Hoofdstuk 5 in Wat werkt ls je samenwerkt - deel 2. In dit hoofdstuk komt samenwerking tussen M&M-vakken op twee manieren aan bod. Centraal staat de samenwerking door opleiders van de lerarenopleidingen aardrijkskunde, (algemene en bedrijfs-) economie, geschiedenis, levensbeschouwing en maatschappijleer. Al meerdere jaren ontwerpen deze opleiders de cursus ‘vakdidactiek leergebied Mens en Maatschappij (M&M)’. Ze voeren deze cursus samen uit, aan het einde van het tweede studiejaar van de voltijdopleiding. De tweede manier waarop samenwerking in dit hoofdstuk aan bod komt, komt vanuit de inhoud en vormgeving van de cursus ‘vakdidactiek leergebied M&M’. Studenten leren in de cursus namelijk over samenwerking tussen M&M-vakken. Ze leren hoe in het voortgezet onderwijs samenwerking op verschillende manieren vormgegeven wordt. Daarnaast oefenen ze in groepjes, waarin meerdere M&M-vakken zijn vertegenwoordigd, met het (her)ontwerpen van vakoverstijgend onderwijs. Ze maken kennis met theorie over en oefenen met samenwerken tussen M&M-vakken. Ze denken na over hun mogelijk toekomstige rol als M&M-docent. De focus ligt zowel op factoren voor succesvolle samenwerking bij het ontwikkelen en uitvoeren van de cursus, als op de ontwikkeling van vakdidactische kennis hierover bij de deelnemende studenten.
LINK
Inzichten in taalverwerving laten zien dat actieve participatie belangrijk is bij het leren. Leerlingen die over nieuw te leren stof praten, met elkaar en met de docent, vergroten hun inhoudelijke kennis en versterken hun mondelinge taalvaardigheid. Dit onderzoek is opgezet vanuit de vraag of docenten in het huidige voortgezet onderwijs ook daadwerkelijk leerlingen de ruimte geven om te praten, en hoe ze dat doen. En of leerlingen de ruimte nemen om te praten. Behalve om de vraag naar wat leerlingen en docenten doen, gaat het in dit onderzoek ook om de vraag hoe leerlingen en docenten denken over dit meepraten. De vraag is met name toegespitst op het denken en doen van vmbo-leerlingen en van vakdocenten (Administratie en Aardrijkskunde), met name tijdens het introduceren van nieuwe stof. Het onderzoek is ingebed in het lectoraat Lesgeven in de multiculturele school van de Hogeschool Utrecht, onder leiding van lector Maaike Hajer, waarin het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers participeert.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe dynamische systemen (klimaat, voedselvoorziening, natuurbeheer, recessie, etc.). Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen effectief ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in kritisch systeemdenken? Veel onderwerpen die aan bod komen in het voortgezet onderwijs zijn dynamische systemen (hormoonsystemen, varkenscyclus, faseovergangen, etc.). Het probleem is echter dat leerlingen de onderliggende structuur en het dynamische gedrag onvoldoende leren begrijpen. Er is geen sprake van een systematische aanpak om leerlingen kritisch systeemdenken aan te leren. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook zijn docenten beperkt in het achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Hoe kan dit worden opgelost? Interactieve software kan een doorbraak genereren, mits deze leerlingen zelfstandig en op eigen niveau laat werken, passende hulp geeft, en de docent informeert over de voortgang van leerlingen. Wij stellen voor om een methodiek te onderzoeken en ontwikkelen, gebaseerd op een digitaal instrument, dat hierin voorziet. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Omdat het software betreft, kan het niveau en de hulp geautomatiseerd worden en krijgt de docent informatie over voortgang en eventuele problemen. Het project sluit nauw aan bij de praktijkvraag, geeft invulling aan moderne onderwijsvormen en zorgt dat vaardigheden in systeemdenken expliciet worden getraind. De kern van het project betreft een PhD promotieonderzoek.
De zomer van 2021: extreme hitte aan de westkust van de VS, overstromingen in Nederland en Duitsland, de wereldwijde coronacrisis en een humanitaire ramp in Afghanistan. Aardrijkskunde is bij uitstek het schoolvak om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de toekomst en de maatschappij. In dit onderzoek zoeken we uit wat ervoor nodig is om de best mogelijke aardrijkskundeleraren op te leiden.Doel Er is in Nederland een groeiend lerarentekort: er is behoefte aan meer leraren en vooral aan goede leraren. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de vakdidactische ontwikkeling van aardrijkskunde leraren-in-opleiding. Met deze kennis kunnen lerarenopleiders hun studenten optimaal begeleiden in hun ontwikkeling tot leraar. Resultaten Met dit onderzoek ontwikkelen we kennis van en krijgen we inzicht in: de vakdidactische kennis van de startbekwame leraar aardrijkskunde de manier waarop werkplekbegeleiders hun studenten vakdidactisch begeleiden de overeenkomsten en verschillen tussen hbo-bachelor lerarenopleidingen aardrijkskunde in Nederland Waardoor we uiteindelijk: van 24 aardrijkskunde leraren-in-opleiding leerportretten kunnen maken die een beeld geven van hun vakdidactische ontwikkeling handvaten hebben voor de optimale vakdidactische begeleiding van leraren-in-opleiding Looptijd 01 september 2021 - 31 augustus 2026 Aanpak We volgen een groep aardrijkskundestudenten tijdens drie opeenvolgende jaren van hun opleiding tot leraar en onderzoeken hoe zij zich vakdidactisch ontwikkelen. We bekijken de invloed van de lerarenopleiding en de invloed van de werkplekbegeleider. Daarvoor leggen we elk jaar een lesbezoek af en interviewen we studenten over hun eigen vakdidactische ontwikkeling. Cofinanciering Dit project wordt mogelijk gemaakt door een financiering van de NWO promotiebeurs voor leraren.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe systemen. Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook hebben docenten beperkte middelen om te achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in systeemdenken? Het project Denker (https://denker.nu) ontwikkelt en onderzoekt een methodiek die deze problematiek aanpakt. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Naast het ontwikkelen van een gevarieerde en effectieve verzameling leeractiviteiten (onderzoeksvraag 1), onderzoekt het project de inzet van geautomatiseerde hulp bij conceptueel modelleren teneinde het leerproces te optimaliseren (onderzoeksvraag 2), en hoe de docent ondersteunt kan worden tijdens het geven van lessen met conceptueel modelleren middels Learning Analytics (onderzoeksvraag 3). Denker werkt samen met vijf scholen in het voortgezet onderwijs, en per school met meerdere docenten en met meerdere vakken, waaronder biologie, natuurkunde, economie, aardrijkskunde en NLT (natuur, leven en technologie). Elk projectjaar wordt met deze docenten per vak de onderwerpen gekozen, de benodigdheden ontwikkeld en verbeterd, de evaluatiestudies uitgevoerd, de gegevens geanalyseerd en verwerkt. In het eerste projectjaar zijn 12 unieke leeractiviteiten ontwikkeld, waarvan 2 in het Engels. Op deze manier wordt over een periode van 4 jaar de methodiek ontwikkeld en beschikbaar gesteld voor respectievelijk leerjaar 2, 3, 4, en 5 van het voortgezet onderwijs.