Purpose: This paper aims to define the influence of the physical and social dimensions of the work environment on knowledge productivity of academics in Dutch Universities of Applied Sciences.Design/methodology/approach: Literature review; a multiple case study based on literature review (6 cases); a survey (n=188).Findings: Knowledge workers share two basic needs: their productivity requires isolation (internalization of knowledge) and interaction (externalization of knowledge), supported by different spatial concepts. None of the work environments involved in the study adequately support all of the phases in the knowledge development process adequately. Collective productivity is primarily determined by the physical dimension of the workplace; whereas the social dimension is crucial for personal productivity. Social interaction has a stronger effect than distraction; and the layout has a stronger effect than comfort.Conclusions - A high performance workplace supports both externalization and internalization of knowledge, allowing group members to collaborate and communicate according to need. More traditional work environments support internalization; innovative workplace designs (the office as meeting place) are more suited to support interaction and collaboration. Discover why freedom of choice is the key.Recommendations - Academics should be allowed to choose as to how, where and when they work and involved during the development of new concepts.Paper type: Research paper
MULTIFILE
In recent decades, the number of cases of knee arthroplasty among people of working age has increased. The integrated clinical pathway ‘back at work after surgery’ is an initiative to reduce the possible cost of sick leave. The evaluation of this pathway, like many clinical studies, faces the challenge of small data sets with a relatively high number of features. In this study, we investigate the possibility of identifying features that are important in determining the duration of rehabilitation, expressed in the return-to-work period, by using feature selection tools. Several models are used to classify the patient’s data into two classes, and the results are evaluated based on the accuracy and the quality of the ordering of the features, for which we introduce a ranking score. A selection of estimators are used in an optimization step, reorganizing the feature ranking. The results show that for some models, the proposed optimization results in a better ordering of the features. The ordering of the features is evaluated visually and identified by the ranking score. Furthermore, for all models, higher accuracy, with a maximum of 91%, is achieved by applying the optimization process. The features that are identified as relevant for the duration of the return-to-work period are discussed and provide input for further research.
Everybody has conscious and unconscious experiences during their holidays. They usually impact your life to a limited degree, but sometimes you have an experience as a result of which you will have a new outlook on life from that moment onwards: a life-changing experience.There are travelers who consciously seek a place in which they can have this type of experiences. Think, for instance of a wellness resort in Bali, in which you learn to eat healthy food and monitor your work-life balance. When returning from this holiday, you are likely to change course and take the plunge.You could also have an unconscious (spontaneous) experience during your holiday. An experience of which you did not know you would ever have it. You are being triggered, and when arriving home, you are going to take action to change things for the better. You may have visited an orphanage or a nature reserve during a round trip for which you are going to set up a fund-raising appeal after your holidays.This PhD research will seek answers to the following questions:• Can a life-changing experience be designed?• To what degree can a life-changing experience lead to a sustainable behavioural change? Partner: University of Surrey
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return. De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten.Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return.De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.