Management goeroes hebben weinig oog voor de analytische kanten van het managen.
Sportaccommodaties en sportevenementen zijn niet meer weg te denken in ons (sport- en bewegings) landschap. Ze creëren mogelijkheden om te sporten en te bewegen, trekken fans, toeschouwers en in die zin ook sponsors aan, en vormen een interessant communicatie-instrument voor steden en regios. Bovendien komen sportaccommodaties en sportevenementen met private dan wel publieke middelen tot stand. Met sporters, supporters, sponsors, commerciële partners en overheden als belangrijke stakeholders dringt ook een specifieke management- en marketingbenadering van sportaccommodaties en sportevenementen zich op. In het boek Geen sportcultuur zonder sportinfrastructuur wordt uitvoerig aandacht besteed aan het beleid, het management en de marketing van sportaccommodaties en sportevenementen. Het boek onderscheidt zich van andere boeken met betrekking tot sportaccommodaties en sportevenementen, enerzijds door de focus op de Lage Landen en anderzijds door de multidisciplinaire benadering. Onder redactie van Jeroen Scheerder en Steven Vos geven meer dan dertig experts uit Nederland en Vlaanderen wetenschappelijk onderbouwde en/of beleidsrelevante inzichten in diverse beheers- en beleidsaspecten van sportaccommodaties en sportevenementen. Geen sportcultuur zonder sportinfrastructuur is geschreven voor studenten, beleidsmakers en professionals die actief zijn en/of interesse hebben in het management en de marketing van sportaccommodaties en sportevenementen.
De forse groei van het toerisme zorgt niet alleen voor economische vooruitgang, maar leidt ook tot negatieve effecten op milieu, sociaal-cultureel en economisch gebied van bestemmingen. Zo draagt de toeristische sector substantieel bij aan milieuschade en is wereldwijd verantwoordelijk voor 5% van de CO2-uitstoot. Vanuit de sector zijn diverse initiatieven genomen om te verduurzamen. Een veelgebruikte methode om toerisme duurzamer te maken, is om toeristische producten te onderwerpen aan een duurzaamheidsassessment, veelal leidend tot een keurmerk. Doel van deze assessments is om bestemmingen ertoe aan te zetten om tot duurzamere prestaties te komen en consumenten te prikkelen om duurzame toeristische keuzes te maken. Tot op heden blijken duurzaamheidsassessments in het toerisme niet succesvol. Dit is onder andere te wijten aan de geringe deelname aan en de beperkte interesse voor de assessments van de bedrijven in de sector. Het uitvoeren van assessments kost hen te veel tijd en moeite, en de toegevoegde waarde ervan is onduidelijk. Bovendien leiden de keurmerken nauwelijks tot gedragsverandering bij de beperkte groep in duurzaamheid geïnteresseerde eindgebruikers. Daarnaast is er een probleem met de inhoud van de assessments zelf: de gevolgen van het vervoer naar de bestemming worden niet meegenomen, terwijl juist dit element vaak doorslaggevend is in het bepalen van de omvang van de ecologische voetafdruk van een reis. SASTDes is gericht op het aanpakken van deze sleutelproblemen in de keten van duurzaamheidsassessments voor toeristische bestemmingen, met als doel om de tijdsinvestering te beperken en de branding en marketing van duurzame bestemmingen mogelijk te maken. Om aan de bovengenoemde knelpunten een antwoord te kunnen bieden, is door NHTV en 10 andere deelnemende partijen (o.a. TUI, WUR, Bookdifferent en de gemeente Breda) de volgende centrale onderzoeksvraag geformuleerd: ‘Op welke manier kan duurzaamheidsassessment effectief en efficiënt bijdragen aan de verduurzaming van aanbod en duurzame ontwikkeling van toeristische bestemmingen?’
Het doel van het project is, naar voorbeeld van de Leidraad Bestemmingsmanagement1, tot een leidraad op hoofdlijnen te komen. Een leidraad die provinciale overheden ondersteunt bij het gestructureerd en effectief werken op het snijvlak van ruimtelijk en toeristisch beleid, middels de toepassing van het fenomeen ‘vrijetijdslandschappen’, waarmee vorm en inhoud is te geven aan de gevolgen van de (ruimtelijke) transitieopgaven op een dusdanige manier dat de (belevings-)kwaliteit van de leef- en werkomgeving voor bezoekers, bewoners en bedrijven is te optimaliseren. Vrijetijdslandschappen hebben betrekking op zowel stedelijke gebieden, rurale gebieden (platteland) en peri-urbane gebieden (stadsrandzones). De op te leveren leidraad is bij uitstek bruikbaar is voor provinciale overheden die te maken hebben met de inrichting van de fysieke leefomgeving en de ontwikkeling van de vrijetijdseconomie.Client: Provincie Gelderland