Tot begin 1983, één jaar voor de start van de Nederlandse Open Universiteit, hadden enkele duizenden Nederlanders rechrstreeks of via het Ministerie van OC&W informatie aangevraagd over een studie aan de Open Universiteit, zonder dat ersprake was geweest van gerichte publiciteit. Aan 1900 van hen (individueel geregistreerde personen aan wie een brochure over de Open Universiteit was toegezonden) werd medio maart 1983 een vragenlijst gestuurd, die door 58% ingevuld werd geretourneerd. Op basis van deze gegevens werd een profielschets gemaakt van de eerste generatie potentiële studenten van de Open Universiteit. De resultaten gaven mede richting aan het beleid van de Open Universiteit in oprichting.
DOCUMENT
In dit onderzoek is nagegaan wat beweegredenen van studenten zijn om zich al dan niet actief in te zetten voor hun medestudenten, opleiding en/of Inholland en welke opbrengsten en belemmeringen zij ervaren bij hun actieve inzet.
MULTIFILE
Dat er op de stagemarkt sprake is van kansenongelijkheid, wordt door alle studenten waarmee er in dit onderzoek naar stagediscriminatie is gesproken onderschreven. Studenten geven aan dat veel stagebedrijven nog altijd vasthouden aan een bepaald normbeeld. Dit is een ideaalbeeld waar een stagiair of potentiële medewerker aan zou moeten voldoen. Wanneer er aan studenten wordt gevraagd om dit normbeeld te beschrijven, spreken zij van een ‘echte Hollander’ met blond haar en blauwe ogen. Het hebben van een ander uiterlijk, een migratieachtergrond of buitenlandse naam zou resulteren in een beduidend kleinere kans op een stage. Dit geldt ook wanneer er sprake is van een van de heersende norm afwijkende religie, gender of seksualiteit. Sommige studenten concluderen dit uit eigen ervaringen op de stagemarkt. Anderen hebben verhalen gehoord van vrienden, familieleden of schoolgenoten die bij het zoeken naar of lopen van een stage werden geconfronteerd met uitsluiting of discriminatie. Ook deze verhalen van anderen blijken van invloed op de houding van studenten ten aanzien van het stagezoekproces.
DOCUMENT
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Dat er op de stagemarkt sprake is van kansenongelijkheid, wordt door de ruim 50 studenten waarmee er in dit onderzoek naar stagediscriminatie is gesproken onderschreven. Studenten geven aan dat veel stagebedrijven nog altijd vasthouden aan een bepaald normbeeld. Het hebben van een ander uiterlijk, een migratieachtergrond of buitenlandse naam zou resulteren in een beduidend kleinere kans op een stage. Dit geldt ook wanneer er sprake is van een van de heersende norm afwijkende religie, gender of seksualiteit. Sommige studenten concluderen dit uit eigen ervaringen op de stagemarkt. Anderen hebben verhalen gehoord van vrienden, familieleden of schoolgenoten die bij het zoeken naar of lopen van een stage werden geconfronteerd met uitsluiting of discriminatie. Deze verhalen en ervaringen blijken van invloed op de houding van studenten ten aanzien van het stagezoekproces. Dit rapport doet verslag van het onderzoek en biedt aanbevelingen en tips.
DOCUMENT
Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de onderzoekslijn Studentenwelzijn van het lectoraat Studiesucces. Onderzoek op het gebied van studentenwelzijn in Nederland is nog beperkt. Een van de doelen van de onderzoekslijn is daarom een bijdrage te leveren aan (praktijkgerichte) kennis over het welzijn van studenten. Dit onderzoek heeft als doel daar aan bij te dragen door 1) de stresservaring van studenten binnen Hogeschool Inholland te onderzoeken, 2) in kaart te brengen wat studenten helpt om met stress om te gaan, en 3) te onderzoeken wanneer studenten zich bevlogen voelen. Tevens is dit onderzoek een verkenning van de variabelen van het Student Wellbeing Model. De onderzoeksuitkomsten dienen aanknopingspunten te bieden voor vervolgonderzoek naar het welzijn van studenten in relatie tot studiesucces. Ten slotte, de inzichten die verkregen worden dienen uiteindelijk bij te dragen aan het tegengaan van een hoge mate van stress (en andere gerelateerde psychische klachten) bij studenten en aan het bevorderen van het welzijn van studenten.
DOCUMENT
Studentsucces heeft een prominente plaats in het ambitieplan 2026 van Hogeschool Utrecht en ook in de strategische agenda van de vereniging hogescholen 2019-2023. Het omdenken van studiesucces naar studentsucces belooft een vernieuwde kijk op studeren. Ook op studeren met verborgen zorgen. Het binnen de gestelde termijn je diploma halen is niet meer een doel op zich. Er ontstaat nu meer oog voor persoonlijke omstandigheden en bredere persoonsvorming. Dit neemt niet weg dat HU onnodige studievertraging tegen wil gaan. Dit rapport biedt inzicht in aard en omvang, aanbevelingen voor nieuwe ontwikkelingen en aangrijpingspunten voor verandering van kijken. De ervaringen van studenten met een (functie)beperking, het verlenen van informele zorg aan dierbaren, het omgaan met prestatiedruk kunnen van waarde zijn voor persoonlijke, professionele en maatschappelijke ontwikkeling en zijn een belangrijke bron om van en met elkaar te leren. Dit rapport bevat handvatten en motiveert om de kwaliteit van (samen)leven en leren in de HU gemeenschap verder te verbeteren.
DOCUMENT
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
Fundamentele maatschappelijke vraagstukken vragen om nieuwe inzichten en oplossingen. Vakinhoudelijk leiders hebben hierin een belangrijke rol. Onderwijs aan honoursonderwijs is in belangrijke mate gericht op de ontwikkeling van vakinhoudelijk leiderschap. Het doel van dit onderzoek is na te gaan wat bij studenten die zich al tijdens hun studie manifesteren als vakinhoudelijk leiders een rol heeft gespeeld bij hun ontwikkeling. Interviews met studenten worden met behulp van Atlas TI gecodeerd en geclusterd door 2 onderzoekers onafhankelijk van elkaar. Het resultaat is een overzicht van factoren die een rol spelen bij de ontwikkelprocessen van potentiële vakinhoudelijk leiders. Via dit onderzoek wordt meer inzicht verkregen in de manier hoe individuele ontwikkelingsprocessen en (honours)onderwijs verbonden kunnen worden.
DOCUMENT
Het Studieloopbaanbegeleidingsinstrument Master Ecologische Pedagogiek (SLB-MEP) is een web-based zelfassessment voor (potentiële) studenten, dat de mate van overeenstemming tussen opleidingswaarden en studentvoorkeuren inventariseert. Het instrument biedt de mogelijkheid om de keuzeprocessen van studenten en de studieloopbaanbegeleiding op afstand te ondersteunen. Dit kan daarom ook voor initiële lerarenopleidingen van belang zijn. Het ontwikkelproces combineerde een gecontextualiseerde, kwalitatieve benadering met een kwantitatieve validatiestudie 1. Het bleek dat de betrouwbaarheid en validiteit voldoende zijn. Tevens zijn de gebruikerservaringen positief.
DOCUMENT