Als geograaf, burger en betrokken ouder vragen de drie auteurs zich af hoe het schoolvak aardrijkskunde kan bijdragen aan een duurzame toekomst. Ze geven daarvoor drie concrete werkvormen uit aanverwante vakgebieden. Ze raken alle drie aan emoties van leerlingen.
LINK
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
DOCUMENT
Het ondersteunen van leerlingen met kenmerken van autisme is een uitdaging. Deze leerlingen ervaren vaak moeilijkheden in betrokkenheid bij het leren, wat schoolprestaties en uitval beïnvloedt. Leerkrachten missen soms de juiste kennis en competenties om goed aan te kunnen sluiten bij de ondersteuningsvraag van leerlingen. Samenwerking met de jeugdhulpverlening kan bijdragen aan een betere aanpak, maar vraagt om professionalisering.In ’t PASST Samen is een professionaliseringstraject ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd via ontwerponderzoek. De centrale vraag was: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en hetinterprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met (kenmerken van) autisme wordt vergroot? Om de interprofessionele samenwerking en het handelen in de klas te meten, zijn een vragenlijst, dagboekjes, observaties in de klas en waardecreatie-interviews gebruikt.In de resultaten kwam naar voren dat het bieden van structuur helpt bij de ondersteuning van leerlingen met autisme en dat professionals hierin vaardig zijn. Autonomieverlening blijft echter een uitdaging. De observaties toonden een positief verband tussen autonomieverlening en betrokkenheid, hoewel er per casus verschillenwaren. De ontwikkeling in autonomieverlening en betrokkenheid verschilden eveneens per dyade (professional-leerling-koppel). Er leek een plafondeffect in betrokkenheid en autonomieverlening te ontstaan en een terugval in de kwaliteit van de interactiepatronen. Wat betreft de interprofessionele samenwerking tussen leerkrachten en jeugdhulpverleners bleken waardering voor expertise, collectief eigenaarschap van doelen en kennisdeling essentieel te zijn, maar er zijn ook knelpunten genoemd, zoals tijdgebrek. Uit ingevulde dagboekjes kwam naar voren dat er een grote verscheidenheid is aan samenwerking, zowel van moment tot moment als van persoon tot persoon. Professionals waren positiever over de aanpak dan over deinterprofessionele afstemming. Het lijkt van belang om te investeren in randvoorwaarden, het samen formuleren van een visie en cyclisch (samen)werken. De evaluatie van de professionalisering toonde aan dat het traject vooral directe, potentiële en toegepaste waarde voor de praktijk had. De train-de-coach en het netwerkleren bleken daarnaast ook gerealiseerde waarde voor de praktijk te hebben, ze droegen bij aan veranderingen binnen de organisatie. De coaching bood professionals inzicht en praktische tips voor in de klas. De online leeromgeving werd weinig gebruikt, maar had wel waarde.De resultaten bieden aanleiding voor een vervolgonderzoek, bijvoorbeeld naar het langere termijneffect van deze professionalisering of naar de samenhang in autonomieverlening met structuur bieden en flexibel ondersteunen als het gaat om leerlingen met (kenmerken van) autisme. Het project resulteerde in een gevalideerd professionaliseringstraject met handleidingen en praktische (e)tools. Deze bieden overdraagbare oplossingen voor leerkrachten en jeugdhulpverleners, en dragen bij aan inclusiever onderwijs.
DOCUMENT