Amylomaltases or D-enzyme (4-α-glucanotransferases; E.C. 2.4.1.25) are carbohydrate-active enzymes that catalyze the transfer of glucan units from one α-glucan to another in a disproportionation reaction. These enzymes are involved in starch metabolism in plants or maltose/glycogen metabolism in many microorganisms. The amylomaltase of the hyperthermophilic bacterium Thermus thermophilus HB8 was overproduced in Escherichia coli, partially purified and used to modify potato starch. The action of amylomaltase caused the disappearance of amylose and the broadening of the side-chain length distribution in amylopectin, which resulted in a product with both shorter and longer side chains than in the parent starch. Amylomaltase-treated potato starch showed thermoreversible gelation at concentrations of 3% (w/v) or more, thus making it comparable to gelatin. Because of its animal origin, gelatin is not accepted by several consumer groups. Therefore, the amylomaltase-treated potato starch might be a good plant-derived substitute for gelatin. ? 2005 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.
LINK
Native potato starch is an excellent carrier of minerals due to its inherent ion exchange capacity. Mineral enrichment not only changes the nutritional value but also influences starch pasting and swelling properties. Hydrothermal treatments like annealing constitute a straightforward and green way to tune functional properties. Here, novel combinations of mineral enrichment and annealing were studied. Ion exchange was readily achieved by suspending starch in a salt solution at room temperature over 3 h and confirmed by ICP-OES. Annealing at 50 °C for 24 h using demineralized water or salt solutions strongly affected pasting, thermal, and swelling properties. The obtained XRD and DSC results support a more ordered structure with relative crystallinity increasing from initially 41.7% to 44.4% and gelatinization onset temperature increasing from 60.39 to 65.94 J/g. Solid-state NMR spectroscopy revealed no detectable changes after annealing. Total digestible starch content decreased after annealing from 8.89 to 7.86 g/100 g. During both ion exchange at room temperature and annealing, monovalent cations promoted swelling and peak viscosity, and divalent cations suppressed peak viscosity through ionic crosslinking. The presented combination allows fine-tuning of pasting behavior, potentially enabling requirements of respective food applications to be met while offering an alternative to chemically modified starches.
DOCUMENT
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
DOCUMENT
Er zijn uitspraken van cliënten die een bepaalde signaalwaarde hebben voor een coach en die alert maken op iets dat van belang kan zijn; die een ‘trigger’ vormen. Triggers doen een impliciet appel op een coach om iets te doen, hoe ambigu dat appel mogelijk ook is. Bijvoorbeeld als een cliënt het woord ‘moeten’ gebruikt en daarmee een norm hanteert, waarbij vaak onhelder is wat de norm is, wiens norm dat is, en waarop deze norm gebaseerd is. Of het woord ‘worden’ waarmee de cliënt demonstreert dat hij een wereld maakt waarin hem iets passief overkomt: “Ik word daar gek van!” Dit artikel is onderdeel van het Tijdschrift voor Coaching van uitgeverij Kloosterhof. Een digitaal overzicht van alle vakbladen en artikelen van Kloosterhof vind je terug op www.professioneelbegeleiden.nl
DOCUMENT
In zes korte films worden de studenten geinterviewd die hebben meegedaan aan het project Ik zie ik zie. In deze interviews staat de spanning tussen het appel van de kunstenen het appel van het sociale centraal.
MULTIFILE
Kranten verkopen digitale exemplaren, en dat aantal groeit elk kwartaal. Bij elkaar zijn dat er 150.000 maar er zit veel lucht in die oplage. Bij de Volkskrant (46.000 digitale kranten) krijgen alle abonnees op de papieren weekendeditie het recht om op weekdagen de iPad-versie te downloaden. Die tellen bv. mee als volledige digitale abonnees. Maar goed, het groeit en dat is mooi.
DOCUMENT
Honger is nog steeds een wereldwijd probleem, terwijl iedereen genoeg te eten zou hebben als we het beschikbare voedsel goed zouden verdelen en benutten, en het niet zouden verspillen. Maar alleen al in Nederland gooien we ruim 33 kilo voedsel per persoon per jaar weg. Dat moet anders! Door voedsel slimmer te verpakken, kunnen we voedselverspilling én onnodig verpakkingsafval voorkomen. Binnen het project Goed Verpakt hebben we verschillende partijen samengebracht om integraal aan dit onderwerp te werken. Het breed samengestelde consortium bestond uit kennisinstellingen, producenten van aardappels, groente en fruit, producenten van maaltijden en portieverpakkingen, producenten van verpakkingsmaterialen en een brancheorganisatie. Onze centrale onderzoeksvraag was: Hoe kunnen bedrijven in de voedingssector op een meer duurzame manier in de behoefte van de eindgebruiker voorzien, waarbij de gekozen totaaloplossing van de product-verpakkingscombinatie past binnen en circulaire economie en aansluit bij de vereisten van de hele keten? Samen hebben we naar slimme product-verpakkingscombinaties gezocht, waarbij we hebben geanalyseerd welke duurzaamheidsdilemma’s partijen in de keten ervaren en hoe we die kunnen oplossen of wegnemen. Daarbij hebben we ook in beeld gebracht wat de betrokken partijen zelf kunnen doen en wat zij voor elkaar kunnen krijgen door een nauwere samenwerking binnen de keten. Voor slimme product-verpakkingscombinaties is ook de overheid een onmisbare partner. Onduidelijkheid, een gebrek aan daadkracht en te eenzijdige wet- en regelgeving werken averechts en ondermijnen het streven naar meer duurzaamheid binnen de sector. Beleidsmakers onderschatten de expertise die nodig is om dit goed te regelen. Maar verduurzaming is dus vooral een kwestie van nauwer samenwerken. Met partners binnen de branche, met interessante partijen buiten de branche én met de overheid. We formuleren in dit document alvast onze negen gouden regels van integraal duurzaam verpakken. Daarnaast blijven de betrokken kennisinstellingen onderzoek doen naar dit onderwerp. Bijvoorbeeld naar consumentengedrag en – intenties en naar de inzet van de Rethink-methode voor het herontwerpen van product-verpakkingscombinaties. Zo zorgen alle betrokken partners voor een circulaire toekomst waarin voedsel steeds slimmer verpakt wordt en we met een minimum aan afval zo veel mogelijk voedsel beschikbaar maken voor iedereen.
DOCUMENT
De regenworm is in het dierenrijk al een lekkernij van onder andere vogels, egels, vissen. En als het aan een wormenkweker in het Groningse dorp Oostwold ligt, maakt het eiwitrijke diertje in de toekomst ook deel uit van het menselijke dieet, als duurzaam alternatief voor vlees. Toch is de kans klein dat er op de korte termijn al voedsel gemaakt van regenwormen in onze supermarkten ligt en niet alleen vanwege de uitdaging van consumentenacceptatie, vertelt lector eiwittransitie Ingeborg Haagsma tegen Editie NL.
LINK
De grootte van de stukjes in potjes babyvoeding laat geen verschil zien op de kauwvaardigheid bij geprakt voedsel gedurende de interventieperiode (leeftijd 8-9 maanden) maar beïnvloedde wel de kauwvaardigheid bij een stukje gekookte aardappel en - wortel, als dat voor de eerste keer werd aangeboden op een leeftijd van 9 maanden.
DOCUMENT
De vermaatschappelijking van de zorg, de herdefiniëring van de verzorgingsstaat en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning doen een appel op burgers om (nog) meer voor elkaar te zorgen. De omstandigheden waaronder mensen informele zorg geven zijn echter veranderd: sociale contacten bewegen zich over grotere afstanden, de participatie op de arbeidsmarkt is de afgelopen decennia fors gestegen en de relatie van bewoners tot hun buurt werd afstandelijker. Als sociale relaties voor een groot deel buurt- of wijkoverstijgend zijn dan heeft dat consequenties voor het zorgvermogen en de zorgvraag in de buurt. Voor kwetsbare mensen die vanwege hun zwakke inkomenspositie, leeftijd, fysieke of mentale beperkingen voor hulp aangewezen zijn op de buurt zouden bovengenoemde ontwikkelingen nadelig kunnen uitpakken. Er is echter onvoldoende kennis beschikbaar over hoe informele zorg op buurtniveau zich voltrekt. Deze studie geeft antwoord op de vraag wat buurtbewoners beweegt om elkaar wel of niet te helpen. Ze brengt de motieven van bewoners die informele zog verlenen in beeld evenals de argumenten van hulpbehoevenden ten aanzien van het zich (al dan niet) te laten helpen. Op basis van de bevindingen worden eveneens handreikingen gedaan aan professionals ten aanzien van het ondersteunen en stimuleren van informele zorg.
DOCUMENT