Hoofdstuk1 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. Ruim een miljoen Nederlanders is lid van een voetbalvereniging, verdeeld over meer dan drieduizend voetbalverenigingen. Die voetbalverenigingen bestaan vaak al decennialang; ze gedijen bij jonge aanwas en gedreven veteranen. Denk aan de openingswoorden van de voetbalklassieker All Stars (1997): “Gewond in het natte gras liggen, terwijl je vrienden voor de eer van het team strijden, is het hoogst denkbare geluk. Zeven waren we, toen we begonnen bij de F-jes.” Clubliefde kan groot zijn. Het beeld van bloeiende clubs die, ongeacht de omstandigheden, eindeloos lijken te kunnen rekenen op draagvlak, draagkracht en betrokkenheid van de leden overheerst dan ook. Maar klopt dat beeld wel?
DOCUMENT
De snel veranderende maatschappij en de digitalisering en globalisering ervan vragen van opleiders en docenten nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden. Docentenopleidingen dragen de maatschappelijke en professionele verantwoordelijkheid om vakdidactische digitale innovatie naar, in dit geval, taal- en cultuuronderwijs, te initiëren, te begeleiden en te evalueren. Binnen dit lectoraat wordt onderzoek verricht naar innoverend en effectief taal- en cultuuronderwijs en naar effectief onderwijs over taalonderwijs bij de lerarenopleiding. Er wordt gekeken naar de rol die nieuwe media kunnen spelen in het optimaliseren van betekenisvolle leerprocessen. Welke toepassingen zijn beschikbaar voor het vreemdetalenonderwijs? Hoe kunnen die zinvol gebruikt worden? Welke didactiek hier hierbij? Wat zijn de rollen van opleiders, docenten en studenten? Wat zijn de kenmerken van effectieve werkvormen en taken die betekenisvolle leerprocessen bevorderen? De onderzoeksopbrengsten worden vertaald naar het talenonderwijs van de lerarenopleiding én het voortgezet onderwijs. Bovendien zullen deze resultaten bijdragen aan een sterke vakdidactische kennisbasis en docentcompetenties en aan een onderzoekende en innovatieve houding van opleiders, leraren in het veld en studenten in de snel veranderende educatieve sector. Dit impliceert een levenlang leren.
DOCUMENT
Hoofdstuk 7 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. Over Nederlandse sportverenigingen bestaan twee verhalen. Het eerste verhaal gaat over de kracht van het verenigingsleven. Er is bijna geen land met zo veel sportclubs als Nederland. Ook het aantal vrijwilligers in de sport behoort tot het hoogste in de wereld. Elke week zijn er duizenden wedstrijden, toertochten en overige evenementen. Wie ze bezoekt, kent het plezier en de passie van de deelnemers. Het tweede verhaal gaat over de teloorgang van de vereniging. Het aantal vrijwilligers mag dan hoog zijn, toch hebben veel clubs last van een tekort aan vrijwilligers. De betrokkenheid van de vrijwilligers is bovendien losser en vrijblijvender geworden. Agressie in de sport is weliswaar niet nieuw, maar mensen hebben wel het idee dat deze toeneemt. Tot slot hebben verenigingen door de gemeentelijke bezuinigingen vaker moeite het hoofd boven water te houden.
DOCUMENT
In een veranderende arbeidsmarkt is het noodzakelijk om je als professional wendbaar op te stellen, in te spelen op nieuwe rollen en je loopbaan doelbewust vorm te geven. In het hoger beroepsonderwijs sluiten steeds meer onderwijsinnovaties hierop aan met leeromgevingen, waarin van studenten verwacht wordt dat ze hun leerproces autonoom en bewust kunnen construeren. De vraag is hoe student agency in een dergelijke onderwijsleeromgeving wordt gestimuleerd. presentatie Onderwijs Research Dagen
MULTIFILE
In de crisisjaren stond de investeringsbereidheid van bedrijven op een laag pitje en bouwden ze grote kasvoorraden op. Daar komt nu een einde aan.
LINK
In twee jaar tijd hebben wij een enerverend en leerzaam onderzoek- en ontwikkeltraject met tien Utrechtse voetbalverenigingen en een aantal andere organisaties doorlopen. Wij hebben ons gezamenlijk over de vraag gebogen hoe voetbalverenigingen vital kunnen blijven. En in die mate vitaal, dat ze adequaat op ontwikkelingen in en buiten de club kunnen inspelen. Gangbaar onderzoek richt zich meestal op de vraag of een vereniging vitaal is; wij hebben onderzocht hoe een voetbalclub vitaal kan worden en kan blijven.
DOCUMENT
Hoofdstuk 2 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. Het begrip vitaliteit klinkt bekend. Iedereen knikt als het wordt gebruikt. Maar wat wordt ermee bedoeld? En hoe kan inzicht in dit thema verenigingen ondersteunen bij het verbeteren van hun functioneren? Deze vragen staan in dit hoofdstuk centraal. We zetten eerst uiteen dat het voor sportverenigingen die willen werken aan hun vitaliteit van belang is een omslag in denken te maken van vitaliteit als begrip naar vitalisering als proces. Vervolgens onderzoeken we welke factoren van belang zijn bij dat proces van vitalisering. Deze factoren bieden verenigingen handvatten om mee aan de slag te gaan.
DOCUMENT
Hoofdstuk 6 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. In de vorige hoofdstukken hebben we het begrip vitaliteit uitgewerkt aan de hand van de aspecten missie/identiteit, verenigingsklimaat en vrijwilligers. In dit hoofdstuk gaan we in op de communicatie in clubs. Hoe is het daarmee gesteld en wat betekent dat voor de vitaliteit van verenigingen? Eerst zetten we de doelrationele benadering van communicatie uiteen, een benadering die het denken over communicatie nogal eens bepaalt. Dan toetsen we deze benadering in de praktijk en laten we de leden van de tien Utrechtse verenigingen aan het woord: hoe kijken zij aan tegen de communicatie in hun clubs? Wat valt op en wat kan beter? In de laatste paragraaf trekken we de belangrijkste conclusies en formuleren we aanbevelingen.
DOCUMENT
In de jaren tachtig van de vorige eeuw trad de blaasmuziek uit de luwte van het dorpsplein en maakten veel blaasorkesten een stevige groei door. In het nieuwe millennium ziet de blaasmuzieksector er heel anders uit. Evenals in de rest van de cultuursector hebben zich in de wereld van de harmonieorkesten, fanfares en brassbands allerlei verschuivingen voorgedaan. Dirigenten zoeken naar manieren om de blaasmuziek te positioneren als volwaardige vorm van amateurkunst. In het werk van de dirigent zijn muzikale, docerende en meer persoonlijke rollen te onderscheiden. In dit artikel wordt beschreven welke rollen dit zijn en hoe dirigenten door middel van een geïntegreerde inzet van het gehele rollenportfolio een antwoord kunnen geven op veranderingen in de sector. Leiderschap en Lifelong Learning zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.
MULTIFILE