De transities naar een regionaal kenniscentrum (RKC) zijn te kenmerken als lokale chaotische processen, die moeilijk te plannen zijn. Hoe kun je hier als bestuur grip op krijgen? Hoe kun je iets structureren wat in essentie veelvormig is (de toekomst voor (v)mbo–studenten), en hoe daarmee om te gaan in de dagelijkse onderwijspraktijk? Dit onderzoek geeft daar handvatten voor.
DOCUMENT
De transities naar een regionaal kenniscentrum (RKC) zijn te kenmerken als lokale chaotische processen, die moeilijk te plannen zijn. Hoe kun je hier als bestuur grip op krijgen? Hoe kun je iets structureren wat in essentie veelvormig is (de toekomst voor (v)mbo–studenten), en hoe daarmee om te gaan in de dagelijkse onderwijspraktijk? Dit onderzoek geeft daar handvatten voor.
DOCUMENT
De transities naar een regionaal kenniscentrum (RKC) zijn te kenmerken als lokale chaotische processen, die moeilijk te plannen zijn. Hoe kun je hier als bestuur grip op krijgen? Hoe kun je iets structureren wat in essentie veelvormig is (de toekomst voor (v)mbo–studenten), en hoe daarmee om te gaan in de dagelijkse onderwijspraktijk? Dit onderzoek geeft daar handvatten voor.
LINK
Met behulp van de aangevraagde KIEM-subsidie willen het lectoraat Netwerkcultuur (Hogeschool van Amsterdam), Domein voor Kunstkritiek, Archined en Kritiklabbet (Zweden) het onderzoek naar (innovatieve vormen van) kunstkritiek internationaal bevorderen door binnen verschillende disciplines en landen een gezamenlijk Europees projectvoorstel vorm te geven. Dit voorstel zal gericht zijn op de ontwikkeling van een platform ten behoeve van kritische reflectie op kunst en cultuur: een cruciaal onderdeel van democratische samenlevingen gericht op de toekomst. Door uitwisseling van ervaringen, tools, netwerk en best practices, zullen kunst- en cultuurredacties, instituties en platforms de krachten bundelen op een manier waarbij lokale identiteit en taal gewaarborgd is. Door twee bijeenkomsten te organiseren beoogt het lectoraat een internationaal consortium op te stellen en een onderzoeksvoorstel op te stellen en indienen, binnen de regeling Creative Europe of vergelijkbaar.
Kennisinstellingen en studenten zijn belangrijk voor de ontwikkeling van Arnhem en omgeving. Naast het reeds bestaande samenwerkingsverband Arnhem Studiestad - dat gericht is op het aantrekken en binden van studenten - willen we met de City Deal Kennis Maken in Arnhem meer multidisciplinair kennis en expertise voor complexe (lokale) maatschappelijke opgaven inzetten, en dit meer zichtbaar maken. Beoogd effect: kennisinstellingen gaan meer multidisciplinair aan complexe maatschappelijke opgaven werken, studenten zijn beter toegerust voor de Arnhemse arbeidsmarkt, kennisinstellingen en gemeente maken meer gebruik van elkaars kennis en kennis wordt meer zichtbaar. De strategische agenda geeft richting aan de inhoudelijke focus van Kennis Maken in Arnhem. We kiezen in Arnhem voor twee thema's: duurzaamheid en kansengelijkheid. Meer multidisciplinair samenwerken aan opgaven proberen we uit in projecten. We richten ons in 2019 op twee pilot projecten in de studentenwijk Spijkerkwartier, en sluiten ons hiervoor aan bij het in oprichting zijnde 'Sparkcentre Kennis Kwartier'. Daarnaast gaan we de zichtbaarheid vergroten van de projecten van dit sparkcentre en andere proeftuinen en living labs (en de innovaties en impact ervan) in Arnhem. Dit doen we door bij het Innovate Festival Arnhem (oktober 2019) aan te sluiten. Tot slot maken we in 2019 een plan hoe we opgedane leerervaringen uit deze projecten gaan gebruiken voor verdere opschaling/verduurzaming en meer samenwerking onderling. De drie hogescholen, Rijn IJssel en gemeente Arnhem zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de programmatische sturing van Kennis Maken in Arnhem. Daarvoor wordt een compacte organisatie ingericht.
De beschikbaarheid van elektriciteitsdistributienetten staat onder druk. Ooit zijn deze netten ontwikkeld voor de distributie van elektriciteit vanuit een beperkt aantal centrales naar vele industriële en zakelijke gebruikers en huishoudens. Door de noodzakelijke energietransitie neemt de druk op de distributienetten almaar toe. Zozeer dat het netwerk op meer en meer plaatsen “vol” zit en er geen nieuwe aansluitingen of uitbreidingen meer gebouwd kunnen worden en de gevoeligheid voor storing toeneemt. Aan de faculteit van EWI aan de TU Delft is Advanced Distortion Detection Technique (ADDT) ontwikkeld. Een techniek waarmee instabiliteiten in netwerken voorspeld kunnen worden. De spin-off van de TU Delft GridSign, heeft de techniek doorontwikkeld en met gesimuleerde data getest. In de volgende fase van de ontwikkeling zal de techniek toegepast worden op kunstmatig gegenereerde “High Impedance Faults”(HIF’s) in een laboratorium setting. Het project ziet op het ontwerp en bouw van een testopstelling waarin HIF’s gegenereerd kunnen worden, onder andere met afgekeurde netwerkcomponenten van consortiumpartner Stedin en waarop de ADDT van consortiumpartner GridSign in een praktijkomgeving getest en doorontwikkeld kan worden. Door de inzet van de GridSign technologie kunnen storingen en daarmee overlast en kosten voor gebruikers, voorkomen worden. Tevens kan een belangrijk deel van het correctief onderhoud vervangen worden voor preventief onderhoud, dat in de regel beter te plannen is minder kosten met zich meebrengt. Typische gebruikers van de GridSign technologie zijn regionale en private netbeheerders. Tevens zien we interesse van producenten van slimme meters, die met de GridSign technologie waardevolle functionaliteit aan hun meters kunnen toevoegen.