praktische inleiding in de AO en procesontwerp, management control & governance
DOCUMENT
Wij zijn onderdeel van de Europese Unie (EU), en het Europese speelveld is een dynamische waar je als gemeente- of provincieambtenaar veel kunt halen (en brengen) voor jouw organisatie. Terwijl een heel groot deel van Europese wet- en regelgeving impact heeft op de medeoverheden (denk aan regelgeving over schone lucht, bodem, water, digitalisering), biedt de weg naar Brussel ook kansen voor beleidsbeïnvloeding, netwerken, profileren van je gemeente of provincie en financieringsmogelijkheden ten behoeve van lokale en regionale uitdagingen. Denk aan leren van collega’s uit andere Europese steden en regio’s over hoe zij omgaan met thema’s als wateroverlast, digitale inclusie en woningnood, en Europese financieringskansen voor een innovatieve aanpak om met de gevolgen van klimaat om te gaan. Hoewel jij als (toekomstig) EU-expert binnen je organisatie het belang van investeren in de EU inziet, kan het zijn dat jouw organisatie (nog) niet goed toegerust is op het verzilveren van Europese kansen.
DOCUMENT
Onderzoek naar belangrijkste business trends, die door onze stakeholders worden gezien. Duurzaamheid in al zijn facetten en digitalisering zijn de significante ontwikkelingen in het economisch domein, met grote gevolgen voor organisatie en werk, zo blijkt uit ons onderzoek.
DOCUMENT
De kraamzorg speelt een cruciale rol in de Nederlandse gezondheidszorg, maar kampt steeds meer met personeelstekorten, wat de kwaliteit van zorg onder druk zet. Volgens een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (GJZ) heeft dit tekort een significante impact op de kwaliteit van de kraamzorg. Kraamzorgorganisaties moeten vaak zorguren verminderen tijdens geboortepieken en in sommige gevallen hun werkgebied verkleinen. Verder is het plannen van kraamzorgmedewerkers uitdagend. Kraamzorgorganisaties plannen hun zorgverleners op basis van de verwachte bevallingsdatum, die vaak enkele dagen tot zelfs weken afwijkt van de werkelijke bevallingsdatum. Deze onzekerheid maakt het lastig om de zorgcapaciteit efficiënt te organiseren en zorgt voor planningsproblemen, omdat de daadwerkelijke bevallingsdatum moeilijk te voorspellen is. Dit onderzoek richt zich op het verbeteren van de planbaarheid van de kraamzorg op twee manieren. Enerzijds wordt in nauwe samenwerking met Atermes, marktleider in administratieve software voor de kraamzorg, onderzocht of de bevallingsdatum nauwkeuriger kan worden voorspeld. Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen het gebruik van de grote hoeveelheid historische data over het kraamzorgproces, die Atermes beschikbaar kan stellen, en de ethische/juridische aspecten van het gebruik van deze data, evenals van voorspellende modellen zoals Machine Learning. Anderzijds zal, samen met de kraamzorgorganisaties, worden onderzocht of tijdens de zwangerschap, en met name in de periode rond de uitgerekende bevallingsdatum, de verschillende stakeholders in dit proces meer informatie kunnen delen die indicatief kan zijn voor het moment van bevalling.
Traditioneel vindt communicatie tussen zorgvragers en zorgprofessionals één op één plaats: fysiek, telefonisch of digitaal in de vorm van beeldbellen. De laatste jaren, en zeker sinds de coronacrisis, zijn meer diverse vormen van communicatie en samenwerking ondersteund door digitale platforms onder de aandacht gekomen. Digitale communicatiesystemen, ontworpen door gespecialiseerde MKB's, bieden in theorie mogelijkheden om langer thuis wonen te faciliteren, door zorggebruikers de regie te geven om hun eigen netwerk en hun zorg- en hulpverleners te organiseren en met elkaar te laten communiceren. Zorggebruikers zien echter nog maar beperkt de meerwaarde van de systemen. Zorgprofessionals op hun beurt maken zich zorgen dat de platforms de werkdruk verhogen vanwege de extra administratieve handelingen die ze meebrengen. Ook vragen zij zich af of de platforms het primaire zorgproces wel ondersteunen. Participatief ontwerp van platforms kan in theorie bijdragen aan goede aansluiting bij behoeften van diverse gebruikers, echter, in de praktijk gebeurt echte, volledige participatieve vormgeving nog te weinig. Onze centrale vraag: Hoe kunnen digitale platforms van mkb’s ontwikkeld in volledige samenwerking met gebruikers bijdragen aan een groter en beter gebruik van de platforms en aan het goed organiseren van zorg en ondersteuning bij mensen thuis, en daarmee langer thuis blijven wonen faciliteren? We doen een ontwerpgericht actieonderzoek met meerdere cases, waarin de context van gebruikers en hun ervaringen in relatie tot de platforms worden onderzocht en ontwerpprincipes voor een optimale gezamenlijke ontwikkeling en gebruik van digitale communicatieplatforms worden gegenereerd. Het consortium van het onderzoeksproject bestaat uit: - 3 mkb’s en een stichting die digitale platforms ontwikkelen (Eljakim, OZOverbindzorg, Wijzelf en GezondheidFabriek) - 5 lectoren van de hogescholen Windesheim, -Arnhem en Nijmegen en -Rotterdam die deel uitmaken van het Lectorenplatform Zelfmanagement - 2 zorgorganisaties, te weten Zorggroep Almere en huisartsenpraktijk Medi-Mere - 3 vertegenwoordigers van cliëntenbelangenorganisaties - meerdere onderzoekers in zorg en hulpverlening.
Adequate en volledige verslaglegging is een belangrijk onderdeel van de dagelijkse fysiotherapeutische praktijk. Tegelijkertijd gaat het gepaard met hoge administratieve lastendruk. Het neemt veel tijd in beslag en gaat ten koste gaat van patiëntencontact. Uit gesprekken met eerstelijns fysiotherapeuten uit het netwerk van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is gebleken dat er dringend behoefte is aan vermindering van de administratieve lastendruk. Automatische verslaglegging op basis van spraakherkenning en taalmodellen (ChatGPT, LaMDA) is hiervoor een aanlokkelijk toekomstperspectief. De leerstoel Software Production (Universiteit Utrecht)) en het Nivel zijn een AI-gestuurde infrastructuur voor automatische verslaglegging aan het ontwikkelen voor andere zorgcontacten, zoals bij medisch specialisten (care2report.nl). Zij zijn bereid de HAN te adviseren bij de ontwikkeling van automatische verslaglegging in de fysiotherapie, dat gedaan wordt samen met beroepsorganisatie KNGF, EPD-leverancier Smartfile en enkele eerstelijns fysiotherapiepraktijken. Als eerste worden fysiotherapeuten in het aangevraagde project in focusgroepen bevraagd over de barrières die zij ervaren t.a.v. verslaglegging. Vervolgens wordt een zogenaamde ontologie (bestaande uit gespreksonderwerpen en onderliggende medische concepten) ontwikkeld aan de hand van transcripten van opgenomen consulten fysiotherapie. Deze transcripten worden geanalyseerd waarbij talige uitingen en gebruikte terminologie worden gerubriceerd conform bestaande richtlijnen van de beroepsgroep (richtlijn dossiervoering en de aandoeningspecifieke richtlijn lage rugpijn). De ontwikkelde ontologie is een onderlegger voor de doorontwikkeling van automatische verslaglegging middels natural language processing met ChatGPT. In het aangevraagde Kiem-project worden minimaal 30 eerstelijns fysiotherapieconsulten bij mensen met lage rugpijn opgenomen, getranscribeerd en in samenhang met het EPD verslag geanalyseerd. De ontologie ondersteunt de natuurlijke variatie in consultgesprekken, opdat de werkwijze van de fysiotherapeut geen aanpassing vergt. Er is gekozen voor lage rugpijn omdat deze aandoening het meest voorkomt en er een recent geüpdate richtlijn voor bestaat.