en wat kunnen merken met klantervaringen? Anita Cox (Insights Director) trapt af met de vraag: Waarom zagen we social media 5 jaar geleden niet aankomen? -
LINK
full text via link. Social media stellen mensen, merken en bedrijven in staat om zichzelf te versterken. Soms wordt optimaal gebruik gemaakt van Social Media Empowerment, bijvoorbeeld bij het versterken van de brand equity zoals bij KLM en Jillz. Soms wordt er minder goed gebruik van social media gemaakt, vooral als het gaat om het genereren van additioneel, kosteloos bereik. Regel 4: Gelijkwaardigheid & Inspraak zorgen voor meer Online Sharing
LINK
full text via link. Synovate heeft de afgelopen twee jaar onderzoek verricht op dit terrein. Anita Cox, Emile Rikken en Stephan van Velthoven zetten op basis daarvan zaken op een rij in een serie van 5 artikelen, hier op Molblog te lezen. In dit artikel staat brand-building via social media centraal. Effectief inzetten van social media. Regel 3: Creëer emotionele verbondenheid
LINK
full text via link. Social media stellen mensen, merken en bedrijven in staat om zichzelf te versterken. Soms wordt optimaal gebruik gemaakt van Social Media Empowerment, maar soms ook wat minder. Effectief inzetten van social media. Regel 1: Start met context en motivatie
LINK
Entrepreneurial participation from the neighbourhood is the final report of a two-year action research that investigated how cooperating formal and informal parties can support small-scale entrepreneurship in the Amsterdam neighbourhoods and stimulate participation by people who have unemployment benefits. The study mapped learning conditions for participants and described different types of participants, such as starting with the person instead of the entrepreneurial idea; different creative learning forms; the role of certificates and clear expectations.Three findings from our research turned out to be crucial for the cooperation between parties in this complex setting, looking at the principle of "collaborative governance": making clear agreements; have sufficient resources; and carefully consider which parties are participating. In addition, it appeared important that there is sufficiently clearly shared motivation about which goals the various parties involved want to achieve together; and that there is clarity on how they intend to achieve these goals. It is most natural to follow the dynamics of the neighborhood and invest in it. This could include joint mapping of neighborhood networks by participation professionals to focus more on their development, but also work on innovative financing structures and use people who can be 'boundary spanners' in the neigbourhood networks.
DOCUMENT
Een onderzoek naar de aansluiting van de activeringsregimes van UWV en Bijstand in Rotterdam Zuid
DOCUMENT
De creatieve denkkracht van kinderen wordt nog niet vaak benut bij het vinden van oplossingen voor problemen in de dagelijkse praktijk. Hun ervaringen en ideeën zouden meegenomen kunnen worden in ontwerpprocessen door hen te laten participeren in de ontwikkeling van nieuwe producten. In het NRO‐NWO project “Co‐design with kids” hebben 32 kinderen uit groep 5 en 26 kinderen uit groep 7 van twee basisscholen gedurende zeven weken onder begeleiding van een onderzoeker en hun groepsleerkracht gewerkt aan een ontwerpopdracht van een ‘echte’ opdrachtgever gericht op het bewegingsonderwijs (Casus Gymzaal van de Toekomst) en op de speelruimte (Casus Memo). Een jury van zeven tot acht personen met expertise op het vlak van bewegen, buitenspelen, bewegingsonderwijs, onderwijs of ontwerpen heeft de kwaliteit van de ontwerpuitkomsten van de kinderen beoordeeld in termen van originaliteit en variatie, inspiratie, uitwerking en relevantie. Uit de resultaten kwam naar voren dat de kinderen goed in staat zijn tussen‐ en eindproducten te bedenken die aansluiten bij de doelgroep. De ontwerpideeën scoorden over het algemeen ook hoog op de variatie in de oplossingen, de mate waarin de producten uitgewerkt, uitgedacht en direct toepasbaar waren en de mate waarin de eindproducten pasten binnen de context van het probleem. De ontwerpideeën waren volgens de juryleden en opdrachtgevers echter niet heel origineel; de ontwerpideeën waren in hun ogen niet erg vernieuwend, waren een afgeleide van bestaande concepten of bevatten geen verrassende elementen.
DOCUMENT