Patiënten die fit een zware operatie in gaan hebben minder kans op complicaties en een betere kans om goed te herstellen na de operatie. Met prehabilitatie worden patiënten in een zo goed mogelijke algehele conditie gebracht voorafgaand aan hun operatie, met als doel de uitkomsten na de operatie te verbeteren. Prehabilitatieprogramma’s zijn bij voorkeur multimodaal. Multimodale prehabilitatie bestaat uit interventies die gericht zijn op het verbeteren van de fysieke fitheid, voedingsstatus, mentale status en eventuele andere leefstijlfactoren.
DOCUMENT
Prehabilitation trajectories contribute to improving lifestyle choices and influencing risk factors to reduce postoperative complications, the overall hospital stay and lower health care costs. This paper gives an overview of the best current evidence on the role, scope, added value and expertise of nurses during the prehabilitation trajectory of patients with GI cancer, consisting of relevant nursing diagnosis, interventions and outcomes within four specific domains. The methods used are literature searches that were performed between June 2022 and January 2023, with a final search on January 25th. The search strategy included four steps, following the Joanna Briggs Institute Manual. Two researchers contributed to the study selection process. The results were categorized according to the domains of multimodal prehabilitation. The Handbook of Carpenito was used to link the results to nursing diagnoses, interventions and nurse sensitive outcomes.
DOCUMENT
Rehabilitatie is de begeleiding van de cliënt die de gewenste leefsituatie en gewenste plek in de samenleving weer wil oppakken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de eigen herstelmogelijkheden van de cliënt. In Nederland worden verschillende benaderingswijzen van rehabilitatie toegepast. In deze tekst wordt de individuele rehabilitatie benadering (IRB) centraal gesteld, omdat het methodisch werken binnen deze benadering het meest verfijnd is uitgewerkt. Deze tekst stelt de SPH'er in staat inzicht te verwerven in de plaats van rehabilitatie als beweging in de huidige geestelijke gezondheidszorg en de visie die daaraan te grondslag ligt. De auteurs leggen de nadruk op de houding die van de beroepsbeoefenaar wordt gevraagd om effectief begeleiding te kunnen bieden.
DOCUMENT
Een goede voorbereiding is het halve werk, ook voor patiënten op de wachtlijst voor een chirurgische ingreep. We onderzoeken hoe de e-health-applicatie 'Beter Voorbereid' mensen helpt om sterker aan de start van een operatie te staan en zo sneller te herstellen.
Een grote operatie brengt risico’s met zich mee, zoals complicaties of een vertraagd herstel. Het verbeteren van fysieke fitheid en leefstijl rondom een grote operatie heeft een positieve invloed op het herstel na de operatie. In dit project onderzoeken we hoe we deze begeleiding passend en op maat kunnen aanbieden.
Om de prehabilitatiezorg betaalbaar te houden, is het van belang om zorg op maat te leveren. De wijze van aanbod is daarnaast van cruciaal belang voor het slagen van prehabilitatie. Niet elke patiënt heeft gesuperviseerde training nodig. Sommige patiënten hebben voldoende aan leefstijladviezen via een mobiele app, terwijl anderen wél gesuperviseerde begeleiding nodig hebben van een zorgprofessional.Doel In dit project gaan we ‘prehabilitatie fenotypes’ ontwikkelen van kandidaten voor prehabilitatie op basis van persoonlijke kenmerken. Door deze subgroepen te onderscheiden kan vervolgens bepaald worden welke vorm van ondersteuning (denk bijvoorbeeld aan gesuperviseerd, digitaal of blended) per fenotype het meest geschikt is. Met behulp van deze prehabilitatie fenotypes krijgen zorgprofessionals in de praktijk concrete handvatten om prehabilitatiezorg op maat voor te schrijven. Hiermee worden er twee vliegen in één klap geslagen: gepersonaliseerde zorg én betaalbare zorg. Resultaten We gaan een cross-sectionele data-analyse uitvoeren op (in ieder geval) twee bestaande datasets. Er zal tevens geïnventariseerd worden of er aanvullende geschikte databases zijn in andere prehabilitatie-onderzoekscentra die meegenomen kunnen worden in de analyses. Beter Voorbereid: Beter Voorbereid is een multicentrum RCT naar het effect van een mobiele applicatie waarmee patiënten voor en na hun operatie adviezen krijgen over het optimaliseren van hun leefstijl en over het omgaan met stress rondom de operatie. Dit project is gesubsidieerd door SIA RAAK MKB. PAM-ONCO: PAM-ONCO is een observationele studie in het UMC Utrecht naar het verloop van het beweeggedrag en het fysiek functioneren van patiënten die een gastro-intestinale oncologische operatie ondergaan. Looptijd 15 mei 2022 - 31 december 2023 Aanpak Dit project wordt in samenwerking met het UMC Utrecht uitgevoerd en bestaat uit meerdere fases: Fase 1: Determinanten voor de analyse Op basis van consensus zal bepaald worden welke variabelen daadwerkelijk invloed kunnen hebben op de manier van ondersteuning van patiënten in de preoperatieve fase. Daarom zullen er in deze fase 1 of 2 consensusmeetings worden georganiseerd met experts om te komen tot een definitieve lijst voor de variabelen. Fase 2: Analyses De variabelen (zie fase 1) uit beide studies zullen worden gestandaardiseerd, samengevoegd en klaargemaakt voor data-analyses. Het plan voor de clusteranalyses wordt besproken met experts op dit gebied en op basis van hun adviezen geoptimaliseerd. Vervolgens zullen de analyses worden uitgevoerd om fenotypes te vormen. Fase 3: Vergelijken van klinische uitkomsten en patiëntkarakteristieken tussen fenotypes Na het bepalen van de fenotypes, zullen de klinische uitkomsten en patiëntkarakteristieken tussen de fenotypes worden vergeleken. Er zal een uitgebreidere beschrijving worden gemaakt van de kenmerken van patiënten binnen elk fenotype. De beschrijving van de fenotypes biedt de basis van de volgende fase. Fase 4: Bepalen welke fenotypes baat kunnen hebben bij welke interventies en begeleiding In vier focusgroepen (twee met patiënten en twee met experts) zal bepaald worden welk type ondersteuning/begeleiding en prehabilitatie-interventies past bij de verschillende fenotypes zoals gevonden in fase 2.