Het lectoraat Media & Entertainment (nu Media Business) heeft in opdracht van P60 en de branchevereniging VNPF een tweeledig onderzoek verricht. Daarbij was het doel enerzijds een aansprekende casus te presenteren bij de masterclass op de Noorderslag/Eurosonic conferentie en anderzijds heeft het lectoraat onderzocht of en hoe de gehanteerde programmeringsstrategie van P60 bijdraagt aan het behalen van de geformuleerde doelstellingen in het beleidsplan 2010-2014.
DOCUMENT
Inleiding voor de bundel Het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap heeft in de periode 2011-2013 onderzoek gedaan naar poppodia en theaters in een samenwerking met de Inholland lectoraten City Marketing en Leisure Management en Media Business en met de brancheverenigingen Vereniging Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en de Vereniging van Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). Hierbij waren docenten en studenten van diverse opleidingen betrokken (o.a. VTM, Com, MEM & IMM) en het project werd gefinancierd uit een SIA-Raak subsidie (Podium voor de Podiumdirecteuren 2011-2013). Doel van het onderzoek was om de podia te ondersteunen in hun voortdurende vraag naar het verhogen van het culturele en financiële rendement, daarbij de nadruk leggend op de return on investment, in het bijzonder via vernieuwende wegen en middelen. Een van de eindproducten van dit onderzoeksproject is een website, www.podiumpower.nl , die in samenwerking met de Waag Society en het studenten leerwerkbedrijf GNR8 is ontworpen. Inleiding Podiumdirecteuren zitten in een lastig parket: door bezuinigingen en de economische crisis is een daling te zien in de inkomsten van poppodia in Nederland. Overheden snijden in subsidies terwijl tegelijkertijd de publieksinkomsten dalen (VNPF, 2013). Drie lectoraten van Inholland hebben onderzoek uitgevoerd met als doel advies te geven aan podiumdirecteuren over de toegevoegde sociaal-culturele waarde van cultuurcentra voor de podiumkunsten waardoor ze hun podia (waaronder theaters, concertzalen en poppodia) effectiever kunnen verankeren. De podiumdirecteuren zullen in hun exploitatie recht moeten doen aan commerciële eisen, zonder in te leveren op hun artistieke en culturele visie en missie. Dit gezamenlijke onderzoekproject is opgesplitst in meerdere deelonderzoeken. Zo is er onder andere onderzoek gedaan naar marketing accountability, cultuureducatie, nieuwe businessmodellen, publieksegmentatie en sociale media. In dit artikel wordt een kwantitatief deelonderzoek beschreven waarin wij gericht hebben op de vraag of er een samenhang is tussen enerzijds de voorkeuren van bezoekers van poppodia met betrekking tot de frequentie van podiumbezoek, mediagebruik, activiteit op sociale mediaplatforms en informatiebehoefte en anderzijds de voorkeur voor een bepaald muziekgenre. Waarmee moeten podiumdirecteuren rekening houden als ze sociale media willen inzetten als onderdeel van het strategisch marketingcommunicatiebeleid van hun poppodium? Het publiek is de belangrijkste stakeholder voor de inkomsten van poppodia, maar er is natuurlijk niet één publiek. Met name regionale poppodia bedienen een breed gemêleerd publiek: van tieners tot vijftigers, van houseliefhebbers tot rockers, van bezoekers die zelf actief op zoek gaan naar informatie tot mensen die wachten tot informatie naar hen toe komt en van vaste bezoekers die geregeld het podium bezoeken tot incidentele bezoekers die slechts af en toe, of zelfs maar één keer het podium bezoeken (zie ook Hermes en Borghuis, 2013).
DOCUMENT
Het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap van Hogeschool Inholland heeft in de eerste helft van 2013 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het mediagebruik en de informatiebehoefte van bezoekers van rock- en poppodia in Nederland. Vragenlijstonderzoek laat zien dat er significante (zij het zwakke) verbanden bestaan tussen genrevoorkeur (smaak) en de vorm die hun informatiebehoefte heeft. Het onderzoek is niet representatief, onder andere omdat een groot deel van de respondenten uit Noord- en Zuid-Holland komt en jongeren oververtegenwoordigd zijn. In dit onderzoek is vooral gekeken naar het (mogelijke) belang van sociale media voor informatieverstrekking door poppodia. Het wordt duidelijk dat sociale media goed kunnen worden ingezet in relatie tot genrevoorkeuren, al is ook duidelijk dat naast Facebook de podiumwebsite een veel genoemde plek is waar informatie over optredens zal worden gezocht. Rockers bezoeken vaak concerten en zoeken actief, via verschillende media, naar informatie over wie waar speelt. Liefhebbers van elektronische dansmuziek willen geïnformeerd worden via Facebook terwijl de urban- en bass-scene graag (ook) nog papieren flyers en posters gebruiken om zich te laten informeren Het zijn vooral vrouwen die van pop en singersongwriters houden en een opvallend groot deel van deze groep is actief op Twitter. Tot slot is er een groep die meer gebruikt maakt van traditionele media zoals radio en de krant. Dit zijn voornamelijk mensen die iets ouder zijn en luisteren naar onder andere jazz, wereldmuziek, klassieke muziek en blues. Ondanks dat deze verbanden zwak zijn, raden wij directeuren van poppodia aan om in hun marketingcommunicatie rekening te houden met een gesegmenteerd publiek. Het onderzoek werd gefinancierd uit een SIA-Raak subsidie (Podium voor de Podiumdirecteuren 2011-2013).
DOCUMENT
Het lectoraat Media Business van de Hogeschool InHolland heeft bij verschillende podia en festivals onderzoek gedaan naar allerlei uitdagingen waar een moderne culturele organisatie zich vandaag de dag voor geplaatst ziet. Strategische marketing, klantenbinding, fondsenwerving, draagvlakverbreding. De resultaten van en ervaringen met verschillende onderzoeken zijn 'opgeschaald' en vertaald in een toolkit die op Eurosonic Noorderslag wordt gepresenteerd.
DOCUMENT
Onderzoekers van Hogeschool Inholland hebben in samenwerking met de Popcoalitie een nieuwe onderzoeks- en innovatieagenda opgesteld voor de popmuzieksector. Hierin zijn de meest urgente thema’s en vragen vanuit de sector, waar onderzoek gewenst is of waar innovaties nodig zijn, in kaart gebracht. Na de COVID-19 pandemie was het tijd om een nieuwe impuls te geven aan de muziekindustrie. Het stilleggen van de live popmuziek tijdens de pandemie heeft grote gevolgen heeft gehad voor makers, organisaties en medewerkers in deze branche. Het heeft daarnaast de aandacht gevestigd op al langer lopende vraagstukken, zoals een eerlijke vergoeding voor makers, de kwetsbare arbeidssituatie van medewerkers en onregelmatige werktijden. Tegelijkertijd heeft de pandemie de industrie ook gedwongen te experimenteren met nieuwe verdienmodellen, waaronder hybride en online optredens. Dit alles terwijl maatschappelijke kwesties zoals inclusie, diversiteit, klimaatverandering en digitale ontwikkelingen blijven spelen.
DOCUMENT
Website: Deze website heeft voor zowel de podiumindustrie als geheel als voor educatieve doeleinden een informatief karakter. Er staat veel informatie op deze site die gebruikt kan worden voor zowel het toetsen en ontwikkelen van strategie als ter ondersteuning van een studie naar cultuurbeleid en cultureel ondernemerschap. Met de strategiekaart als verbindend middel, zijn de resultaten van het multidisciplinaire onderzoek in zijn geheel ter beschikking gesteld aan iedereen die daar interesse in heeft. De website is opgedeeld in 4 delen: Organisatie, Trends, Publiek en Financiën. Onder elk deel zijn zogenaamde lemma’s te vinden waar je op kunt klikken. In een lemma wordt een begrip uitgebreid toegelicht, inclusief praktische voorbeelden en literatuurverwijzingen. Belangrijke begrippen op deze website zijn voorzien van een interne link. Door erop te klikken kom je bij de uitleg van het begrip, met voorbeelden en tips om verder te lezen.
DOCUMENT
Economisch gezien is deze muziekindustrie een belangrijke sector. Internationaal vertegenwoordigt muziek copyright 45,5 miljard dollar en heeft hiermee een grotere marktwaarde dan film (Page, 2024). In Nederland steeg de omzet van de muziekindustrie in 2023 naar 300 miljoen euro en had deze een exportwaarde van 198 miljoen euro (gebaseerd op basis van Kroeske, 2024; NVPI, 2024; Popcoalitie, 2024; VNPF, 2024). En dan hebben we het nog niet eens over de maatschappelijke en culturele waarde van de muziekindustrie. Belangrijk is bovendien om op te merken dat de muziekindustrie nauw verweven is met allerlei andere media- en cultuurindustrieën. Deze is niet los te zien van film, televisie, radio, internet maar ook journalistiek, mode, grafisch ontwerp, dans, literatuur en visuele kunst. Vandaag wil ik het graag met jullie hebben over deze muziekindustrie, een sector waar ik mij verwant mee voel. De mensen die erin werken hebben met elkaar gemeen dat zij een sterke interne motivatie hebben om hun muziek of hun artiesten in welke vorm of stijl dan ook, over het voetlicht te brengen. Maar er is ook van alles mis met de muziekindustrie en dat eist op allerlei manieren slachtoffers. Ik wil daarom met mijn onderzoek helpen om het ecosysteem van deze muziekindustrie op gezonde wijze te versterken. Voordat ik inga op wat ik daar nu precies mee bedoel wil ik dit graag inleiden aan de hand van een aantal voorbeelden.
MULTIFILE
De media die podia inzetten als onderdeel van hun marketingmix kunnen wellicht een belangrijke rol spelen bij het versterken van een gevoel van ‘ medeeigenaarschap’ en binding. Er is nog niet veel bekend over de mogelijkheden die sociale media hierin bieden. Analyse van 155 interviews die zijn afgenomen onder theater- en poppodiumbezoekers in de noordelijke Randstad, laat zien dat incidentele en potentiële bezoekers reserve ervaren in relatie tot de podiumkunsten waardoor gebruik van sociale media voor promotiedoeleinden niet onmiddellijk passend is. Begrijpen hoe de podiumkunsten worden beleefd en betekenis hebben helpt podia in het maken van keuzes in hun marketingbeleid. Het is maar de vraag hoe groot de rol van sociale media (ook wel media 2.0) daarin moet zijn. Om goede keuzes ten aanzien van marketing en 2.0 media te maken, zo luidt de conclusie, is nadere theoretisering nodig van de relatie tussen podiumbezoek, distinctie en gemeenschapsgevoel. Het onderzoek waar dit artikel op gebaseerd is, werd mogelijk gemaakt door een SIA-Raak subsidie. Het project heet Podium voor de Podiumdirecteuren (2011-2013).
DOCUMENT