Om veranderingen succesvoller en duurzamer te maken, om het werklezier en de draagkracht van teams te bewaken en om alle lerenden optimale ontwikkelkansen te bieden, is het belangrijk dat er veranderkeuzes gemaakt worden die gestoeld zijn op evidentie, ingebed in een helder beleid. Minder veranderen, maar doordacht en onderbouwd. Daar zijn praktisch bruikbare veranderkennis, opleiding en professionalisering voor nodig. Daar zetten we met het lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs (OVO) op in. Het doel is om inzichten, instrumentarium en modellen te ontwikkelen die helpen complexe veranderingen in onderwijs meer evidenceinformed te organiseren, te monitoren en evalueren en hiervoor capaciteit te ontwikkelen bij de organisatie en het team van onderwijsprofessionals.
Oratie uitgesproken bij installatie als lector 'educatieve functies van ICT' aan de Fontys Hogescholen, Lerarenopleiding Sittard. Het verhaal gaat over leerobjecten, waarom we ze nodig hebben en waarom een zinvolle inzet ervan niet binnen de vigerende inrichting van het onderwijs past maar een transformatie daarvan vraagt. Geschetst wordt hoe dit zou kunnen, inclusief de rol die onderwijsmodelleertalen daarin kunnen spelen.
Het HvA-programma ‘Flexibel, studeerbaar en robuust onderwijs’ streeft naar flexibel onderwijs in een studeerbaar en robuust curriculum in 2020 in alle opleidingen. De veronderstelling is dat door flexibiliteit de onderwijskwaliteit verbetert, want het onderwijs sluit beter aan bij de behoeften, kennis en ervaring van studenten. Het gaat om wendbaar onderwijs dat snel inspeelt op veranderingen, recht doet aan verschillen tussen studenten, en studenten meer eigenaarschap geeft over hun studie. In januari 2015 is de Faculteit Onderwijs en Opvoeding (FOO) gestart met een project ten behoeve van flexibilisering van de deeltijdopleidingen. Hoofddoel van het project was het ontwerpen en aanbieden van onderwijs dat aansloot bij de diversiteit aan instroom in de deeltijd. Hierbij werd getracht rekening te houden met de wensen van de studenten: wat, wanneer en waar zij wilden leren.In het studiejaar 2016-2017 is het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding gestart met een onderzoek naar de flexibilisering van de deeltijdopleidingen FOO. Op dat moment was nog niet systematisch in kaart gebracht wat de percepties en de behoeften waren van deze doelgroep. De vraag was in hoeverre de studenten de opleiding voldoende flexibel vonden, en of ze behoefte hadden aan meer flexibiliteit. Ook riep de roep om flexibilisering de vraag op of studenten wel voldoende betrokken blijven als ze steeds meer individueel en thuis kunnen studeren. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een mixed method design: kwantitatieve en kwalitatieve dataverzameling. Voor de kwantitatieve dataverzameling is gebruik gemaakt van een flexibiliteitsvragenlijst en van de schaal Thuisvoelen (Sense of Belonging) uit het meetinstrument studentbetrokkenheid van het lectoraat Beroepsonderwijs. Tevens zijn enkele achtergrondvragen gesteld. Voor de kwalitatieve dataverzameling is gebruik gemaakt van interviews van studenten en docenten.Uit dit onderzoek blijkt dat studenten beperkt keuzemogelijkheden ervaren op het gebied van onderwijs en toetsing en dat van de 28 onderzochte flexibiliseringsthema’s er drie zijn die ervoor zorgen dat studenten zich meer of minder thuisvoelen. Uit de interviews blijkt welke factoren in de beleving van docenten en studenten van invloed zijn op de mate waarin opleidingen tegemoetkomen aan de behoefte aan flexibilisering van studenten. Op basis van de datazijn in het rapport tien aanbevelingen geformuleerd. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat het loont te investeren in flexibilisering van het deeltijdonderwijs, maar met mate, en mits rekening wordt gehouden met de betrokkenheid van deeltijdstudenten. Maatwerk in het hbo biedt mooie kansen voor zowel studenten als docenten, mits doel, middel en mogelijkheden gericht op elkaar worden afgestemd. Van one size fits all is geen sprake, dus daarom: ‘Maatwerk? Ja zeker, maar wel met mate!’
De maatschappij en de beroepspraktijk veranderen snel. Om een passend onderwijsaanbod te bieden, afgestemd op actuele vraagstukken, moet een organisatie kunnen veranderen. Met dit project onderzoeken we de wendbaarheid en het innovatief vermogen van de HU tijdens en na corona en willen we leren van deze verandering.Doel Het doel is om de opbrengsten van onderwijsinnovaties binnen de HU doelgericht en systematisch te monitoren en evalueren en gedeelde kennis op te doen over wat wel en niet werkt en waarom. Zo kunnen we evidence-informed onderwijs en beleid verder ontwikkelen en de energie richten op wat werkt. Resultaten Het project levert inzichten op over de opbrengsten en verliezen van de overschakeling naar afstandsonderwijs. De resultaten zijn ook startpunt voor gesprekken over de mate waarin de organisatie en de professionals toegerust zijn om te veranderen en bieden de mogelijkheid tot gerichte ondersteuning en professionalisering. Dit project is een eerste stap. Het onderzoek ‘leren van verandering’ wordt jaarlijks herhaald om de evolutie in kaart te brengen en onderwijsinnovaties onderbouwd verder te ontwikkelen. Looptijd 01 april 2020 - 30 juli 2023 Aanpak HU-breed werden managers en docenten met open en gesloten vragen bevraagd. De resultaten worden op basis van feedbackrapporten besproken in de instituten en de mogelijkheid wordt geboden om hieraan een professionaliseringstraject te koppelen. Downloads en links
De maatschappij en de beroepspraktijk veranderen snel. Om een passend onderwijsaanbod te bieden, afgestemd op actuele vraagstukken, moet een organisatie kunnen veranderen. Met dit project onderzoeken we de wendbaarheid en het innovatief vermogen van de HU tijdens en na corona en willen we leren van deze verandering.