Tweede deel van een artikel over welke waarden zich manifesteren in het woordgebruik van derdejaarsstudenten in hun reflectieverhaal. Uit dit deel van het onderzoek is gebleken dat studenten hun professionele identiteit ook in het derde jaar nog voornamelijk framen in het kader van organisatorische en hiërarchische waarden en slechts beschikken over een beperkt aantal scripts voor hun handelen.
DOCUMENT
Dit document is geschreven voor docenten die stagiairs begeleiden en ter ondersteuning daarvan de Stage-App gaan gebruiken. Het doel is om praktische tips en inzichten te geven voor het (deels) online begeleiden van stagiairs. Deze handreiking bestaat uit drie onderdelen: 1) Wat is bekend over goede (online) stagebegeleiding? 2) Hoe werkt de Stage-App? 3) Hoe gebruik je de Stage-App in het stagebegeleidingsproces? Dit rapport hoort bij https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/online-stagebegeleiding
DOCUMENT
Onze samenleving is sterk gedigitaliseerd. Het internet is de arena waarin wij werken, onze financiën regelen, boodschappen doen, waar ons sociale leven plaatsvindt en we liefde zoeken.1 Als gevolg van deze digitalisering is cybercriminaliteit in toenemende mate een probleem. De prevalentie van deze ‘nieuwe’ vormen van criminaliteit overstijgt inmiddels de ‘traditionele’ vormen van criminaliteit. Statistieken over de gehele wereld laten een vergelijkbaar beeld zien. Onderzoek laat zien dat slachtoffers van cybercriminaliteit negatieve (financiële, psychologische en emotionele) gevolgen ondervinden (bijv. Cross e.a. 2016; Jansen & Leukfeldt 2018; Worsley e.a. 2017; Reyns & Randa 2015). Deze gevolgen worden geregeld versterkt door onbegrip voor het slachtoffer, gebrek aan ondersteuning (Worsley e.a. 2017; Cross e.a. 2016; Notté e.a. 2020) en onvoldoende kennis en mogelijkheden vanuit de politie en justitie om zaken succesvol aan te pakken (Leukfeldt e.a. 2013a; 2013b; 2018). Het bestaande slachtofferbeleid is gebaseerd op kennis over en onderzoek naar de ervaringen van slachtoffers van offline criminaliteit (zie bijv. Leukfeldt e.a. 2018). Het is van belang om meer kennis over deze vormen van slachtofferschap te genereren en te delen over de hele linie van wetenschap, beleid, opsporing, vervolging en ondersteuning.
DOCUMENT
De module “Diagnostiek van Angst en Gedragsproblemen” bestaat uit 3 onderdelen: 1) Achtergronden, 2) Het werkboek, 3) Invullijsten Ze is bedoeld voor multidisciplinaire teams (begeleiders, teamleiders, gedragswetenschappers, vaktherapeuten, artsen (AVG)). Beleidsmakers en andere geïnteresseerden kunnen eveneens kennis nemen dit document. Tevens is een implementatiehandleiding toegevoegd. De module is ontwikkeld tussen 2005 tot 2008 en getoetst met een wetenschappelijk onderzoek tussen 2009 tot 2014. Tijdens dit onderzoek is de module toegepast en zijn de resultaten verwerkt. Tijdens de ontwikkeling van de module is samengewerkt met organisaties uit de praktijk. Dit achtergronddocument beschrijft de opbouw van de module, de theorie en tot slot de aanbevelingen. De instructies voor dit team zijn opgenomen in het werkboek. Het werkboek bevat daarnaast ook specifieke instructies voor de (persoonlijk) begeleider. Voor de observaties die begeleiders uitvoeren zijn invullijsten beschikbaar.
MULTIFILE
Veel gemeenten hebben vanuit de transities gekozen om de ondersteuning voor inwoners zo integraal mogelijk te organiseren. Dit betekent dat gekeken wordt naar meerdere leefgebieden om te voorkomen dat inwoners aan te veel instanties steeds weer hun verhaal moeten doen om de benodigde ondersteuning te kunnen krijgen. Twee jaar geleden constateerde de Inspectie van het ministerie van SZW (2016) dat er geen duidelijke definitie is van het begrip integrale dienstverlening. Er kan vanuit beleidsperspectief worden gekeken, vanuit organisatieperspectief, uitvoeringsperspectief, maar ook vanuit het perspectief van de klant. Elk perspectief kent zijn eigen betekenis toe aan integraal werken, roept zijn eigen beelden op. Dit maakt het gesprek erover lastig. De opdracht van dit onderzoek was het uitvoeren van een kennissynthese: het bij elkaar brengen van verschillende typen kennis (wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en klantenkennis), niet alleen om de betrouwbaarheid en validiteit van die kennis te vergroten maar vooral de toepasbaarheid. Daartoe hebben we de beelden en betekenissen van de centrale partijen, klanten, sociale professionals en klantmanagers, over integraal werk en de werkzame bestanddelen ervan onderzocht en deze samengebracht met hetgeen in de literatuur hierover bekend is. De onderzoeksvragen luiden: • Wat verstaan klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen onder integrale dienstverlening? • Wat zijn volgens klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen werkzame en effectieve principes van integrale dienstverlening? • Welke onderbouwing in de wetenschappelijke literatuur is er voor de door de klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen geformuleerde werkzame en effectieve principes van integrale dienstverlening?
DOCUMENT
Deze richtlijn is erop gericht verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg en in verpleeg- en verzorgingshuizen handvatten te geven om met geagiteerd gedrag om te gaan om agitatie en hiermee samenhangend probleemgedrag bij dementerende ouderen te verminderen. Hierdoor wordt naar verwachting een toename van de kwaliteit van leven van de dementerende ouderen en haar omgeving gerealiseerd. Het pakket bestaat uit een theoretisch deel en meerdere praktische bijlagen die u in de praktijk meteen kan toepassen: de richtlijn zelf is uitgewerkt in drie boekjes: een instructieboekje, een boekje met invulbladen en een boekje met Interventies. Daarnaast is een handzame interventiekaart ontwikkeld waarop op overzichtelijke wijze beschreven kan worden welke interventies worden uitgevoerd bij de geagiteerde oudere.
MULTIFILE
Hogeschool KPZ experimenteert al enige jaren met de inzet van schurende en naburige teksten (Jongstra & Van den Ende, 2021). Het gaat om een domeinoverstijgende methodiek; er wordt integraal gewerkt aan meerdere doelen zoals het versterken van leesmotivatie, mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid en kennisvergroting in vakgebieden. De teksten vullen elkaar op inhoud aan, spreken elkaar enigszins tegen of kennen andere perspectieven. De teksten zijn fragmenten die uit rijke jeugdliteratuur komen. Deze literatuur wordt door de leraar gepromoot waardoor leerlingen verder kunnen lezen bij stillees momenten. Belangrijke onderdelen van de methodiek zijn het samenwerkend leren en de interactie over de tekst. Leerlingen werken in groepen en iedere leerling is verantwoordelijk voor het ontsluiten van zijn eigen tekst, maar de leerlingen hebben elkaar nodig om tot dieper begrip te komen door met elkaar in gesprek te gaan over de gelezen teksten.
DOCUMENT
Het werken met rijke teksten wordt alom geprezen, om zo de taalvaardigheid van leerlingen te bevorderen en de kennis van zichzelf , de ander en de wereld te vergroten. Tegelijkertijd hebben veel basisschoolleerlingen in Nederland moeite met verdiepend lezen: het leggen van verbanden binnen een tekst, tussen teksten, het integreren van de inhoud van de tekst met achtergrondkennis en het evalueren en reflecteren op dat wat ze hebben gelezen. Naar aanleiding daarvan is een bescheiden casestudy uitgevoerd naar de puzzels en parels die leerkrachten ervaren tijdens het werken met rijke teksten rondom een onderwerp van een van de wereldvakken. Hierbij combineerden zij het bevorderen van diep lezen in combinatie met inhoud van wereldvakken, het voeren van gesprekken en de didactiek van stelonderwijs.
DOCUMENT
Het werken met rijke, schurende en naburige teksten lijkt motiverend te zijn voor leerlingen, studenten én hogeschooldocenten. Een groeiende repertoirekennis van rijke, jeugdliteraire teksten is wel een voorwaarde. Naast kennis van jeugdliteratuur is bewustwording over eenieders aandeel bij het versterken van de student als leesbevorderaar een voorwaarde.
DOCUMENT
Beschrijving van het project Boek en burgerschap. Het doel van dit project was om de interactie tussen studenten over (fragmenten uit) kinderboeken te faciliteren, waarbij een kritisch geletterde houding ten aanzien van de verhalen werk ingenomen. Tijdens de bijeenkomsten is gewerkt met de methodiek 'Schurende en naburige teksten'. Er wordt daarbij gewerkt met meerdere bronnen over één onderwerp; deze kunnen elkaar aanvullen of juist wat schuren.
DOCUMENT